De Formule 1 verdeelt jaarlijks een prijzenpot van ongeveer één miljard dollar onder de deelnemende teams. Dit bedrag wordt niet openbaar gemaakt, maar kan worden geschat op basis van financiële gegevens. De helft van de winst die de F1-organisatie maakt, wordt uitgekeerd aan de teams.
De verdeling gebeurt op basis van de eindposities in het constructeurskampioenschap, waarbij de kampioen het meeste ontvangt, gevolgd door de nummer twee, drie, enzovoort. Sinds de overname door Liberty Media in 2017 is de verdeling evenrediger geworden, met 14% van het totale bedrag voor de constructeurskampioen en 6% voor het laatst geëindigde team. Naast het prijzengeld zijn er ook bonussen, zoals een extra uitkering voor Ferrari vanwege hun langdurige deelname sinds het begin van de Formule 1.
Prijzengeld per team
Het prijzengeld in de Formule 1 varieert sterk per team, afhankelijk van hun prestaties en historische successen. Red Bull, als constructeurskampioen van 2023, ontving naar schatting 128 miljoen euro. Mercedes volgde met ongeveer 120 miljoen euro, terwijl Ferrari op de derde plaats 114,5 miljoen euro binnenhaalde. McLaren, als vierde geëindigd, kreeg 103 miljoen euro toebedeeld. Aston Martin, met een vijfde plaats in het kampioenschap, ontving 95 miljoen euro aan prijzengeld.
De verdeling loopt verder af naarmate teams lager eindigen in het kampioenschap. Alpine, als zesde geklasseerd, ontving 87 miljoen euro. Williams, ondanks hun zevende plaats, kreeg 79,5 miljoen euro toegekend. AlphaTauri eindigde als achtste en ontving 71 miljoen euro. Alfa Romeo (Sauber) en Haas sloten de rij met respectievelijk 63 miljoen en 55 miljoen euro aan prijzengeld.
Deze bedragen zijn schattingen en kunnen in werkelijkheid enigszins afwijken. Het is belangrijk op te merken dat deze cijfers alleen het basisprijzengeld vertegenwoordigen en niet de aanvullende bonussen die sommige teams ontvangen.
Bonussysteem en historische uitkeringen
Naast het reguliere prijzengeld kent de Formule 1 een complex bonussysteem dat teams extra inkomsten kan opleveren. Ferrari geniet een speciale status vanwege hun onafgebroken deelname sinds 1950 en ontvangt daarvoor een geschatte bonus van 45 tot 50 miljoen euro. Teams die ooit een constructeurstitel hebben gewonnen, krijgen eveneens een extra uitkering. Voor meervoudige kampioenen is er zelfs een aanvullende bonus beschikbaar.
Een ander criterium voor bonussen is de prestatie over een langere periode. Teams die in de afgelopen tien seizoenen in de top drie van het constructeurskampioenschap zijn geëindigd, ontvangen extra geld. In dit systeem krijgt de kampioen per seizoen 3 punten, de vice-kampioen 2 punten en de nummer drie 1 punt. Deze punten worden over tien jaar opgeteld en resulteren in een aanvullende uitkering.
Deze bonusstructuur verklaart waarom sommige teams, ondanks mindere recente prestaties, toch aanzienlijke bedragen ontvangen. Williams bijvoorbeeld, profiteert nog steeds van hun historische successen, wat resulteert in een hoger prijzengeld dan hun huidige klassering zou suggereren.
Veranderingen van het verdeelsysteem
Het huidige systeem voor de verdeling van het prijzengeld in de Formule 1 is het resultaat van een significante hervorming. Onder het bewind van Bernie Ecclestone was er een grotere discrepantie in de uitkeringen, waarbij topteams een disproportioneel groot deel van het prijzengeld ontvingen. Deze ongelijke verdeling leidde tot een groeiende kloof tussen de rijke en minder vermogende teams, wat de competitie in de sport beïnvloedde.
Met de overname door Liberty Media in 2017 werd een nieuw tijdperk ingeluid. De nieuwe eigenaren hadden als doel om het prijzengeld eerlijker te verdelen en zo de competitiviteit in de sport te vergroten. Dit resulteerde in het nieuwe Concorde Agreement, een overeenkomst tussen de Formule 1 en de deelnemende teams, waarin de nieuwe verdeelsleutel werd vastgelegd.
Deze hervorming heeft ertoe geleid dat de bedragen die teams ontvangen nu dichter bij elkaar liggen dan voorheen. Het doel hiervan is om kleinere teams meer financiële stabiliteit te bieden en hun kansen op succes te vergroten, wat uiteindelijk moet leiden tot spannendere races en een competitiever veld.
Inkomstenbronnen
De enorme prijzenpot van de Formule 1 wordt gevoed door diverse inkomstenbronnen. De sport genereert inkomsten uit vier hoofdcategorieën: sponsoring, promotie van races, uitzendrechten, en licenties en merchandising. Deze diverse inkomstenstromen stellen de Formule 1 in staat om jaarlijks zo’n één miljard dollar aan prijzengeld uit te keren.
Sponsoring vormt een aanzienlijk deel van de inkomsten, met grote merken die forse bedragen betalen om geassocieerd te worden met de glamour en het prestige van de Formule 1. De promotie van races brengt ook aanzienlijke sommen binnen, waarbij organisatoren van Grand Prix-evenementen betalen voor het recht om een race te mogen organiseren.
Uitzendrechten zijn een andere cruciale inkomstenbron. Televisiezenders en streamingplatforms over de hele wereld betalen forse bedragen om Formule 1-races live uit te mogen zenden. Tot slot genereren licenties en merchandising ook aanzienlijke inkomsten, met een breed scala aan producten die wereldwijd aan fans worden verkocht.
Gevolgen voor teamstrategieën
De verdeling van het prijzengeld heeft verstrekkende gevolgen voor de strategieën die Formule 1-teams hanteren. Teams moeten een delicate balans vinden tussen investeringen in de ontwikkeling van hun auto’s en het behouden van financiële stabiliteit. Voor topteams betekent een hogere klassering niet alleen meer prijzengeld, maar ook betere kansen op lucratieve sponsordeals.
Kleinere teams, die minder prijzengeld ontvangen, moeten creatievere strategieën ontwikkelen om concurrerend te blijven. Dit kan betekenen dat ze meer focussen op het ontwikkelen van jong talent, het zoeken naar innovatieve technische oplossingen, of het aangaan van partnerships met grotere teams of autofabrikanten.
De recente hervormingen in de prijzengeldverdeling hebben als doel om deze strategische verschillen te verkleinen en een meer gelijk speelveld te creëren. Door de kloof in financiële middelen tussen de teams te verkleinen, hoopt de Formule 1 de overall competitiviteit van de sport te vergroten en fans spannendere races te bieden.
