De Saoedi-Arabische Grand Prix bracht een pijnlijk nieuw record voor Lance Stroll. Zijn vroege uitschakeling in Q1 betekende de 75e Q1-exit van zijn carrière, het hoogste aantal in de geschiedenis van de Formule 1.
Tegelijkertijd bleef teamgenoot Fernando Alonso voor de vijfde race op rij zonder punten.
“P11 is de slechtste plek waarop je kunt eindigen, verklaarde Alonso. We waren gewoon niet snel genoeg.”
De Spanjaard erkende dat zijn positie slechts te danken was aan incidenten voor hem in de eerste ronde. Zonder die botsing tussen Yuki Tsunoda en Pierre Gasly, en de straf van Liam Lawson, zou hij P14 zijn geworden.
Daarmee gaf Alonso ruiterlijk toe dat de AMR25 tekortkomt op alle fronten. De uitspraken laten weinig ruimte voor interpretatie: Aston Martin heeft een probleem dat niet langer te negeren valt.
Interne druk en crisissfeer in Silverstone
Binnen het team neemt de onrust toe. Lawrence Stroll is berucht om zijn scherpe aanpak bij tegenvallende resultaten.
Volgens bronnen binnen de fabriek worden de technische meetings na slechte weekenden als ‘bruut’ ervaren. Hooggeplaatste medewerkers worden geacht verantwoording af te leggen en meteen oplossingen aan te dragen.
“We kijken terug op de afgelopen races en we weten: er zit meer in deze auto, zei teambaas Andy Cowell. Maar het is niet genoeg om te winnen.”
De feiten zijn hard. Slechts één keer dit seizoen haalde een Aston Martin-coureur Q3, nota bene Stroll in de sprintrace in China.
Het team is afgezakt naar de onderste regionen van het middenveld, ver verwijderd van de podiumplaatsen die vorig jaar nog in zicht waren.
Wat het extra pijnlijk maakt, is de enorme investering die Aston Martin de afgelopen jaren heeft gedaan. De fabriek in Silverstone behoort inmiddels tot de modernste in de sport.
Er zijn tientallen topmensen weggehaald bij concurrenten als Red Bull en Mercedes. Maar ondanks al die middelen is het resultaat ver onder de maat.
Het contrast met teams als Alpine of Racing Bulls is duidelijk. Die teams hebben minder middelen en minder ambities. Aston Martin wil daarentegen strijden om titels en heeft daarvoor ook de structuur opgebouwd.
Wanneer de prestaties dan achterblijven, is de teleurstelling intern des te groter.
“Die appels van vorig jaar zijn gevallen en aan het rotten,” klonk het cynisch tijdens een van de evaluaties.
De huidige auto lijkt onbruikbaar als opstap naar betere prestaties, wat de druk op het 2026-project verder vergroot.
Alle hoop op 2026, maar tegen welke prijs?
Het team heeft besloten het seizoen grotendeels los te laten. Ontwikkeling van de AMR25 wordt beperkt tot het noodzakelijke.
De volledige focus ligt op 2026, wanneer nieuwe technische regels én een nieuwe powerunitconfiguratie in werking treden. Volgens Cowell is Adrian Newey al volledig bezig met het ontwerp voor dat seizoen.
“100% van Adrians tijd gaat naar 2026,” bevestigde Cowell voor de race in Jeddah.
Dat betekent dat het huidige seizoen mogelijk volledig wordt opgeofferd. Hoewel logisch vanuit toekomstperspectief, bestaat het risico dat Aston Martin hiermee niet alleen achterop raakt, maar ook zijn aantrekkelijkheid als topteam verliest.
Een cruciale factor hierin is de mogelijke komst van Max Verstappen. Volgens Italiaanse media overweegt het team een contractaanbieding van 300 miljoen dollar voor drie jaar, gefinancierd door het Saoedische investeringsfonds dat al 20,5% van het team bezit.
De verleiding voor Verstappen zou groot kunnen zijn. Maar hij heeft keer op keer benadrukt dat hij vooral wil racen om te winnen.
Met de huidige vorm van Aston Martin is dat nauwelijks geloofwaardig. Zelfs met Newey als troef is het onzeker of één man het tij kan keren.
“Max wil winnen, niet gokken op een project dat op wankele benen staat,” luidt het oordeel in de paddock.
Bovendien zou een deal met het Saoedische fonds betekenen dat de familie Stroll mogelijk haar invloed verliest. Alleen dan zou de deur voor Verstappen echt opengaan, want Lance Stroll zou dan zonder obstakel kunnen worden vervangen.
Intussen moet Aston Martin laveren tussen lange termijn en korte termijn. De keuze voor 2026 is strategisch verdedigbaar, maar zorgt nu voor leegte op de baan.
Geen punten, geen zichtbare progressie, en een groeiende kloof met de concurrentie. Het gevaar is dat dit niet alleen Verstappen afschrikt, maar ook het moreel binnen het team aantast.
De komende maanden zijn dus bepalend. Niet voor het kampioenschap van 2025, maar voor de geloofwaardigheid van het hele project.