Het publiek stond achter hem, de adrenaline gierde, maar de Aston Martin werkte tegen. Fernando Alonso moest diep graven tijdens de Grand Prix van Spanje om zijn eerste punten van het seizoen te pakken.
Wat normaal een bescheiden negende plaats is, voelde deze keer als een klein wonder. Want het was geen soepele rit. Het was overleven. En vooral: improviseren.
“Ik heb geen enkele inhaalactie gedaan met DRS. Alles gebeurde in bocht 3 buitenom. Dat is geen normale plek, maar ik had geen keus.”
Al vroeg in de race gleed Alonso van de baan en belandde in het grind. Hij wist zijn auto nog net uit de val te trekken en vervolgde zijn weg — ver achter het middenveld.
Wat volgde was een felle comeback, aangewakkerd door het gejuich van het thuispubliek op de tribunes van Barcelona.
“Blij met de punten, eindelijk. Maar dit had veel makkelijker moeten zijn.”
In eerste instantie kwam hij als tiende over de streep, maar werd uiteindelijk negende dankzij een tijdstraf voor Max Verstappen. Daarmee kwamen zijn eerste twee punten van 2025 op het bord. Toch was zijn toon na afloop verre van juichend.
Inhalen zonder DRS
De grootste frustratie van Alonso zat in het onvermogen van de auto om in te halen met behulp van DRS. Op de rechte stukken verloor hij snelheid, en dus moest hij creatief zijn.
Dat leidde tot gewaagde acties buitenom in bocht 3 — een plek waar normaal gesproken niemand het aandurft.
“We moeten dit soort inhaalacties gaan verzinnen, want met DRS komen we nergens.”
Die situatie doet volgens Alonso niet alleen af aan het raceplezier, maar toont ook een fundamenteel probleem bij Aston Martin.
Op zaterdag lukt het nog wel om in Q3 te komen. Maar op zondag valt de snelheid compleet weg, zeker op het rechte stuk. De balans in het pakket is zoek.
Daar kwam dit weekend nog eens onverwachte slijtage bij. Vooral de linkervoorband hield het maar zeven ronden vol. Hierdoor moest Alonso extra vroeg pitten, wat zijn strategie nog kwetsbaarder maakte.
“We hadden veel last van slijtage vooraan. Daardoor zaten we meteen op achterstand.”
Hij beschreef het als een race waarin hij voortdurend achter de feiten aanliep.
Sauber nu gelijk met Aston Martin
Zijn ervaring en inzicht hielpen hem om toch naar voren te komen, maar het frustreerde hem zichtbaar dat het niet uit eigen kracht ging. De DRS werkte niet. De snelheid was er niet. En dus moest hij vechten als een debutant om überhaupt iemand in te halen.
De punten zijn hard nodig, want Aston Martin bevindt zich in een directe strijd om de onderste plekken in het constructeurskampioenschap.
Na de indrukwekkende vijfde plek van Nico Hülkenberg voor Sauber, staan beide teams nu op 16 punten. De druk wordt voelbaar.
“Als we niet élk weekend scoren, zakken we weg. We móéten het niveau omhoog krijgen.”
Dat maakt de situatie des te nijpender. Een coureur met de ervaring en het talent van Alonso hoort niet te worstelen voor P9. Maar als het team niet weet te leveren, blijft elk punt een gevecht. En dat begint zijn tol te eisen.