In Monza werd duidelijk dat de verschillen tussen Verstappen en Norris groter zijn dan velen willen toegeven. Waar Norris momenten van briljantie liet zien, benadrukte Verstappen hoe dun de scheidslijn is tussen een kleine correctie en een kostbare fout.
Het contrast tussen de twee coureurs werd pijnlijk zichtbaar. Als Norris de race had gewonnen, met dezelfde pitstopstrategie als Oscar Piastri en zonder Verstappen in de strijd, zou hij geroemd zijn als een held van het weekend. Maar naast Max lijkt iedere prestatie ineens een stuk minder indrukwekkend.
De vergelijking laat zien dat Verstappen nauwelijks tijd verliest door zijn fouten, terwijl Norris telkens snelheid inlevert. Norris staat bekend om zijn vloeiende stijl, maar juist die stijl legt zijn zwakke punt bloot.
Zijn input in de auto is zacht, maar elke beweging is definitief. Zodra hij zich committeert, moet hij die keuze ook volledig afmaken. Daardoor leidt een kleine afwijking tot een correctie die kostbare tienden kost.
Het is een kettingreactie: meer energie door de banden, een minder schone exit, en een auto die zich niet laat dwingen. Verstappen daarentegen heeft een uniek vermogen om fouten direct om te zetten in aanpassingen.
Als hij iets te laat remt of net te vroeg instuurt, kan hij de auto binnen een milliseconde weer in balans brengen. Het verschil zit in de marge waarbinnen hij kan werken.
Hij heeft een ‘sweet spot’ waarin hij variabelen kan aanpassen zonder snelheid te verliezen. Peter Windsor legde dat haarscherp uit:
“Wanneer Max iets te laat remt of iets te vroeg instuurt, heeft hij een prachtig sweet spot waarin hij alle variabelen kan aanpassen en de auto toch precies kan plaatsen waar hij wil. Bij Lando is dat anders. Alles ligt op het randje. Zijn inputs zijn zacht, maar definitief. Hij moet corrigeren, en dat wordt dan een fout die hem afremt.”
Monza als spiegel
Monza maakte de verschillen extra zichtbaar. McLaren reed met meer downforce, Red Bull met meer topsnelheid, maar de verschillen in prestaties tussen de auto’s waren niet zo groot. Toch deed Verstappen aanzienlijk meer met zijn pakket.
Hij was geduldig, zorgde dat de auto recht stond voordat hij vol vermogen gaf, en was precies in zijn stuurcorrecties door de chicanes. Norris bleef hangen in een patroon van kleine fouten. Zijn aanpak in Ascari was exemplarisch.
Waar Verstappen en George Russell de exit perfectioneerden door dichter bij de witte lijn te blijven, reed Norris steeds een bredere lijn.
Het leverde hem tientallen ronden lang een nadeel op dat makkelijk vijftig of zestig honderdsten per ronde kon kosten. Genoeg om het verschil te maken tussen poleposition en P2. Windsor verbaasde zich over de rol van de McLaren-ingenieurs:
“Ik ben er echt verbaasd over dat zijn engineers hem daar niet op wezen. Als ze hem hadden verteld dat Max veel dichter bij de witte lijn bleef uit Ascari, had hij daar misschien wel de pole kunnen pakken.”
Volgens Windsor speelt ook de manier waarop McLaren met data werkt een rol. De ingenieurs leggen de nadruk op de vergelijking tussen Norris en Piastri, in plaats van Norris te confronteren met hoe Verstappen het doet.
Omdat beide McLaren-coureurs een vergelijkbare stijl hebben, valt een fout van de een niet direct op bij de ander. Het is een bubbel die hen belemmert. Ferrari had vorig jaar juist het voordeel van twee totaal verschillende stijlen:
Charles Leclerc als meester van korte bochten en Carlos Sainz als specialist in lange bochten. Daardoor konden ze van elkaar leren. Bij McLaren ontbreekt die variatie, en blijven Norris en Piastri in hetzelfde patroon hangen.
Windsor benadrukte dat dit geen exclusief McLaren-probleem is, maar een bredere trend in de Formule 1. Alleen bij Red Bull draait alles volledig om Verstappen, waardoor zijn unieke stijl bepalend is voor de richting van het team.
Verstappens precisie en geduld
De kracht van Verstappen kwam duidelijk naar voren in zijn aanpak van specifieke secties van Monza. In de eerste chicane stuurde hij uiterst secuur bij in het midden van de bocht.
Door de Curva Grande bleef hij constant snel, zonder overdreven risico te nemen in de Lesmo’s. Het draaide allemaal om een perfecte exit uit de tweede chicane en een geduldige benadering van Ascari.
Zijn keuzes waren niet extreem, maar precies voldoende om een voorsprong te creëren. Waar Norris en Piastri vaak brede diagonalen trokken uit Ascari, bleef Verstappen strakker en efficiënter. Dat leverde hem consistent voordeel op, ronde na ronde.
Het grootste verschil zit volgens Windsor in de manier waarop beide coureurs met fouten omgaan. Verstappen maakt fouten, maar ze kosten hem nauwelijks tijd. Het zijn aanpassingen, geen correcties. Bij Norris leidt elke fout juist tot een merkbare vertraging.
“Lando is wat hij is. Hij zal hier niet veel beter in worden. Hij rijdt ritmisch, is sterk op stratencircuits en kan goed omgaan met snelle richtingswisselingen. Maar hij corrigeert altijd kleine fouten. Max daarentegen maakt fouten die slechts aanpassing vragen, geen correctie.”
Oscar Piastri bevindt zich volgens Windsor ergens tussen die twee. Zijn stijl neigt nog te veel richting die van Norris, waardoor hij ook vastzit in dezelfde patronen. Hij benut de kwaliteiten van Verstappen nog niet genoeg in zijn eigen rijden.