Het Circuit de Barcelona-Catalunya, sinds 1991 de thuisbasis van de Spaanse Grand Prix, staat mogelijk voor grote veranderingen. In 2023 werd duidelijk dat Madrid de hosting van de Spaanse GP zou overnemen vanaf 2026. Dit betekent echter niet het einde voor Barcelona in de Formule 1. Er zijn gesprekken gaande over de mogelijkheid van een tweede race in Spanje, iets wat in het verleden al eerder is voorgekomen. Zo was er de Europese GP in Jerez (1994 en 1997) en Valencia (2008 tot 2012). De uitdaging ligt in het vinden van ruimte op de steeds voller wordende kalender, aangezien meer locaties langdurige contracten aangaan.
Madrid’s nieuwe rol en de impact op Barcelona
Stefano Domenicali, de CEO van Formule 1, benadrukt dat de komst van Madrid niet uitsluit dat Barcelona in de toekomst nog steeds een rol kan spelen. De discussies over het verlengen van de samenwerking met Barcelona, waarmee een goede relatie bestaat, zijn in volle gang. Domenicali wijst ook op de groeiende interesse in Formule 1 in Spanje, mede dankzij de aanwezigheid van Spaanse coureurs zoals Fernando Alonso en Carlos Sainz. De recente deal met de Spaanse omroep DAZN, die loopt tot minstens eind 2026, onderstreept deze interesse.
De gezondheid van de Formule 1 en uitbreiding in Europa
De push voor een race in Madrid weerspiegelt de algehele gezondheid van de Formule 1-serie. Veel potentiële gaststeden tonen interesse om deel uit te maken van een steeds drukker schema. Domenicali erkent dat een high-profile nieuwe locatie in Europa tegen de trend ingaat van uitbreiding in de VS en het Midden-Oosten. Het project in Madrid, dat de komende jaren wordt opgebouwd, houdt rekening met de fans en hun totale ervaring, van reizen tot het evenement zelf. De voorstellen van de promotor waren indrukwekkend en getuigen van een open discussie over wat dit evenement kan betekenen.
Lange termijn visie en contracten
Domenicali benadrukt ook de duur van de deal met Madrid, die loopt tot 2035. Dit is in lijn met de doelstelling van Formule 1 om lange termijn zichtbaarheid en stabiliteit te bieden aan promotors, partners, teams en de sport in het algemeen. In het verleden waren contractverlengingen vaak kort, variërend van twee tot vijf jaar. Nu zijn de nieuwe deals gericht op langere termijnen. Dit biedt zekerheid voor alle betrokken partijen en stelt hen in staat om te plannen en te investeren in de toekomst.