In 2026 worden nieuwe motoren geïntroduceerd die de balans tussen elektrische en verbrandingsenergie flink gaan veranderen. Het elektrische vermogen van de batterij gaat omhoog van 120 kW naar maar liefst 350 kW, wat neerkomt op een toename van bijna 300%.
Tegelijkertijd zakt de kracht van de verbrandingsmotor van 550-560 kW naar 400 kW. Dit resulteert in een perfecte 50-50 verdeling tussen elektrisch en thermisch vermogen.
Met deze aanpassing wordt de sport een stuk duurzamer zonder in te boeten op de prestaties waar fans zo van houden. Bovendien draaien de nieuwe motoren op 100% duurzame brandstof, wat een belangrijke stap is in de richting van de FIA-doelstelling om tegen 2030 koolstofneutraal te zijn.
“De regels van 2026 zijn in lijn met het FIA-doel om tegen 2030 koolstofneutraal te zijn,” aldus een verklaring van de FIA.
Deze grote veranderingen in de motortechnologie zijn bedoeld om de sport relevanter te maken voor de auto-industrie en nieuwe fabrikanten aan te trekken.
We zien al toezeggingen van bestaande leveranciers zoals Ferrari, Mercedes en Renault, de terugkeer van Honda, en zelfs de komst van twee nieuwe fabrikanten: Audi en Red Bull Ford Powertrains.
Nieuwe generatie Formule 1-motoren
De nieuwe generatie motoren die in 2026 hun intrede zal doen, brengt een aantal belangrijke wijzigingen met zich mee. Een opvallende verandering is dat de MGU-H (Motor Generator Unit – Heat) zal verdwijnen.
Dit onderdeel, dat energie terugwint uit de uitlaatgassen, wordt geschrapt om de motoren eenvoudiger en kostenefficiënter te maken. Hierdoor worden de motoren goedkoper om te produceren en aantrekkelijker voor nieuwe fabrikanten die zich willen aansluiten bij de Formule 1.
Aspect | Huidige Motoren | 2026 Motoren |
---|---|---|
Verbrandingsmotor | 550-560 kW | 400 kW |
Elektrisch vermogen | 120 kW | 350 kW |
Energieterugwinning | 4,25 MJ/ronde | 8,5 MJ/ronde |
Brandstof | Gedeeltelijk duurzaam | 100% duurzaam |
Inhaalondersteuning | DRS | Override-modus |
Ondanks het verdwijnen van de MGU-H, zal het totale vermogen van de motoren toenemen. De batterij-component groeit van 120 kW naar 350 kW, wat die daling in vermogen van de verbrandingsmotor ruimschoots compenseert. Bovendien leggen de nieuwe motoren meer nadruk op het terugwinnen van energie tijdens het remmen.
De mogelijkheid om energie terug te winnen tijdens het remmen wordt verdubbeld, wat resulteert in een terugwinbare energie van 8,5 MJ per ronde. Dit bevordert niet alleen de efficiëntie van de auto’s, maar biedt ook nieuwe strategische mogelijkheden voor teams en coureurs.
De rol van hybride technologie
De evolutie van hybride technologie in de Formule 1 zet zich voort met deze nieuwe motoren. De verdeling tussen elektrisch en thermisch vermogen wordt gelijk: 50% komt van elektrische componenten en 50% van de verbrandingsmotor.
Dit is een grote verschuiving ten opzichte van de huidige situatie waarin de verbrandingsmotor nog dominant is. Deze verandering weerspiegelt niet alleen de technologische vooruitgang in de autosport, maar ook de bredere trend richting elektrificatie in de auto-industrie.
Met deze toegenomen rol van elektrische energie komen nieuwe uitdagingen en kansen voor teams en coureurs. Het management van de elektrische energie wordt cruciaal voor de racetactieken. Coureurs moeten leren hoe ze het beste gebruik kunnen maken van de verhoogde elektrische output, terwijl ze ook efficiënt met de energiereserves omgaan.
Een interessante toevoeging is de ‘Manual Override-modus’, waarmee coureurs tijdelijk extra vermogen kunnen aanspreken. Dit zorgt voor meer inhaalmogelijkheden en spannendere races en vervangt het huidige DRS-systeem, wat door velen als een natuurlijkere en uitdagendere manier wordt gezien om inhaalacties te bevorderen.
Component | Huidig vermogen | Vermogen vanaf 2026 | Verandering |
---|---|---|---|
Verbrandingsmotor | 550-560 kW | 400 kW | -27% |
Elektrisch (batterij) | 120 kW | 350 kW | +192% |
Totaal vermogen | 670-680 kW | 750 kW | +10% |
De introductie van duurzame brandstoffen
De overstap naar duurzame brandstoffen is een van de grootste veranderingen in de nieuwe motorreglementen van de Formule 1. Vanaf 2026 draaien alle F1-auto’s op 100% duurzame brandstof, wat een enorme stap vooruit is voor de duurzaamheidsambities van de sport.
Deze duurzame brandstof is ‘drop-in’, wat betekent dat het in principe in elk voertuig met een verbrandingsmotor kan worden gebruikt. Dit biedt mogelijkheden voor oplossingen om broeikasgasemissies in de transportsector te verminderen.
Auto | Batterijvermogen | Snelheid |
---|---|---|
Leidende auto | Afnemend vanaf 290 km/u | Nulpunt bij 355 km/u |
Achtervolgende auto | 350 kW | Tot 337 km/u |
Met wereldwijd naar verwachting 1,2 miljard voertuigen met verbrandingsmotoren in 2030, kan de brandstof die voor de Formule 1 is ontwikkeld, een grote impact hebben op de uitstoot in de bredere auto-industrie. De introductie van duurzame brandstoffen gaat hand in hand met de elektrificatie van de motoren.
Deze combinatie stelt de Formule 1 in staat om haar prestaties te behouden en zelfs te verbeteren, terwijl ze tegelijkertijd een belangrijke stap zet richting duurzaamheid.
“Vanaf 2026 zullen powerunits draaien op volledig duurzame brandstof,” bevestigt de FIA in haar aankondiging van de nieuwe reglementen.
De nieuwe motoren en duurzame brandstoffen zullen een aanzienlijke impact hebben op de prestaties en strategieën van teams in de Formule 1. De veranderingen dwingen teams om opnieuw te kijken naar de ontwerpeisen en hun raceaanpak.
Met de ‘Manual Override-modus’ kunnen coureurs tijdelijk extra vermogen aanspreken, wat leidt tot uitdagendere inhaalacties. Terwijl het batterijvermogen van de leidende auto afneemt bij hogere snelheden, kan de achtervolgende auto profiteren van deze nieuwe functie.
De focus op elektrisch vermogen zal ook nieuwe strategische overwegingen met zich meebrengen. Teams moeten leren om de verhoogde elektrische output optimaal te benutten en efficiënt met energiereserves om te gaan.
De impact van nieuwe regels op kosten en ontwikkeling
De nieuwe motorreglementen zijn niet alleen gericht op prestaties en duurzaamheid, maar ook op kostenbeheersing en een gelijker speelveld voor teams en fabrikanten. De vereenvoudiging van de motoren door het verwijderen van de MGU-H maakt ze niet alleen goedkoper, maar ook aantrekkelijker voor nieuwe fabrikanten zoals Audi en de terugkeer van Ford in samenwerking met Red Bull.
Bovendien zijn de regels ontworpen om de prestatieverschillen tussen verschillende motorfabrikanten te verkleinen. Door limieten te stellen aan aspecten zoals brandstof massastroom en compressieverhouding, wordt het moeilijker om een groot voordeel te behalen door simpelweg meer geld uit te geven aan ontwikkeling.
Tegelijkertijd blijft er ruimte voor innovatie, vooral op het gebied van elektrificatie en duurzame brandstoffen. Dit zorgt ervoor dat de Formule 1 relevant blijft voor de auto-industrie en als platform voor technologische vooruitgang functioneert.
“De regels zijn ontworpen om nieuwe fabrikanten aan te trekken tot de sport, wat heeft geleid tot toezeggingen van bestaande leveranciers zoals Ferrari, Mercedes en Renault, de terugkeer van Honda als fabrikant én de komst van twee nieuwe fabrikanten: Audi en Red Bull Ford Powertrains.”
Deze balans tussen kostenbeheersing en innovatie is cruciaal voor de levensvatbaarheid van de sport. Door de barrières voor toetreding te verlagen en tegelijkertijd ruimte te laten voor technologische vooruitgang, hoopt de Formule 1 een gezonde en competitieve toekomst te waarborgen.