McLaren beleefde in 2024 een uitzonderlijk seizoen, waarin het team hun eerste constructeurstitel sinds 1998 wist te behalen. Het team uit Woking, dat historisch gezien tot de meest succesvolle teams in de Formule 1 behoort, voegde daarmee hun negende titel toe aan een indrukwekkende erelijst. Alleen Ferrari heeft met zestien titels meer overwinningen in deze categorie geboekt.
De weg naar dit succes was echter allesbehalve eenvoudig. Na jaren van tegenvallende prestaties klom McLaren terug naar de top. In 2024 bewees het team opnieuw dat ze een krachtig pakket kunnen ontwikkelen dat zowel Lando Norris als Oscar Piastri in staat stelt om te strijden om overwinningen.
Deze vooruitgang bracht echter ook nieuwe uitdagingen met zich mee, vooral met het oog op de ontwikkeling van de auto voor 2025.
Het verbeteren van prestaties in langzame bochten is een belangrijke focus voor McLaren. Volgens F1-expert Gary Anderson moet het team echter voorzichtig zijn dat dit niet ten koste gaat van de stabiliteit bij hoge snelheden.
“Verbeteren in langzame bochten is een doel, maar je moet oppassen dat dit niet ten koste gaat van de stabiliteit bij hoge snelheden,” zei Anderson in een interview met The Race.
Deze balans tussen verschillende aspecten van de aerodynamica en mechanica is essentieel om ervoor te zorgen dat zowel Norris als Piastri optimaal kunnen presteren in het komende seizoen. Het risico bestaat dat een verkeerde benadering van deze verbeteringen kan leiden tot een situatie waarin de auto minder competitief is in cruciale gebieden van het circuit.
Norris’ doorbraak en zwakke punten in 2024
Lando Norris had in 2024 een doorbraakjaar waarin hij zijn eerste Formule 1-overwinning behaalde tijdens de Grand Prix van Miami. Dit resultaat volgde op een reeks belangrijke upgrades aan de McLaren-auto, waaronder verbeteringen aan de voor- en achtervleugel, de ophanging, de remmen en de sidepods. Deze updates gaven Norris de tools om eindelijk de overstap te maken naar de elite van de coureurs.
Toch bleven er zwakke punten bestaan in de prestaties van de McLaren-auto, vooral in langzame bochten. Norris zelf wees op het verlies aan tijd in het langzame gedeelte van circuits zoals Imola, waar hij de overwinning nipt aan Max Verstappen moest laten.
“Mijn slechtste bocht in Imola was bocht 14-15 (Variante Alta), het langzaamste deel van het circuit. Daar verloor ik de meeste tijd. Dus dat blijft een zwakte en dat weten we,” aldus Norris.
Vergelijking van upgrades tussen Norris en Piastri
McLaren introduceerde hun uitgebreide pakket upgrades tijdens de Grand Prix van Miami, maar niet alle verbeteringen waren direct beschikbaar voor beide coureurs. Norris kreeg toegang tot het volledige pakket, terwijl Piastri aanvankelijk slechts enkele aanpassingen ontving, waaronder een nieuwe voorvleugel en remmen.
Pas bij de Grand Prix van Emilia Romagna kreeg Piastri dezelfde upgrades als Norris, wat leidde tot vergelijkbare prestaties op bepaalde delen van het circuit.
Race | Upgrades voor Norris | Upgrades voor Piastri | Resultaat |
---|---|---|---|
Miami GP | Volledig pakket | Beperkt pakket | Norris wint, Piastri in middenveld |
Emilia Romagna GP | Volledig pakket | Volledig pakket | Norris tweede, Piastri in top vijf |
Deze verschillen benadrukken hoe cruciaal tijdige en consistente upgrades zijn om beide coureurs op een gelijkwaardig niveau te laten presteren. Het achterhouden van verbeteringen kan onbedoeld leiden tot interne ongelijkheid, wat in een competitieve omgeving zoals de Formule 1 een groot nadeel kan zijn.
De focus op langzame bochten mag niet ten koste gaan van de sterke punten die McLaren in 2024 zo succesvol maakten. De technische staf van het team moet een evenwicht vinden tussen het verbeteren van zwakke punten en het behouden van sterke prestaties in hogesnelheidsbochten. Het vinden van deze balans is een uitdaging die zowel het ontwerpteam als de coureurs direct beïnvloedt.
Met name Gary Anderson benadrukt het belang van een gedegen aanpak om te voorkomen dat het team zichzelf in een ongunstige positie manoeuvreert. McLaren’s huidige sterke basis, gebouwd op de inzichten uit de grond-effectreglementen, biedt een solide uitgangspunt voor verdere ontwikkeling. Toch blijft de vraag hoe dit zich vertaalt naar het komende seizoen.