Lewis Hamilton bepaalt bij Ferrari mee tot op de millimeter hoe zijn auto zich gedraagt in de bochten. In 2025 speelt zijn voorkeur een grote rol bij de afstelling van de Ferrari – en dat laat zien hoeveel invloed een coureur heeft op de setup van een Formule 1-auto.
De voorkeur van een coureur is niet zomaar een suggestie: het is de leidraad voor de technische staf. De afstelling van een F1-auto – van aerodynamica tot ophanging – wordt aangepast op basis van feedback van achter het stuur. In dit artikel lees je hoe groot die invloed werkelijk is.
In de Formule 1 bepaalt de coureur hoe de auto aanvoelt – en dat maakt hem automatisch de belangrijkste bron van informatie. Hoewel de race-ingenieur en het team technisch de touwtjes in handen hebben, wordt vrijwel alles afgestemd op wat de coureur voelt, zegt en wil.
“De rol van een race-ingenieur in de Formule 1 is cruciaal voor het succes van een team. Ze zijn verantwoordelijk voor het beheer van de technische aspecten van de auto… en het communiceren met de coureur.”
Elke sessie geven coureurs feedback over zaken als overstuur, onderstuur, rembalans en bandentemperatuur. Op basis van die input worden afstellingen aangepast. Denk aan zaken als:
- Aerodynamische balans (hoeveel druk voor of achter)
- Hardheid van de ophanging
- Bandenspanning
- Rembalans
- Differentieel-instellingen
Zelfs kleine veranderingen in de rijhoogte of wielvlucht kunnen het verschil maken. En die aanpassingen komen meestal voort uit de persoonlijke voorkeur van de coureur, niet alleen uit data.
Rijstijl bepaalt setup
Niet elke coureur rijdt op dezelfde manier. Sommige coureurs, zoals Verstappen, houden van een directe auto die scherp instuurt en veel grip aan de voorzijde biedt.
Anderen, zoals Leclerc of Norris, willen juist een stabiele achterkant zodat ze vol vertrouwen uit bochten kunnen accelereren.
“De voorkeuren van een coureur kunnen het verschil maken tussen een auto die lastig te besturen is en een auto waarmee hij tot het uiterste kan gaan.”
Deze verschillen betekenen dat het team de auto anders moet afstellen per coureur. En als twee teamgenoten een compleet andere stijl hebben, wordt het balanceren.

De ene coureur wil een stijver chassis, de ander juist meer vering. Dat vraagt om maatwerk – zelfs binnen hetzelfde team. De overstap van Lewis Hamilton naar Ferrari in 2025 is een actueel voorbeeld van hoe persoonlijk een setup kan zijn.
Hamilton kwam van Mercedes, waar hij moeite had met de balans van de auto. Zijn teamgenoot Russell kwam daar beter mee uit de voeten. Bij Ferrari moet het team nu zorgen dat Hamilton een auto krijgt die aansluit op zijn voorkeur.
“Hamilton rijdt voor zichzelf en gaat bij het Italiaanse team nog een laatste poging wagen om zijn historische achtste titel te veroveren.”
Het probleem? Leclerc rijdt al jaren voor Ferrari en heeft zijn eigen stijl. Dus hoe stem je één auto af op twee verschillende rijstijlen? Dat wordt een uitdaging voor de engineers – en een doorslaggevende factor voor succes in 2025.
Data en feedback gaan hand in hand
Moderne F1-teams beschikken over een enorme berg data: rempunten, stuurhoek, bochtsnelheid, acceleratie. Maar zelfs die data is niets waard zonder feedback van de coureur.
Hoe voelt de auto? Is hij voorspelbaar? Vertrouwt de coureur op het gedrag van de achterkant?
“Rijstijlanalyse is een geavanceerd proces waarbij data uit de auto, telemetrie en video’s worden gebruikt… Deze analyses worden gebruikt om de setup verder te verfijnen.”
De invloed van de coureur op de setup van een Formule 1-auto is dus niet beperkt tot de vrije trainingen. Elke ronde, elke bocht en elke reactie telt.
En in 2025, met strengere regels en nieuwe technieken zoals de override-modus, is die samenwerking nog belangrijker geworden.
De regels in 2025 en 2026 leggen de nadruk op aerodynamische beperkingen en nieuwe hulpmiddelen zoals actieve aerodynamica. Dat betekent dat teams en coureurs nóg nauwer moeten samenwerken om het maximale uit de auto te halen.
“Het zal strategisch uitdagender worden voor de coureurs om te bepalen waar en wanneer ze de modus zullen gebruiken.”
De invloed van de coureur op de setup wordt dus alleen maar groter. De marges tussen de topteams zijn klein, en één fout in de afstelling kan het verschil maken tussen poleposition of de derde startrij.
In een tijd waarin kunstmatige intelligentie, simulaties en data-analyse een hoofdrol spelen, blijft de menselijke factor van de coureur cruciaal. Want hoe slim de systemen ook zijn – alleen de man (of vrouw) achter het stuur voelt écht hoe de auto zich gedraagt.