In 2022 leek Alpine op het hoogtepunt van hun potentieel. Met Fernando Alonso, Esteban Ocon en Oscar Piastri beschikten ze over een line-up die zowel ervaring als toekomstig talent vertegenwoordigde.
Alonso had zijn status als wereldkampioen al bewezen, terwijl Piastri zijn indrukwekkende kampioenschappen in de Formule 3 en Formule 2 als visitekaartje had. Ocon, die zijn eerste Grand Prix-overwinning behaalde, was een stabiele kracht binnen het team.
“De situatie waarbij Alonso en Piastri vertrokken, was een direct gevolg van slecht management,” verklaarde een analist.
Ondanks deze sterkte koos Alpine ervoor om alleen Ocon een contractverlenging te geven. Dit leidde tot een situatie waarin zowel Alonso als Piastri buiten de boot vielen. Alonso voelde zich niet gerespecteerd en vertrok naar Aston Martin, terwijl Piastri uit frustratie met Alpine’s besluiteloosheid bij McLaren tekende.
Dit verlies van talent benadrukte een fundamenteel probleem binnen het team.
De vertrekkeuzes van Alonso en Piastri kunnen niet los worden gezien van het chaotische management binnen Alpine. Sinds 2019 heeft het team vier verschillende teambazen gehad. Deze instabiliteit ondermijnt niet alleen het vertrouwen van coureurs, maar maakt ook lange-termijnplanning bijna onmogelijk.
Toen CEO Laurent Rossi in 2022 fouten maakte bij de contractonderhandelingen, versterkte dit het beeld van een team zonder duidelijke strategie.
De opvolgende benoeming van Pierre Gasly werd gezien als een redelijke keuze, maar het voelde meer als een noodoplossing dan een strategische zet. Gasly’s beschikbaarheid kwam op een cruciaal moment, maar hij was nooit de eerste keuze van Alpine. Andere coureurs zoals Daniel Ricciardo, Mick Schumacher en Antonio Giovinazzi werden overwogen, wat de wanhoop van het team aantoonde.
Gevolgen voor talentontwikkeling
De focus van Alpine op eigen talent, zoals Jack Doohan, leek op papier een positieve stap. Echter, de omstandigheden waaronder Doohan zijn kans kreeg, waren allesbehalve ideaal. Met een proefperiode van slechts zes races en constante druk van potentiële vervangers zoals Franco Colapinto, is het duidelijk dat Alpine geen vertrouwen heeft in hun eigen keuzes.
“Het is bijna onmogelijk om te presteren wanneer je weet dat je elk moment vervangen kunt worden,” aldus een insider.
Deze aanpak ondermijnt niet alleen het moreel van de coureurs, maar creëert ook een giftige werkomgeving waarin niemand zich veilig voelt.
Alpine’s geschiedenis met coureurs toont aan dat er structurele problemen zijn. Daniel Ricciardo vertrok na slechts twee seizoenen, terwijl Alonso herhaaldelijk zijn onvrede uitte over de interne besluitvorming.
“Als zelfs een minder competitief team aantrekkelijker is, zegt dat alles over de reputatie van Alpine,” merkte een analist op.
Zelfs Carlos Sainz koos ervoor om een aanbod van Alpine te weigeren en bij Williams te tekenen, ondanks de minder competitieve staat van dat team. Dit laat zien hoe coureurs Alpine niet meer zien als een aantrekkelijke optie.
Huidige situatie en toekomst
Met een line-up bestaande uit Gasly en Doohan is het niveau van Alpine drastisch gedaald in vergelijking met enkele jaren geleden. Het vertrek van grote namen en het gebrek aan vertrouwen in nieuwe talenten onderstrepen de neerwaartse spiraal waarin het team zich bevindt.
Het feit dat Alpine ooit in staat was om wereldkampioenen en veelbelovende talenten aan te trekken, lijkt nu ver weg. Dit is geen kwestie van pech, maar een direct gevolg van structureel falen binnen het management. Chaos in management leidt tot verliezen:
- 2022: Verlies van Alonso en Piastri na slechte contractonderhandelingen.
- 2023: Benoeming van Gasly als “noodoplossing” in een chaotische line-up.
- 2024: Doohan begint zijn debuut onder zware druk en zonder volledig vertrouwen van het team.
Deze situaties, gevoed door slechte besluitvorming, tonen aan hoe Alpine hun eigen potentieel vernietigt.