De Braziliaanse Grand Prix was voor het Mercedes Formule 1-team een weekend om snel te vergeten. Teamhoofd Toto Wolff sprak zelfs van het slechtste weekend in 13 jaar. Lewis Hamilton finishte slechts als achtste en George Russell moest de strijd staken door oververhitting na 57 van de 71 ronden.
Russells frustratie achter Hamilton
George Russell spendeerde bijna de hele race dicht achter of twee auto’s achter zijn teamgenoot Hamilton. Dit zorgde voor de nodige frustratie bij Russell, die tijdens de race meermaals via de boordradio liet weten hoe zijn positie op de baan zijn race belemmerde. Eerder waren er al soortgelijke radioboodschappen in de Japanse Grand Prix en een botsing tussen de twee in Qatar.
De echte zorg: het tempo van de auto
Ondanks de radio-uitingen van Russell, ligt de focus van Wolff op een veel groter probleem: het gebrek aan snelheid van de auto. Hij beschouwt de communicatie en racestrategie als bijzaak. “De fundamentele kwestie is dat de auto traag was,” verklaarde Wolff. Hij maakt zich niet druk om wat er wel of niet uitgezonden wordt tijdens de race, want de prestaties waren volgens hem simpelweg niet goed genoeg.
Samenwerking op de baan
Tijdens de wedstrijd waren er verscheidene momenten waarop Russell via de radio zijn wens uitte om samen te werken met Hamilton. Hij stelde voor om in de beginfase van de herstartte race niet aan te vallen, maar verzocht wel om binnen de DRS-zone te blijven om zo een voordeel te behouden. Echter, terwijl Hamilton probeerde het tempo van Fernando Alonso’s Aston Martin bij te houden, uitte Russell zijn zorgen over hun situatie op de baan en de noodzaak om binnen DRS-bereik te blijven.
De prestaties van Mercedes in Brazilië laten zien dat er veel werk aan de winkel is voor het team. Terwijl de radiocommunicatie tussen coureur en team vaak in de schijnwerpers staat, benadrukt Wolff dat de fundamentele uitdaging ligt bij het verbeteren van de snelheid en betrouwbaarheid van de auto.