Ex-Caterham teambaas Finbarr O’Connell heeft onthuld dat hij door Bernie Ecclestone, destijds nog CEO van de Formule 1, verbannen werd van de grid van de Grand Prix van Abu Dhabi in 2014. Dit was Caterham’s laatste seizoen in F1, aangezien het team in oktober 2014 failliet ging. Ze waren in 2010 toegetreden tot de sport, samen met Marussia en HRT, waardoor het aantal teams op de grid groeide naar 12. HRT verliet de grid echter al voor het seizoen van 2013 vanwege financiële problemen.
Caterham’s laatste seizoen en financiële strijd
Caterham miste de Grand Prix van de Verenigde Staten en Brazilië in 2014 vanwege financiële moeilijkheden, maar slaagde erin voldoende fondsen te werven om Will Stevens en Kamui Kobayashi op de grid te krijgen bij het Yas Marina Circuit. Stevens voltooide de race, terwijl Kobayashi zich terugtrok in de slotfase. Dit was de laatste keer dat Caterham in F1 te zien was, wat deels de reden is waarom sommige teams zo tegen een 11e team in de paddock zijn. Huidige teams zijn bezorgd dat een nieuw team toetreden tot de sport anderen onder financiële druk zal zetten, wat mogelijk in de toekomst tot ineenstortingen kan leiden.
Ecclestone’s controversiële beslissing
Opmerkelijk genoeg verbood Ecclestone O’Connell van de grid in Abu Dhabi in 2014 omdat hij niet wilde dat de teambaas ging “crowdfunden”. Ecclestone wilde de auto en de race, maar niet de aandacht voor de financiële problemen van het team. Hij controleerde persoonlijk de aanvragen voor iedereen om een pas te krijgen in de paddock en trok enkele van O’Connell’s mensen terug. Hij trok zelfs een van O’Connell’s advocaten terug, met de redenering dat advocaten achter een bureau horen en niet bij een Grand Prix.
Respect voor de ‘Ringmaster’
Ondanks de controversiële acties, had O’Connell respect voor Ecclestone. Hij beschouwde hem als de ‘Ringmaster’ in de circus van de Formule 1. Uiteindelijk kreeg de advocaat toch toestemming om de paddock te betreden. Omdat Ecclestone wilde dat Caterham dat weekend racete, hielp hij met het organiseren van banden en brandstof, waarvoor O’Connell hem eeuwig dankbaar was. Dit verhaal geeft een unieke kijk op de macht en controle die Ecclestone had binnen de Formule 1 en hoe hij zijn invloed gebruikte om de sport te vormen naar zijn visie.