Een fabriek vol nieuwe technologie, een Formule 1-legende aan het roer en een meesterbrein uit de Mercedes-dynastie in charge. En toch staat Aston Martin negende in het constructeurskampioenschap.
Hoe kan dat? En belangrijker: hoe gaat Andy Cowell die enorme belofte tóch waarmaken? Aston Martin had de wind vol in de zeilen na de knallende seizoensstart van 2023.
Podiumplekken, lof van analisten en het beeld van een team dat eindelijk de stap naar de top had gezet. Maar die belofte verdampte. In 2025 bungelt het team in de middenmoot, ondanks miljoeneninvesteringen van Lawrence Stroll.
De infrastructuur is er. De fabriek in Silverstone is compleet vernieuwd, de windtunnel modern en het coureursduo met Alonso en Stroll ervaren genoeg. Maar de resultaten blijven uit. En dat terwijl concurrenten als McLaren juist wél uit het niets lijken te kunnen scoren.
“Het is geen kwestie van critici de mond snoeren. Het draait om hoe je middelen inzet, aldus Cowell. Elke update moet werken op de baan. Dáár zit de energie.”
Stap voor stap: updates die wél werken
Tijdens het weekend in Imola werd voor het eerst zichtbaar dat Aston Martin weer iets in handen heeft. De update die het team daar introduceerde werkte, en dat zorgde voor opluchting binnen de fabriek. Niet in punten, maar in vertrouwen. Dat er weer vooruitgang is.
Cowell ziet het verschil in benadering als cruciaal. Geen haast, geen paniek, maar structuur en controle. De windtunnel hielp niet bij het ontwikkelen van de update zelf, maar wel bij de validatie ervan. En dat lijkt een groot verschil te maken met het haastige, inconsistente 2024-seizoen.
“Vorig jaar renden we achter alles aan. Daardoor daalde onze standaard.”
De komst van Adrian Newey, de ontwerplegende van Red Bull, zorgt intern voor opschudding. Volgens Cowell levert Newey niet alleen ervaring, maar ook een mindset: scherp, obsessief, compromisloos. Geen ruimte voor ‘goed genoeg’. Alleen het snelste telt.
Maar Cowell wil meer dan alleen instructies uitvoeren. Hij wil dat het hele team leert van Newey, niet blind volgt. 300 engineers moeten mee in die visie. En dat vergt meer dan kennis. Het vereist cultuurverandering.
“Je moet luisteren en doen, zegt Cowell. Maar ook begrijpen wat erachter zit en het breder overdragen.”
Leren verliezen om te leren winnen
De aanpak bij Aston Martin is duidelijk geen sprint. Cowell gelooft niet in de ‘silver bullet’. Hij vergelijkt het bouwen van een winnend team met het beklimmen van de Mount Everest – en dat elke dag opnieuw.
Dat betekent ook: durven falen. Volgens Cowell is een wereldklasse slagingspercentage twintig procent. Innovatie betekent risico nemen. Maar ook: leren van elke mislukking, en een sfeer creëren waarin falen geen angst oproept, maar motivatie.
“Sommige mensen willen maar één keer de top bereiken. Wij moeten dat elk jaar willen.”
Als brein achter Mercedes’ dominante V6-hybridemotor weet Cowell wat winnen is. Nu stuurt hij niet alleen techniek aan, maar ook mensen. Meer zichtbaar, meer politiek, meer communicatie. En dat is wennen. Maar de basis blijft: experiment, data, bijsturen.
Zijn relatie met Alonso en Stroll? Praktisch. Het draait om duidelijkheid, verwachtingen managen en vooral: laten zien dat er voortgang is. Zelfs als die niet meteen op het scorebord staat.
“Het verhaal is eigenlijk hetzelfde, zegt Cowell over zijn nieuwe functie. Alleen nu moet ik het ook vertellen.”
Of Aston Martin daadwerkelijk een seriewinnaar wordt, blijft onduidelijk. Maar met Cowell aan het roer, Newey op de tekentafel, en Honda in de motorruimte, is één ding zeker: het fundament ligt er.
Nu nog bouwen – en blijven bouwen – tot die ene dag dat het team niet alleen meedoet, maar wint. En daarna? De dag erop gewoon opnieuw beginnen.