Nigel Mansell zakte ineen bij het duwen van zijn auto over de finishlijn in Dallas (1984). Tegenwoordig zou dat niet eens meer mogen. In de moderne Formule 1 is het duwen van je eigen auto op het circuit niet alleen ongebruikelijk, het is ook verboden. De regels zijn duidelijk en streng. Maar hoe zit het precies – en zijn er nog uitzonderingen?
De regels van de FIA in 2025 en 2026 laten weinig ruimte voor twijfel. Zodra een coureur uitstapt op het circuit, wordt dit gezien als een directe opgave.
Of de auto het nu nog doet of niet, terug in de auto stappen en weer meedoen is geen optie meer. Zelfs als hij wil proberen de auto op gang te duwen, mag dat niet.
Alleen in de pitstraat geldt een uitzondering. Daar mag een coureur zijn auto wel duwen, maar alleen onder strikte voorwaarden. Zolang hij geen hulp krijgt van marshals of monteurs, is het toegestaan.
Zodra iemand anders helpt – zelfs met de beste bedoelingen – geldt het als hulp van buitenaf, en is de race definitief voorbij. De officiële regeltekst vat het kort samen:
“Uitstappen is direct stoppen. Op de baan ja, in de pitstraat nee.”
De reden voor deze strenge regel? Veiligheid staat voorop. Een coureur die midden op de baan zijn auto probeert te duwen, vormt een gevaar voor zichzelf én voor anderen. Daarnaast wil de FIA geen ruimte laten voor verwarring of oneerlijk voordeel.
Uitzonderingen in de pitstraat
In de pitstraat mogen coureurs dus nog wel iets proberen, maar alleen als ze het helemaal zelf doen. Een voorbeeld: als een auto uitvalt net voor de pit entry, mag de coureur uitstappen en zelf de auto naar binnen duwen. Dat mag alleen zolang niemand anders een vinger uitsteekt om te helpen.
Zodra een marshal of monteur de auto aanraakt, wordt dat gezien als externe hulp. De raceleiding noteert dan een officiële opgave. Die regel is zelfs onderwerp van discussie geweest onder F1-insiders:
“Beeld ik het me in of heb ik gehoord dat zodra een marshal je auto aanraakt, je officieel uit de roulatie bent? Of zoiets? Dus je moet ze van je afslaan.”

Kortom: zelf duwen mag, maar raak vooral niemand anders aan onderweg. Marshals spelen een cruciale rol in de veiligheid op het circuit. Maar ook zij mogen niet zomaar helpen als een coureur stilvalt.
Ze mogen pas het circuit op als de raceleiding daar expliciet toestemming voor geeft. Dat beleid is aangescherpt na incidenten zoals in Monaco, waar marshals te vroeg het asfalt op liepen.
Sergio Perez na Monaco: “Het was een zeer ernstige zaak. We moeten het opnieuw bekijken voor de veiligheid van de marshals en de coureurs.”
Als een auto op een gevaarlijke plek tot stilstand komt, zoals in de grindbak of midden op de baan, mogen marshals de auto wél verplaatsen – puur om gevaar weg te nemen. Maar dat betekent niet dat de coureur weer verder mag rijden. Zodra hij hulp heeft gekregen, is zijn race voorbij.
Vroeger kon het allemaal wél
In de jaren 50 en 60 zagen we iconische beelden van coureurs die hun auto eigenhandig over de finishlijn duwden. In die tijd mocht dat nog – en soms leverde het zelfs punten op. Een paar opvallende voorbeelden:
Coureur | Jaar | Wat gebeurde er? |
---|---|---|
Nigel Mansell | 1984 (Dallas) | Probeerde te finishen, viel neer van uitputting |
Andrea de Cesaris | 1991 (Mexico) | Duwde zijn auto, werd vierde, maar finishte niet officieel |
Diverse coureurs | 1950–1960 | Duwden auto’s over de finish en kregen punten |
In 1961 kwam daar een einde aan. De FIA voerde strengere regels in die zulke taferelen verboden. Sindsdien is duwen op het circuit altijd reden voor diskwalificatie, behalve in de pitstraat onder strikte voorwaarden.
Kort gezegd: het beeld van een F1-coureur die zijn auto naar de finish sleept, is verleden tijd. Wat vroeger heroïek was, is nu een regeloverschrijding. En dat heeft alles te maken met veiligheid, duidelijkheid en gelijke kansen voor iedereen op de grid.