Lando Norris heeft met een indrukwekkende ronde van 1:21.012 de sprintkwalificatie in Qatar gedomineerd. Hiermee zette hij McLaren in een uitstekende positie in de strijd om het constructeurskampioenschap.
Na een teleurstellend weekend in Las Vegas, waar hij zijn kans op de coureurstitel verloor aan Max Verstappen, toonde Norris veerkracht onder de lichten van het Lusail International Circuit.
Segment | Snelste tijd | Coureur | Team |
---|---|---|---|
SQ1 | 1:22.021 | Norris & Russell | McLaren |
SQ2 | 1:22.231 | Norris | McLaren |
SQ3 | 1:21.012 | Norris | McLaren |
Norris versloeg Mercedes-coureur George Russell met slechts 0,063 seconden. Teamgenoot Oscar Piastri, die vorig jaar in Qatar de sprintrace won, eindigde als derde. McLaren lijkt met deze prestaties zijn sterke vorm van het seizoen te onderstrepen.
“Het is zwaar. Het is zo snel hier. In het laatste gedeelte van het circuit voelt het alsof je alleen maar probeert vast te houden,” zei Norris na de sessie.
Strijd om het constructeurskampioenschap: cijfers en feiten
McLaren leidt momenteel het constructeurskampioenschap met 608 punten, 24 punten meer dan Ferrari, die op 584 punten staat. Deze voorsprong geeft McLaren een strategisch voordeel met nog slechts twee Grands Prix te gaan, inclusief de sprintrace.
Stand constructeurskampioenschap na sprintkwalificatie Qatar GP:
Team | Punten |
---|---|
McLaren | 608 |
Ferrari | 584 |
Mercedes | 540 |
De kwalificatieresultaten laten zien dat McLaren momenteel een voorsprong heeft op zowel Ferrari als Mercedes, terwijl Red Bull door een tegenvallende prestatie van Sergio Pérez nauwelijks invloed heeft op het constructeursklassement.
De Ferrari’s van Carlos Sainz en Charles Leclerc kwalificeerden zich als vierde en vijfde. Hoewel deze resultaten solide zijn, lijken ze niet genoeg om McLaren in te halen in de titelstrijd. Max Verstappen eindigde als zesde, gevolgd door Lewis Hamilton in de tweede Mercedes op P7.
Deze posities tonen de consistentie van de topteams, maar benadrukken ook dat McLaren een duidelijk voordeel heeft in deze fase van het seizoen.
Het verschil in prestaties werd verder zichtbaar in de lagere regionen van de top tien. Pierre Gasly eindigde als achtste voor Alpine, gevolgd door Nico Hülkenberg van Haas en Liam Lawson in de tweede Red Bull.
Strategieën en bandenkeuze tijdens de kwalificatie
Tijdens de sprintkwalificatie werd gebruikgemaakt van medium compound banden in de eerste twee segmenten (SQ1 en SQ2). Bij de laatste shootout schakelden de teams over op de zachte band. Deze keuze bleek cruciaal, aangezien Norris in SQ3 een ronde van 1:21.012 reed, waarmee hij de snelste tijd noteerde.
- SQ1 en SQ2: Alle auto’s reden op medium banden.
- SQ3: Overschakelen naar soft banden voor maximale prestaties.
- Invloed temperatuur: De daling in temperatuur (19°C lucht, 22°C asfalt) speelde een belangrijke rol in het verhogen van de grip.
De veranderende omstandigheden maakten het voor coureurs uitdagend om het maximale uit hun auto te halen, vooral in de slotfase van de kwalificatie.
Voor Sergio Pérez was de kwalificatie opnieuw een teleurstelling. De Red Bull-coureur werd al in SQ1 geëlimineerd, samen met teamgenoot Yuki Tsunoda, Esteban Ocon van Alpine, Zhou Guanyu van Sauber en Franco Colapinto van Williams. In SQ2 waren Fernando Alonso, Alexander Albon, Valtteri Bottas, Lance Stroll en Kevin Magnussen de afvallers.
Het gebrek aan snelheid bij Pérez benadrukt de afhankelijkheid van Red Bull van Verstappen, die ondanks een P6-positie niet in staat was om Norris of de Ferrari’s te bedreigen.
Tijdens SQ1 kwamen vrijwel alle teams onder de loep van de wedstrijdleiding vanwege te langzaam rijden. Coureurs zochten actief naar een tow, wat leidde tot situaties waarin het verkeer op het circuit werd opgehouden.
Dit probleem werd vooral zichtbaar in de laatste minuten van SQ1, toen Norris en Russell exact dezelfde tijd reden van 1:22.021, wat een zeldzaam moment van gelijke prestaties opleverde.
In het laatste kwalificatiedeel liet McLaren opnieuw zijn dominantie zien. Leclerc zette een vroege richttijd neer van 1:21.706, maar deze werd al snel verbeterd door Norris en Piastri. De tijd van Norris (1:21.012) was meer dan vier tienden sneller dan Sainz en zes tienden sneller dan Russell.