Aston Martin lijkt alles te hebben om in 2026 een topteam te worden. Een nieuwe fabriek, een eigen windtunnel, een wereldkampioen in de auto, een Honda-powerunit én Adrian Newey als teambaas.
Toch is volgens Sebastian Vettel één cruciaal element nog onzeker: lukt het ze om alles te laten klikken? De viervoudig wereldkampioen, die zijn carrière afsloot bij Aston Martin, ziet hoe het Britse team zich klaarstoomt voor het nieuwe technische tijdperk.
Maar hij plaatst een scherpe kanttekening: “Het draait niet om de ingrediënten zelf, maar om de kunst om ze te laten werken.” Vanaf 2026 verandert de Formule 1 ingrijpend.
De sport voert nieuwe regels in voor zowel chassis als motoren, en dat maakt de komende periode een kantelpunt in de geschiedenis. De auto’s worden kleiner en lichter, met actieve aerodynamica die zowel de voorvleugel als de achtervleugel kan verstellen.
De motoren krijgen een 50/50 verdeling tussen verbranding en elektrisch vermogen — de grootste regelwijziging die de Formule 1 ooit heeft doorgevoerd.
Die revolutie kan het hele veld door elkaar schudden. Teams die nu onderaan bungelen, zouden zomaar kunnen verrassen. En volgens velen staat Aston Martin er ideaal voor om te profiteren van die chaos.
Onder leiding van Lawrence Stroll heeft het team de afgelopen jaren keihard gewerkt aan een toekomst als kampioenskandidaat. Een ultramoderne fabriek, een nieuwe windtunnel, en een reeks belangrijke personele versterkingen vormen het fundament van dat plan.
De promotie van Adrian Newey
De grootste verandering kwam deze week: Adrian Newey, de legendarische ontwerper met 26 wereldtitels op zijn naam, wordt vanaf 2026 officieel teambaas.
Aston Martin kondigde aan dat Newey zijn huidige rol als managing technical partner behoudt, maar die zal combineren met het leiderschap van het hele team. De huidige teambaas, Andy Cowell, schuift door naar de functie van chief strategy officer.
In het persbericht benadrukte Aston Martin dat beide mannen hun verantwoordelijkheden bewust hebben verdeeld om “zich te kunnen focussen op hun individuele sterktes en expertise, en zo de organisatie efficiënter te maken.”
Voor veel volgers lijkt de puzzel nu compleet. Maar de vraag blijft of dit écht het ontbrekende stukje was dat Aston Martin naar de top brengt.
Sebastian Vettel kent het team van binnenuit. In de podcast Beyond the Grid blikte hij vooruit op het seizoen 2026 — en zijn oordeel was nuchter.
“Ik denk dat er meer dan één outsider is volgend jaar. Niemand weet hoe de teams de nieuwe regels gaan interpreteren, en dat maakt het juist spannend.”
Volgens hem heeft elk groot regelwijziging een dubbel effect. Enerzijds kunnen gevestigde teams hun sterke structuur uitspelen, anderzijds biedt het kleinere teams een kans om de kloof te dichten.
“Er is altijd het argument dat het sterkste team nu ook het sterkste zal blijven, omdat ze de beste organisatie hebben. Je zou kunnen zeggen dat McLaren de favoriet is.”
Toch ziet Vettel ook kansen voor Aston Martin, al houdt hij een slag om de arm.
“Het hangt grotendeels af van de poweruni, maar ik denk dat Aston Martin, puur qua middelen, een kans heeft. Ik heb hun projecten gezien toen ze begonnen, en nu zijn ze klaar. De fabriek, de windtunnel, de simulator, de samenwerking met Honda — het is allemaal indrukwekkend.”
Daarna kwam zijn kernpunt:
“De ingrediënten zijn er, en dat is al een tijdje zo. Maar je ziet hoe moeilijk het is om het te laten klikken.”
Hij verwees naar het recente verleden, waarin Aston Martin een bliksemstart kende in 2023 maar daarna wegzakte.
“Ze hadden een fantastische seizoensstart, maar verloren het ritme. En 2024 en 2025 waren ook moeilijk. De middelen zijn er, de mensen zijn er — dus waarom niet? Maar het blijft moeilijk om alles perfect te laten samenwerken.”
De Honda-link: ervaring als sleutel
Een van de belangrijkste pijlers van Aston Martins toekomst is de samenwerking met Honda. Vanaf 2026 levert het Japanse merk de powerunits, na een succesvolle periode bij Red Bull.
Volgens Vettel is dat partnerschap een van de redenen waarom Aston Martin een kans maakt.
“Honda komt niet koud uit de startblokken. Ze hebben nu jarenlange ervaring opgebouwd, en dat zal van onschatbare waarde zijn.”
De combinatie van een geavanceerde infrastructuur, een bewezen motorpartner en een meesterontwerper als Newey lijkt op papier een droomscenario. Toch blijft Vettel realistisch.
“Je kunt alles hebben — de fabriek, de mensen, de technologie — maar het betekent nog niet dat het vanzelf gaat werken. Het is een proces dat tijd kost. Alles moet op elkaar afgestemd raken.”
Teameigenaar Lawrence Stroll bouwt al jaren aan dit project met een duidelijk doel: wereldkampioen worden. Sinds de overname van het voormalige Racing Point heeft hij geen kosten gespaard.
De nieuwe fabriek in Silverstone, de investeringen in personeel en de komst van een wereldkampioen als Fernando Alonso onderstrepen dat doel.
Maar Vettel herinnert eraan dat Formule 1 geen sprint is. Zelfs met een superteam is succes niet gegarandeerd.
“Het is niet dat het ontbreekt aan visie, maar dit soort projecten hebben tijd nodig om echt op hun plek te vallen. Dat zie je nu ook bij Aston Martin. Ze zitten in de goede richting, maar het moet nog klikken.”
Voor Newey is de uitdaging groot: van technische meesterbrein naar teambaas, een rol waarin management, strategie en motivatie even belangrijk zijn als aerodynamica.
De komende jaren zullen uitwijzen of zijn leiderschap de vonk kan zijn die Aston Martin eindelijk laat ontbranden.
