Ferrari en Red Bull zijn tot nu toe de twee topteams die het minst zijn verbeterd ten opzichte van vorig seizoen. Terwijl McLaren en Mercedes grote stappen hebben gezet in prestatie en consistentie, blijft de vooruitgang bij Ferrari en Red Bull beperkt.
De cijfers en resultaten van de openingsrondes van 2025 bevestigen dat beeld. Red Bull staat slechts negende in de progressieranking vergeleken met dezelfde periode in 2024, terwijl Ferrari niet verder komt dan de zesde plaats.
Red Bull begon het seizoen nog met hoop. De RB21 wist op momenten McLaren te evenaren, maar alleen onder Max Verstappen.
De auto bleek te afhankelijk van specifieke omstandigheden en vertoonde bekende zwaktes uit 2024, zoals instabiliteit in langzame bochten en balansproblemen tussen voor- en achteras.
Ferrari kende een nog zwaardere seizoensstart. Al in Australië werd duidelijk dat de SF25 structureel downforce tekortkomt.
Charles Leclerc merkte op dat het team soms de auto lager moet zetten om grip terug te winnen via de vloer, maar dat dit niet altijd haalbaar is vanwege risico’s op plankslijtage en mogelijke diskwalificatie.
“We verliezen tijd in bochten waar we vorig jaar juist sterk waren,” aldus Charles Leclerc na de kwalificatie in Saudi-Arabië.
Red Bulls beperkte progressie door ontwikkelingsproblemen
Red Bull heeft moeite om vooruitgang te boeken omdat de ruimte voor ontwikkeling is gekrompen. Na een dominante start in 2024 werden de marges kleiner. In theorie logisch, maar de werkelijkheid wijst op structurele problemen binnen de RB21.
De auto blijft lastig af te stellen en dat komt onder andere door discrepanties tussen data uit de windtunnel en prestaties op het circuit.
De RB20 uit 2024 begon al tekenen van stagnerende ontwikkeling te tonen. Die lijn is doorgezet in de RB21. De bredere ‘operating window’ die Red Bull hoopte te realiseren, is niet bereikt.
Sommige kenmerken, zoals instabiliteit in krappe secties, keren terug ondanks updates. Daardoor blijft Verstappen de enige coureur die het maximale uit de auto lijkt te halen.
De RB21 werd tijdens de wintertests nog een joker genoemd, maar in de praktijk schommelt de performance te veel. De verwachting is dat updates tijdens de Grand Prix op Imola nieuwe mogelijkheden bieden.
Die updates waren al lang gepland, maar de huidige situatie legt extra druk op het succes ervan. Zonder die doorbraak lijkt Red Bull niet in staat om het tempo van McLaren te volgen, laat staan om opnieuw een dominante rol te spelen.
“De kloof met McLaren wordt niet kleiner,” liet een teamlid opmerken in de paddock na de eerste races.
Ferrari’s achteruitgang ondanks vroege updates
Ferrari begon 2025 met hoge verwachtingen na een solide tweede seizoenshelft in 2024. De SF24 had zich toen bewezen als serieuze uitdager van Red Bull. Maar in plaats van progressie te boeken, zakte het team in.
De SF25 blijkt een kleinere stap voorwaarts te zijn dan concurrenten hebben gemaakt met hun nieuwe auto’s. In de eerste kwalificatiesessies werd dat duidelijk: McLaren en Mercedes verbeterden hun tijden met respectievelijk 0,8 en 0,9 seconde.
Ferrari won slechts 0,121 seconde. Dat verschil zit hem vooral in aerodynamische efficiëntie. De SF25 mist neerwaartse druk, wat de auto onstabiel maakt in snelle secties en zorgt voor gripverlies in langzame bochten.
In Bahrein en Saoedi-Arabië werd geprobeerd dit op te lossen met nieuwe vloercomponenten, maar die hoorden nog bij een eerder ontwikkelingsplan. Ze boden geen directe oplossing voor de actuele problemen.
De situatie frustreert vooral Lewis Hamilton, die aangeeft moeite te hebben met rembalans en instuurgedrag door de onvoorspelbare achterkant.
Charles Leclerc weet zich iets beter aan te passen, maar ook hij benadrukt de noodzaak van meer structurele grip.
De beperkte prestaties in kwalificatie brengen Ferrari bovendien in een zwakke uitgangspositie voor de race, waardoor strategieën minder goed uitpakken.
Dat was al zichtbaar in Bahrein, waar verlies bij de start meteen leidde tot een minder effectieve race.
“Zonder betere startpositie lopen we steeds achter de feiten aan,” aldus teambaas Frédéric Vasseur
McLaren en Mercedes als contrast
De beperkte ontwikkeling van Ferrari en Red Bull valt extra op doordat McLaren en Mercedes juist veel progressie laten zien. McLaren is het nieuwe referentiepunt geworden dankzij gerichte updates die de vorige tekortkomingen hebben opgelost.
De MCL39 kampt niet meer met onderstuur of hoge bandenslijtage en heeft nu in alle sectoren van de baan concurrentievoordeel.
Mercedes heeft zijn grootste beperking – het stuiteren bij hoge snelheid – aangepakt en de afstelmogelijkheden van de W16 verbreed. Dat maakt de auto consistenter in gedrag en betrouwbaarder in prestatie.
De stabiele basis stelt de coureurs in staat om meer uit de auto te halen in zowel kwalificatie als race.
Dit staat in schril contrast met Ferrari, dat nog steeds afhankelijk is van Leclercs stuurmanskunst, en Red Bull, dat zonder Verstappen verder zou wegzakken in de rangorde.
De progressiecijfers onderstrepen dat verschil. Waar Red Bull negende staat en Ferrari zesde, bevinden McLaren en Mercedes zich in de top van de lijst, enkel voorafgegaan door Alpine en Williams – twee teams die vorig jaar met te zware auto’s aan het seizoen begonnen.
Wat de data zegt over het tempoverschil
Ferrari loopt in kwalificatie gemiddeld 0,323 seconde achter op McLaren in de laatste vier races. In vergelijking met 2024 is de stap van de SF24 naar de SF25 dus kleiner dan de sprong van de MCL38 naar de MCL39.
De Italiaanse auto is 0,857 seconde sneller geworden, maar dat verbleekt bij McLaren dat 1,359 seconde wist te winnen.
Red Bull wordt niet apart geciteerd in deze statistiek, maar de algemene ranking spreekt boekdelen. Alleen Aston Martin boekte nog minder progressie dan het team uit Milton Keynes.
“Die tests kunnen het speelveld eerlijker maken,” stelt Leclerc in aanloop naar Barcelona.
En dat terwijl de RB21 op papier nog als favoriet werd genoemd voorafgaand aan het seizoen. Wat resteert is een auto die afhangt van individuele klasse, geen structurele vooruitgang laat zien, en worstelt met de vertaling van windtunnelresultaten naar circuitgedrag.
Ferrari’s enige podium kwam tot nu toe in handen van Leclerc in Jeddah. Maar structureel meedoen om de winst lijkt voorlopig niet haalbaar.
Alleen hoop op aankomende technische ingrepen, zoals striktere FIA-tests voor de voorvleugel vanaf de Spaanse Grand Prix, kan daar mogelijk verandering in brengen.