De bom onder Ferrari dreigt te ontploffen. Charles Leclerc, jarenlang het boegbeeld van het Italiaanse team, lijkt niet langer blind trouw aan het rood.
Wat begon als fluisterende geruchten is uitgegroeid tot harde aanwijzingen dat de Monegask zijn opties openhoudt en zelfs al gesprekken heeft gevoerd met concurrenten.
Leclerc was ooit de jongste hoopvolle coureur die zijn droom waarmaakte door in de Ferrari SF90 te stappen. Hij wilde in de voetsporen treden van grootheden als Michael Schumacher en Niki Lauda.
Zeven seizoenen later staan er slechts twee overwinningen en zeven polepositions op zijn naam. Het harde oordeel: Ferrari leverde hem nooit een auto waarmee hij serieus om het wereldkampioenschap kon strijden.
Voor een coureur van zijn kaliber is dat frustrerend. Hij heeft keer op keer laten zien dat hij snel genoeg is, maar ziet andere coureurs feestvieren met titels terwijl hij genoegen moet nemen met kruimels.
Zijn geduld is bewonderenswaardig geweest, maar ook eindig. Leclerc is dertig, in de bloei van zijn carrière. En hij weet dat de klok tikt.
Geheime ontmoetingen tijdens de zomerstop
De geruchten kregen vleugels toen er foto’s opdoken van Leclerc en zijn manager Nicolas Todt, samen met vertegenwoordigers van Aston Martin. Het gebeurde niet bij toeval in een restaurant of een borrel.
Het ging om zakelijke gesprekken. En in de Formule 1 betekent dat meestal maar één ding: er worden serieus toekomstplannen besproken. Maar Aston Martin was niet de enige optie op tafel.
Tijdens het weekend van de Grand Prix van Italië zou Todt ook in gesprek zijn gegaan met McLaren, met niemand minder dan teambaas Andrea Stella en CEO Alessandro Alunni Bravi.
Onderwerpen waren mogelijke contractconstructies en de ruimte voor samenwerking als Leclerc ooit vrij zou komen.
Daar bleef het niet bij. Volgens bronnen ontmoette Leclerc zelfs Toto Wolff op Capri, waar toevallig ook Max Verstappen aanwezig was. Een toevalstreffer? In de Formule 1 bestaan toeval en spontane ontmoetingen nauwelijks.
Aston Martin staat bekend om zijn enorme investeringen in faciliteiten en personeel. Met de komst van toptalent als Adrian Newey en een splinternieuwe fabriek in Silverstone positioneert Lawrence Stroll zijn team als toekomstige kampioenskandidaat.
Een coureur als Leclerc zou daar perfect bij passen. McLaren heeft inmiddels bewezen dat ze winnende auto’s kunnen bouwen. De recente resultaten tonen dat ze in staat zijn om op beslissende momenten te leveren.
Voor Leclerc, die jaren heeft gewacht op een competitieve Ferrari, kan dit aantrekkelijk zijn. Mercedes biedt een ander soort zekerheid. Het team heeft meer titels gewonnen dan wie dan ook in het hybride-tijdperk.
Ondanks hun huidige wederopbouw beschikken ze over ongeëvenaarde kennis en infrastructuur. Een overstap naar Brackley zou Leclerc de beste kans geven om alsnog die felbegeerde titel binnen te halen.
Contract tot 2029, maar met haken en ogen
Officieel ligt Leclerc tot 2029 vast bij Ferrari. Maar in de Formule 1 zijn contracten vaak voorzien van clausules en ontsnappingsroutes.
Dat er nu al gesprekken plaatsvinden, wijst erop dat Leclerc óf meer ruimte heeft in zijn deal dan gedacht, óf dat hij zich alvast voorbereidt op een exit over enkele jaren.
De timing is veelzeggend. In 2026 veranderen de technische regels volledig, met mogelijk een herschikking van de hele grid. Ferrari kan dan de aansluiting verliezen, of juist eindelijk de sprong maken.
Voor Leclerc wordt het een kwestie van berekenen: nog langer wachten op Ferrari, of nu zijn toekomst veiligstellen bij een team dat sneller levert.
Voor Ferrari zou een vertrek van Leclerc rampzalig zijn. Hij is niet alleen hun snelste coureur, maar ook hét marketinggezicht van de Scuderia.
Samen met Carlos Sainz vormt hij een sterk duo, maar het team heeft al jaren te maken met strategische fouten, betrouwbaarheidsproblemen en verkeerde ontwikkelingskeuzes.
De druk om eindelijk weer een kampioenschapswaardige auto te bouwen is groter dan ooit. Want als Leclerc vertrekt, blijft er een leegte achter die niet snel kan worden gevuld.
“Mijn loyaliteit heeft grenzen,” zei Leclerc volgens een insider tijdens een besloten gesprek met zijn management.
Die woorden hangen nu als een zwaard van Damocles boven Maranello. Wat deze situatie extra spannend maakt, is dat de 2026-regels de hele volgorde in de Formule 1 op zijn kop kunnen zetten. Een team dat nu worstelt kan plots domineren, terwijl een topteam naar achteren kan zakken.
Voor Leclerc zijn de gesprekken met Aston Martin, McLaren en Mercedes dus geen roekeloze gok, maar een strategische verzekering. Als Ferrari er opnieuw niet in slaagt hem een kampioensauto te geven, dan heeft hij in ieder geval alternatieven.
Voor de betrokken teams is de inzet niet minder groot. Een coureur van Leclercs niveau kan precies datgene zijn wat hen ontbreekt om de titel te grijpen. Voor Ferrari kan zijn vertrek juist betekenen dat ze nóg verder wegzakken.
De gesprekken zijn begonnen, de eerste waarschuwingen zijn afgegeven. En de vraag is niet meer of Leclerc aan vertrekken denkt, maar of Ferrari hem nog kan overtuigen te blijven.