Lewis Hamilton gaf na de kwalificatie openlijk toe dat zijn prestatie simpelweg niet goed genoeg was. Geen excuses, geen verwijzing naar de auto of naar de setup.
Alleen de boodschap dat hij tekortschiet. Die eerlijkheid kwam hard aan bij fans die hem jarenlang op een voetstuk hebben geplaatst.
Waar de meeste coureurs gebruik zouden maken van de ruimte die een interviewer biedt om het falen af te schuiven op technische factoren, deed Hamilton dat bewust niet.
“Het gaat niet om de auto, het ligt aan mij. Ik lever gewoon niet.”
Die uitspraak is een zeldzaam moment van zelfinzicht bij een zevenvoudig wereldkampioen. Hamilton, 40 jaar oud, lijkt zich bewust te zijn van de zwaarte van zijn huidige situatie.
Niet alleen door zijn leeftijd, maar ook door het feit dat hij binnen afzienbare tijd tegenover een jongere, scherpere teamgenoot komt te staan bij Ferrari. En dat terwijl hij bij Mercedes al structureel wordt afgetroefd door George Russell in de kwalificatie.
Deze houding van Hamilton doet denken aan zijn eerdere uitlatingen, waarin hij aangaf dat hij “niet meer snel genoeg is”. Destijds klonken die woorden nog als strategie: als motivatie of als sarcasme verpakt.
Nu klinkt het anders. Nu klinkt het als realisatie. Een moment waarop zelfs de grootste kampioen beseft dat het misschien niet meer lukt.
De historische uitdaging voor Hamilton
Dat Hamilton nog steeds meedoet op het hoogste niveau is indrukwekkend. Maar het streven naar een achtste wereldtitel op deze leeftijd is zeldzaam. Slechts drie coureurs wisten op of boven de 40 nog kampioen te worden:
Coureur | Leeftijd | Jaar | Team |
---|---|---|---|
Giuseppe Farina | 44 | 1950 | Alfa Romeo |
Juan Manuel Fangio | 46 | 1957 | Maserati |
Jack Brabham | 40 | 1966 | Brabham |
Het is dus niet onmogelijk, maar de kans is klein. Zeker in een sport waarin elke duizendste telt, de fysieke belasting hoog is en jonge coureurs constant blijven pushen.
Hamilton vecht niet alleen tegen de tijd, maar ook tegen een generatie die hem in snelheid heeft ingehaald. En dat maakt het gevecht om die achtste titel niet alleen uitzonderlijk lastig, maar bijna onmenselijk.
Hamiltons overstap naar Ferrari leek op papier logisch. Een droomtransfer voor een coureur die altijd al in een rode auto heeft willen rijden. Maar wie naar de timing kijkt, ziet vooral gemiste kansen.
Twee jaar geleden had Charles Leclerc nog last van fouten onder druk. Nu is hij die fase voorbij. Leclerc groeit uit tot de leider van het team, vormt het team naar zijn hand en maakt vrijwel geen fouten meer.
De rolverdeling binnen Ferrari is al aan het verschuiven, en Hamilton stapt daar straks in. Niet als redder van het team, maar als de coureur met een achterstand.
Het verschil met Leclerc in pure snelheid is op dit moment al zichtbaar. En als Hamilton bij Mercedes al moeite heeft om Russell voor te blijven, wat zegt dat over zijn kansen tegen Leclerc in diens eigen territorium?
Daar komt nog bij dat Ferrari op organisatorisch vlak niet stabiel is. Volgens Sky Sports F1 ontbreekt het aan leiding binnen het team. De uitspraak van Luca di Montezemolo spreekt boekdelen:
“Ferrari is een team dat leiderschap mist in bredere zin.” – Luca di Montezemolo
Hamilton komt straks terecht in een omgeving waarin de druk extreem is, het leiderschap versnipperd is en de verwachtingen torenhoog liggen. Geen ideale plek voor een coureur die zoekende is naar zijn vorm.
De mentale last zichtbaar in zijn houding
Wat vooral opvalt is hoe zichtbaar de mentale impact is op Hamilton. In plaats van strijdbare taal te gebruiken of de schuld bij externe factoren te leggen, lijkt hij verslagen.
Zijn radio-bericht tijdens de kwalificatie – “Sorry, jongens” – klonk niet als een standaardbericht. Het klonk als een man die zichzelf verliest in twijfel.
Het interview na afloop bevestigde dat gevoel. Hamilton kreeg de kans om te verwijzen naar upgrades, setups of andere bekende excuses. Maar hij bleef bij zijn punt:
“Het ligt niet aan de auto, het ligt aan mij.”
Deze houding heeft iets tragisch. Het is pijnlijk voor wie Hamilton ooit zag domineren. Voor wie hem met pure snelheid zag winnen.
Voor wie dacht dat hij altijd onverslaanbaar zou zijn. Diezelfde coureur spreekt nu openlijk over onderprestatie. Niet als tactiek, maar als persoonlijke overtuiging.
Leclerc is inmiddels uitgegroeid tot een constante factor binnen Ferrari. Hij rijdt niet alleen snel, maar maakt ook nauwelijks fouten. Dat verschil werd pijnlijk zichtbaar toen Hamilton een overstap aankondigde naar het team dat Leclerc al lang naar zijn hand heeft gezet.
Ferrari is inmiddels Leclercs team. De structuur, de feedbackcycli en zelfs de strategieën lijken te draaien om hem. En dat is geen omgeving waarin Hamilton makkelijk zal binnenkomen.
Zeker niet als hij de vorm mist om direct te imponeren. Als Leclerc de vorm van een ‘super-Saiyan’ begint te benaderen, zoals de originele analyse het omschreef, dan heeft Hamilton straks meer nodig dan ervaring en naam om daar tussen te komen.
De vergelijking is simpel. In 2007 maakte Hamilton bij zijn debuut direct indruk met een gewaagde inhaalactie op Alonso. Dat was zijn moment. Nu lijkt zo’n moment ver weg.