De salarisstructuur van Formule 1-monteurs varieert aanzienlijk, afhankelijk van ervaring en rol binnen het team. Junior monteurs verdienen gemiddeld tussen €35.000 en €45.000 per jaar, terwijl senior monteurs kunnen rekenen op een jaarsalaris van €50.000 tot €70.000.
Hoofdmonteurs, ook wel bekend als ‘Chief Mechanics’, kunnen zelfs tot €100.000 per jaar verdienen. Factoren die het salaris beïnvloeden zijn onder andere werkervaring, teamgrootte, specifieke verantwoordelijkheden en prestaties van het team.
Vergeleken met monteurs in andere raceklassen of autosectoren liggen de salarissen in de Formule 1 over het algemeen hoger, maar de werkdruk en reisverplichtingen zijn ook aanzienlijk zwaarder. Ondanks de relatief hoge salarissen voor de autosport, verdienen Formule 1-monteurs beduidend minder dan de coureurs of teambazen voor wie ze werken.
Salarisstructuur en carrière progressie
De salarisstructuur binnen Formule 1-teams is gelaagd en biedt ruimte voor carrièregroei. Beginnende monteurs kunnen rekenen op een startsalaris dat varieert van €35.000 tot €45.000 per jaar. Dit komt neer op ongeveer €3.000 tot €3.750 per maand
Naarmate monteurs meer ervaring opdoen en hun vaardigheden ontwikkelen, kunnen ze doorgroeien naar senior posities. Senior monteurs verdienen gemiddeld tussen de €50.000 en €70.000 per jaar, wat overeenkomt met een maandsalaris van €4.166 tot €5.833.
Voor de meest ervaren professionals is er de mogelijkheid om door te groeien tot hoofdmonteur of ‘Chief Mechanic’. Deze topfuncties binnen het technische team kunnen een jaarsalaris opleveren van €100.000 of meer.
Topteams zoals Ferrari, Mercedes en Red Bull Racing hebben mogelijk meer financiële middelen om hogere salarissen te bieden dan kleinere teams.
Functie | Jaarsalaris (€) | Maandsalaris (€) |
---|---|---|
Junior monteur | 35.000 – 45.000 | 2.916 – 3.750 |
Senior monteur | 50.000 – 70.000 | 4.166 – 5.833 |
Hoofdmonteur | 100.000+ | 8.333+ |
Prestatie gerelateerde bonussen
Het harde werk van Formule 1-monteurs wordt niet alleen beloond met een basissalaris, maar ook met prestatiegerelateerde bonussen. Deze bonussen vormen een belangrijk onderdeel van hun totale compensatiepakket en kunnen een aanzienlijke boost geven aan hun jaarinkomen.
De bonusstructuur is vaak gekoppeld aan de prestaties van het team en de coureur. Bij overwinningen of podiumplaatsen kunnen monteurs rekenen op extra uitbetalingen. Voor bandenwisselaars, die een cruciale rol spelen tijdens pitstops, kan deze bonus oplopen tot €2.100 per gewonnen race.
Teamleiders kunnen zelfs tot €4.200 extra verdienen bij een overwinning. Deze bonusstructuur betekent dat monteurs die werken voor topteams zoals Red Bull Racing en Mercedes potentieel veel meer kunnen verdienen dan hun collega’s bij minder succesvolle teams.
Het succes van coureurs als Max Verstappen en Lewis Hamilton vertaalt zich dus niet alleen in hun eigen bankrekening, maar ook in die van hun ondersteunend personeel.
Vergelijking van salarissen binnen een team
Om de salarissen van Formule 1-monteurs in perspectief te plaatsen, is het nuttig om ze te vergelijken met andere functies binnen een Formule 1-team. Hieronder een overzicht van geschatte jaarinkomens voor verschillende posities:
Functie | Geschat jaarinkomen |
---|---|
Topcoureur | €30 miljoen – €64 miljoen |
Teambaas | €5 miljoen – €10 miljoen |
Hoofdingenieur | €1 miljoen – €3 miljoen |
Bandenwisselaar | Tot €300.000 |
Ervaren monteur | €50.000 – €70.000 |
Junior monteur | €35.000 – €50.000 |
De exacte bedragen kunnen variëren afhankelijk van de specifieke rol binnen het team en de individuele contracten. Sommige teams hebben mogelijk ook een systeem waarbij bonussen worden verdeeld over het hele team, in plaats van individuele uitbetalingen.
Naast race-gerelateerde bonussen, kunnen er ook bonussen zijn gekoppeld aan het behalen van de constructeurstitel of een hoge eindklassering in het wereldkampioenschap. Deze langetermijnprestaties kunnen resulteren in substantiële eindejaarsuitkeringen voor het hele team.
De volgen van een budgetplafond
Sinds 2021 mogen teams maximaal $145 miljoen per jaar uitgeven aan de ontwikkeling en bouw van hun auto’s. Dit bedrag wordt jaarlijks met $5 miljoen verlaagd tot $135 miljoen in 2023. Hoewel deze maatregel bedoeld is om een eerlijker speelveld te creëren, vallen de salarissen van coureurs en de drie bestbetaalde teamleden buiten deze bestedingslimiet.
Dit leidt tot een scheve verhouding waarbij monteurs, die cruciaal zijn voor het functioneren van de auto’s, relatief bescheiden salarissen ontvangen van $35.000 tot $70.000 per jaar. Tegelijkertijd kunnen toprijders als Max Verstappen en Lewis Hamilton jaarlijks tientallen miljoenen
Voor de topteams, die voorheen budgetten van $400 miljoen of meer per jaar hadden, betekent dit een drastische verandering in hun werkwijze. Ze moeten nu efficiënter werken en mogelijk bezuinigen op personeel om binnen de limiet te blijven. Dit kan leiden tot ontslagen of salarisverlaging voor monteurs en ander technisch personeel.
Er zijn enkele belangrijke uitzonderingen die buiten deze bestedingslimiet vallen. Deze uitzonderingen hebben een aanzienlijke invloed op hoe teams hun middelen verdelen en waar ze prioriteit aan geven
De meest opvallende uitzondering is het salaris van de coureurs. Toprijders kunnen nog steeds enorme bedragen verdienen zonder dat dit ten koste gaat van het ontwikkelingsbudget van het team.
Dit verklaart waarom coureurs als Max Verstappen en Lewis Hamilton jaarlijks tientallen miljoenen kunnen verdienen, terwijl teams tegelijkertijd moeten bezuinigen op andere gebieden.
Naast de coureurssalarissen vallen ook de salarissen van de drie bestbetaalde teamleden buiten het budgetplafond. Dit stelt teams in staat om toptalent in sleutelposities aan te trekken zonder dat dit direct invloed heeft op hun bestedingsruimte voor de auto-ontwikkeling.
Andere kosten die buiten het budgetplafond vallen zijn:
- Reiskosten
- Marketinguitgaven
- Juridische kosten
- Inschrijfgeld
- Licentiegeld
- Kosten voor ziekte- of ouderschapsverlof
- Bonussen voor personeel en medische secundaire voorwaarden
Kleinere teams, die al met beperktere middelen werkten, zijn blij met deze maatregel. Voor hen biedt het de kans om competitiever te worden ten opzichte van de grotere teams.
Toch blijft het een uitdaging om talent aan te trekken en te behouden met de relatief bescheiden salarissen die ze kunnen bieden.