Fernando Alonso beleefde in Monza opnieuw een frustrerende middag. Terwijl hij op weg leek naar een solide zevende plaats, sloeg het noodlot toe. Op ronde 25 brak de rechtervoorophanging van zijn Aston Martin AMR25 bij het uitkomen van de Ascari-chicane.
De Spanjaard sleepte zijn auto nog terug naar de pits, maar moest daar de race opgeven. Het betekende zijn vijfde uitvalbeurt van dit seizoen, een patroon van pech en defecten dat hem al meerdere keren waardevolle punten heeft gekost.
Dit keer reageerde Alonso zichtbaar aangeslagen. Hij noemde de situatie “ongelooflijk” en verwees naar een seizoen waarin foutloze weekenden steevast in rook opgaan door technische mankementen. Alonso benadrukte hoe groot het verlies aan punten inmiddels is.
“We waren zevende, ik denk niet dat veel auto’s ons nog hadden ingehaald. We waren even snel of sneller dan zij, dus ja, zes punten hier.”
Hij somde eerdere teleurstellingen op. Acht punten verloren in Monaco door een motorprobleem toen hij zesde lag, en nu opnieuw zes punten door de ophangingsbreuk in Monza.
Volgens Alonso zijn het inmiddels tientallen punten die door pech uit zijn handen zijn geglipt. Ondanks de teleurstelling vond hij dat het team het weekend goed had uitgevoerd.
“We haalden één auto in bij de start, één bij de pitstop, en we hielden een groep achter ons. Het was een moeilijk weekend, maar we voerden het honderd procent goed uit. Alleen geluk, of een nieuwe uitvalbeurt, beroofde ons van punten. We moeten het blijven proberen.”
Onverklaarbare schade
Wat de frustratie extra groot maakte, was dat Alonso de oorzaak niet goed kon begrijpen.
“Het is een kerbstone die we het hele weekend namen, en die iedereen nog steeds neemt. Hoe kan die ineens dit veroorzaken?”
De coureur wees erop dat hij geen waarschuwingssignalen voelde voordat de ophanging het begaf. Voor hem blijft het onverklaarbaar hoe een element dat het hele weekend zonder problemen werd gebruikt plots zo’n cruciale breuk veroorzaakte.
Met vijf DNF’s is 2025 een seizoen waarin Alonso’s statistieken geen recht doen aan zijn prestaties. Zijn kwalificaties waren sterk, zijn openingsronden vaak agressief en gecontroleerd, maar telkens gooiden pech of defecten roet in het eten.
Hij rekende voor dat hij naar eigen schatting minstens twintig punten meer had moeten hebben.
“We hebben dit jaar geen aspiraties, behalve vechten voor het constructeurskampioenschap en het team zo hoog mogelijk laten eindigen. Op basis van prestaties zouden we twintig punten meer moeten hebben. Soms door eigen fouten, andere keren door pech. Aan het eind van het jaar eindigen we waar we moeten eindigen.”
Ondanks de bittere toon sloot Alonso zijn analyse met berusting af. Hij vond geen grote negatieve of positieve lessen om uit Monza mee te nemen, behalve dat Aston Martin het weekend goed had uitgevoerd en dat hij zelf foutloos reed.
“We proberen elk weekend ons werk perfect te doen, zoals dit weekend met een spectaculaire kwalificatie en een heel goede eerste dertig ronden van de race. En daarna moeten we wachten op de volgende.”
Een harde constatering voor een tweevoudig wereldkampioen, die in Monza opnieuw zag hoe een solide resultaat door pure pech in rook opging.