McLaren’s ‘mini DRS’ onderzocht na FIA-verklaring over data-onderzoek

Oscar Piastri’s overwinning tijdens de Grand Prix van Azerbeidzjan betekende niet alleen de vierde overwinning voor McLaren dit seizoen, maar zorgde ook voor flink wat gefronste wenkbrauwen in de paddock. De reden? McLaren’s zogenaamde ‘mini DRS’, een slimme truc met de achtervleugel van de MCL38.

Deze vleugel leek zich op de rechte stukken nét een beetje te kantelen, waardoor er een kleine opening ontstond. Die zorgde voor een flinke snelheidsboost, vergelijkbaar met het gewone DRS-systeem, maar dan in een verkleinde versie.

“Het was alsof McLaren een geheime turbo aan had staan,” grappen sommige analisten na de race.

Deze ‘mini DRS’ verwijst naar een subtiel systeem waarmee McLaren hun auto sneller maakt op rechte stukken, zonder het standaard DRS volledig te activeren. Dit fenomeen werd voor het eerst opgemerkt tijdens de race in Baku.

En hoewel McLaren’s bolides de verplichte FIA-tests hebben doorstaan, is de FIA nu bezig met een diepgaand onderzoek. Ze willen namelijk weten of dit systeem wel binnen de regels valt.

De FIA in actie: Wat is er aan de hand?

Het is niet de eerste keer dat de FIA een technische innovatie onder de loep neemt. Zodra er twijfels ontstaan over een nieuwe vondst, zoals bij McLaren, gaat de FIA standaard over op onderzoek.

In dit geval startte dat toen beelden lieten zien dat de achtervleugel van de MCL38 een klein beetje kantelde bij hoge snelheden. Hoewel McLaren de verplichte flex-tests in de pitstraat glansrijk doorstond, is de FIA toch niet helemaal gerustgesteld.

Ze gaven in een verklaring aan dat ze “extra gegevens en bewijsmateriaal” bekijken om te bepalen of dit systeem legaal is.

“De FIA onderzoekt momenteel gegevens en aanvullend bewijs uit de GP van Baku en overweegt eventuele stappen,” aldus hun officiële reactie.

Met andere woorden: de FIA houdt alle opties open. Als blijkt dat McLaren buiten de lijntjes kleurt, kunnen er zomaar nieuwe regels of striktere controles volgen.

Flexibele vleugels: Een steeds groter probleem

Flexibele vleugels zijn al langer een onderwerp van discussie in de Formule 1. Naarmate het seizoen 2024 vordert, lijken steeds meer teams te experimenteren met flexibele onderdelen.

De FIA heeft tijdens de GP van België zelfs camera’s op willekeurige auto’s geplaatst om te zien hoe de vleugels zich op hoge snelheid gedragen. McLaren heeft daar nu een schepje bovenop gedaan met hun innovatieve achtervleugel.

Het idee van deze flex-vleugels is simpel: ze vervormen een beetje bij hoge snelheden, wat de aerodynamische efficiëntie ten goede komt. Snellere rechte lijn prestaties, dus. Maar… het is ook een grijs gebied.

Het blijft de vraag hoe ver teams kunnen gaan voordat ze buiten de regels treden. McLaren’s ‘mini DRS’ past precies in deze trend. De grote vraag is nu: volgen andere teams dit voorbeeld, of grijpt de FIA in?

Wat onderzoekt de FIA precies?

De FIA analyseert nu alle beschikbare data over McLaren’s achtervleugel en kijkt wat voor aerodynamische voordelen het team eruit haalt. Het is niet de eerste keer dat flexibele onderdelen onder de loep worden genomen.

In het verleden heeft de FIA regels aangescherpt om ervoor te zorgen dat teams niet te ver gaan met dit soort innovaties. De gegevens uit de race in Baku zullen bepalen of McLaren binnen de regels speelt, of dat er toch aanpassingen nodig zijn.

Een aantal belangrijke punten die tijdens het onderzoek waarschijnlijk naar voren komen:

• Snelheid op rechte stukken: Hoeveel voordeel haalde McLaren uit hun ‘mini DRS’ in vergelijking met andere teams?
• Flexibiliteit van de vleugel: Bleef de vervorming binnen de toegestane marges?
• Technische richtlijnen: Moet de FIA de regels rondom flexibele onderdelen aanscherpen?

Als de FIA oordeelt dat McLaren niets verkeerd heeft gedaan, kunnen we verwachten dat andere teams snel zullen proberen om soortgelijke systemen te ontwikkelen. Maar als de FIA ingrijpt, zouden we strengere tests en extra beperkingen kunnen zien voor de rest van het seizoen.

Een krachtmeting tussen de teams

McLaren staat momenteel bovenaan in het constructeurskampioenschap, met een voorsprong van 20 punten op Red Bull. Dit maakt de discussie rond hun ‘mini DRS’ systeem alleen maar belangrijker.

De overwinning in Baku was bovendien historisch voor het team: voor het eerst sinds maart 2014 staan ze weer bovenaan. Hun succes is natuurlijk deels te danken aan de geweldige rijvaardigheid van Oscar Piastri, maar ook aan de technische innovaties die ze in hun auto’s verwerken.

McLaren’s succes in Baku heeft ongetwijfeld een nieuwe discussie aangewakkerd over de grenzen van innovatie in de Formule 1. Terwijl de FIA doorgaat met hun onderzoek, blijft het de vraag of McLaren hun voorsprong kan vasthouden of dat ze straks beperkt worden door nieuwe regels.