De Grand Prix Drivers’ Association, die als vakbond voor de Formule 1-coureurs dient, heeft een open brief gepubliceerd waarin verschillende klachten over het functioneren van de FIA worden geuit. In de brief staan onderwerpen centraal zoals de aanpak van ongepast taalgebruik, oneerlijke boetes en het gedrag van FIA-voorzitter Mohammed Ben Sulayem.
Een van de belangrijkste klachten betreft de aanpak van scheldwoorden door coureurs. Hoewel scheldwoorden vaak emotioneel zijn en gericht op situaties of objecten, heeft de FIA coureurs zoals Max Verstappen en Charles Leclerc gestraft voor hun taalgebruik.
Verstappen werd bijvoorbeeld aangesproken op zijn woordkeuze tijdens frustrerende situaties, terwijl Leclerc een boete kreeg na kritiek op zijn slecht presterende auto.
“Onze leden zijn volwassen en hoeven niet via de media instructies te krijgen over triviale zaken zoals sieraden of onderkleding,” aldus de GPDA.
Daarnaast wordt in de brief kritiek geuit op de opmerkingen van Ben Sulayem, waarbij hij volgens sommigen een onacceptabele scheidslijn trok tussen de Formule 1 en andere culturele groepen. Zulke opmerkingen hebben tot spanningen geleid tussen de FIA en prominente coureurs zoals Lewis Hamilton.
Een ander groot punt van zorg is het gebrek aan transparantie over financiële boetes. Coureurs uiten hun frustratie over de onduidelijkheid rondom de bestemming van deze boetegelden. Volgens de GPDA ontbreekt een duidelijke strategie over hoe het geld wordt besteed en is er geen overleg geweest met betrokken partijen.
“De GPDA heeft herhaaldelijk gevraagd om financiële transparantie en directe dialoog over hoe boetegelden worden ingezet,” stelt de brief.
De FIA wordt opgeroepen om de verdeling van boetegelden publiekelijk inzichtelijk te maken. Mogelijke bestedingen, zoals programma’s ter ondersteuning van jonge coureurs of het verbeteren van lokale racefaciliteiten, worden genoemd als suggesties.
Kritiek op het beleid rondom communicatie en respect
Coureurs voelen zich beperkt in hun vrijheid van meningsuiting. De FIA heeft meerdere coureurs bestraft voor wat volgens de GPDA onschuldige uitingen van frustratie waren. Deze maatregel wordt als disproportioneel beschouwd en lijkt enkel gericht op coureurs, zonder aandacht voor bredere motorsportcategorieën.
Het ontbreken van een gezamenlijke aanpak met andere raceklassen ondermijnt volgens de GPDA de geloofwaardigheid van hun oproep.
Het gedrag van Ben Sulayem, met name zijn publieke uitspraken, wordt als schadelijk beschouwd. In zijn opmerkingen over coureurs en culturele referenties voelen sommigen een stereotyperende ondertoon. Dit heeft met name geleid tot spanningen met Lewis Hamilton, die deze opmerkingen als respectloos ervoer. Dergelijk gedrag schaadt volgens de GPDA de relatie tussen coureurs en de FIA.
De vraag naar transparantie over financiële boetes is niet nieuw. Sinds drie jaar vraagt de GPDA om inzicht in hoe deze gelden worden besteed. Ondanks herhaaldelijke verzoeken blijft de FIA hier vaag over. Dit leidt tot speculatie over mogelijk misbruik, zoals het uitkeren van bonussen aan hoge functionarissen.
Volgens de GPDA zou dit geld beter besteed kunnen worden aan de motorsport, zoals:
- Ondersteuning van jeugdprogramma’s.
- Verbetering van racefaciliteiten.
- Het ontwikkelen van veiligheidsmaatregelen voor coureurs.
Kritiek op het gebruik van boetes
Coureurs stellen dat boetes niet de juiste manier zijn om gedrag te sturen. De financiële impact is, gezien het inkomen van de meeste coureurs, klein, maar de negatieve publieke perceptie van de sport groeit. Een gezamenlijke aanpak met stakeholders, waaronder teams en de FIA, wordt voorgesteld om het imago van de Formule 1 te verbeteren.
De GPDA benadrukt het belang van samenwerking tussen de FIA, coureurs en andere betrokken partijen. Hoewel de brief kritiek bevat, geeft het ook aan dat de coureurs bereid zijn om constructief samen te werken om de sport vooruit te helpen.
“De GPDA wenst op een constructieve manier samen te werken met alle belanghebbenden om onze geweldige sport te promoten,” aldus de verklaring.
De bal ligt nu bij de FIA, die volgens de GPDA verantwoordelijkheid moet nemen en de bezorgdheden van de coureurs serieus moet behandelen.