Charles Leclerc stond op het podium in Oostenrijk, maar echt vieren deed hij het niet. De Monegask moest het hele weekend omgaan met beperkingen die zijn snelheid fnuikten. Een opgelegde lift-and-coast-strategie van Ferrari maakte zijn race een eenzame, frustrerende rit — ondanks een derde plek als eindresultaat.
Vanaf de eerste bocht wist Leclerc al dat het lastig zou worden. Oscar Piastri verschalkte hem bij de start en daarna reed hij de rest van de race grotendeels alleen, ver verwijderd van de strijd vooraan.
Wat de situatie extra pijnlijk maakte, was dat Ferrari hem instrueerde om gedurende de race continu vroeg van het gas te gaan. Niet voor brandstof of remmen, maar om de slijtage aan de plank onder de auto onder controle te houden.
Ferrari koos voor deze strategie om een herhaling van het debacle in China te voorkomen. Daar werden beide auto’s uit de uitslag geschrapt vanwege overmatige plankslijtage. Sindsdien rijdt het team op eieren.
In Oostenrijk werd dat opnieuw pijnlijk duidelijk, want Leclerc moest zijn tempo temperen — precies op het moment dat hij in vorm leek.
“Ik wil het geen probleem noemen, maar het was wel frustrerend,” aldus Charles Leclerc na afloop. “Ik moest continu lift and coast toepassen, zeker in de eerste stint, en dat hielp niet met de balans van de auto.”
De coureur benadrukte dat deze beperking hem niet alleen snelheid kostte, maar ook het rijgevoel aantastte. Hij kon niet vol vertrouwen insturen of aanzetten uit bochten. Zeker in het begin van de race voelde het volgens hem als overleven.
Eenzame rit zonder echte gevechten
Leclerc klaagde over het gebrek aan spanning of hoogtepunten in zijn race. Na de openingsfase kon hij niemand meer aanvallen of verdedigen. De lift-and-coast-tactiek maakte het onmogelijk om het gat naar Piastri te dichten, laat staan Lando Norris vooraan uit te dagen.
“Het was een hele saaie race. Vanaf bocht 1 reed ik alleen maar op mezelf, met het oog op het managen van onze situatie. Dat is frustrerend, want je wil vechten, niet sparen.”
Hoewel hij het team niet afviel, liet Leclerc duidelijk merken dat deze manier van racen haaks staat op zijn instincten als coureur. Hij reed het grootste deel van de race zonder echte tegenstand, met alleen de betrouwbaarheid van de auto als focus.
Toch was er ook een lichtpunt. Ferrari bracht een nieuwe vloer mee naar de Red Bull Ring, en Leclerc erkende dat deze upgrade een merkbaar verschil maakte. Zonder de nieuwe onderdelen had een podiumplek er waarschijnlijk niet ingezeten. Maar structurele vooruitgang? Die laat nog op zich wachten.
“De nieuwe vloer was zeker een stap vooruit,” zei Leclerc. “Dat heeft ons geholpen om op het podium te komen. Maar er is meer nodig als we echt willen meedoen met McLaren of Red Bull op hun goede dagen.”
De coureur prees het team voor het harde werk om de update op tijd af te krijgen. Tegelijkertijd wees hij erop dat Ferrari nog lang niet klaar is. Meer upgrades zijn nodig — en snel ook — om niet verder achterop te raken.
Systeemfout bij Ferrari
De plankproblematiek is niet nieuw. Na de dubbele diskwalificatie in China heeft Ferrari er alles aan gedaan om herhaling te voorkomen. Maar dat gaat ten koste van de prestaties.
Volgens Sky F1-analist Ted Kravitz ging het in Oostenrijk niet om brandstofbesparing of rembeheer, maar puur om het fysieke behoud van de skid blocks.
Dat roept vragen op over het chassis en het ontwerp van de SF-25. Als de auto niet hard mag over de kerbstones of door snelle bochten mag denderen zonder risico op diskwalificatie, dan is er mogelijk iets structureel mis.
Ferrari moet een balans vinden tussen prestaties en betrouwbaarheid, anders blijven races als deze zich herhalen. Ondanks de frustraties blijft Leclerc strijdbaar. Hij ziet dat Ferrari stappen zet, ook al zijn ze nog klein.
De podiumplek in Oostenrijk is het bewijs dat de upgrades werken. Maar zolang de plankslijtage blijft opspelen, blijft de SF-25 een auto die je niet voluit mag rijden. En dat is, zeker voor een coureur als Leclerc, het grootste probleem van allemaal.