Wat een kans op een podium moest worden, mondde voor Russell uit in pure frustratie. Tijdens de GP van Mexico raakte de Brit in een verhitte woordenstrijd met zijn eigen team toen Mercedes aarzelde om hem langs teamgenoot Kimi Antonelli te laten.
De emotie liep hoog op over de boordradio, en na afloop spaarde Russell zijn woorden niet: “Of je doet het meteen, of helemaal niet.”
Halverwege de race reed Russell in het zog van Antonelli, terwijl de jonge Italiaan moeite had om dichter bij Oliver Bearman te komen, die op dat moment virtueel derde lag.
Verstappen had de strategie naar een éénstopper omgebogen en was onderweg naar het podium, maar Russell zag zijn kans schoon om de Mercedes weer in de top drie te krijgen.
“Ik heb meer snelheid hier,” meldde hij aan zijn race-engineer Marcus Dudley.
Het antwoord klonk koel: “Oké, je bent vrij om in te halen.” Die opmerking schoot bij Russell in het verkeerde keelgat. Terwijl hij onder druk kwam van Oscar Piastri’s McLaren, beet hij terug via de radio:
“Ik heb een f***ing McLaren in m’n nek! Wil je dat ik hem voorbij laat?”
Dudley reageerde droogjes: “Nee, dank je.” Waarop Russell spottend antwoordde: “Ah, even checken.”
Terwijl de Mercedes-coureur ronde na ronde achter Antonelli vastzat, steeg zijn frustratie. Dudley waarschuwde hem dat zijn bandentemperaturen te hoog opliepen, maar Russell reageerde fel:
“Marcus, ik heb een f***ing auto vlak achter me, oké? Een veel snellere auto dan de onze. Ik probeer positie te houden. Ik ben sneller dan Kimi en we kunnen voor het podium vechten. Ik geef de plek desnoods terug als het niet lukt, maar mijn banden gaan eraan!”
Het team bleef echter voorzichtig en liet de posities nog enkele ronden ongewijzigd. Tegen de tijd dat Russell eindelijk voorbij mocht, waren zijn banden te ver versleten om Bearman nog te bedreigen. Zijn sarcastische reactie via de radio liet niets aan de verbeelding over:
“Ah, geweldig.”
Even later kreeg hij het bevel om de plek terug te geven aan Antonelli. Uiteindelijk finishten de twee Mercedessen als zesde en zevende — ver onder de verwachtingen.
Russell na afloop: “We lieten het te lang duren”
Na afloop probeerde Russell kalmer te klinken, maar de teleurstelling was duidelijk. Hij legde uit waarom de timing van Mercedes volgens hem alles verpestte.
“Normaal werken we goed als team. We vechten samen voor de tweede plek in het constructeurskampioenschap, en ik zag dat Kimi moeite had om Bearman voorbij te gaan. Ik zat in zijn DRS-trein en had nog goede banden. Als ze het direct hadden gedaan, had ik kunnen aanvallen. Maar toen het eindelijk mocht, had het geen zin meer. Of je doet het meteen, of helemaal niet.”
Hij benadrukte dat de spanning met zijn race-engineer niet persoonlijk was.
“Marcus brengt alleen de boodschap over. Hij is niet degene die de beslissing neemt. We moeten gewoon als team gaan zitten en dit bespreken. Ik vecht niet tegen Kimi in het kampioenschap, we strijden tegen Ferrari en Red Bull. Vandaag hadden we zesde en zevende, maar dat had anders kunnen zijn.”
De situatie is extra gevoelig voor Mercedes, dat momenteel één punt achter Ferrari staat in de strijd om de tweede plaats bij de constructeurs. Red Bull volgt op tien punten.
Iedere strategische misser kan dus het verschil maken tussen zilver of brons aan het einde van het seizoen. Russells woede was niet alleen persoonlijk — het ging om het bredere plaatje.
Zijn snelheid in de middenfase van de race had potentieel genoeg om Bearman en misschien zelfs Leclerc onder druk te zetten. Maar door het getreuzel verloor hij die kans, en dat maakt de frustratie begrijpelijk.
In het heetst van de strijd liet Russell zijn emoties de vrije loop, maar zijn punt was duidelijk: beslissingen moeten snel en eenduidig zijn als je in de top van de Formule 1 wilt meedoen.
En zo eindigde de Mexicaanse Grand Prix voor Mercedes niet met champagne, maar met bittere nasmaak — en een coureur die het team een duidelijke boodschap meegaf: soms is wachten geen optie.
