Carlos Sainz kende een onrustige winter nadat Ferrari zijn stoeltje afpakte om Lewis Hamilton binnen te halen. De Spanjaard stond voor een cruciale keuze: een team vinden dat hem op lange termijn perspectief kon bieden.
Uiteindelijk overtuigde Williams-teambaas James Vowles hem om naar Grove te komen. Inmiddels, halverwege het seizoen 2025, zegt Sainz geen moment spijt te hebben van die beslissing.
Toch is er een opvallende tegenstelling: de Spanjaard is lovend over de prestaties en het project van Williams, maar baalt van de tegenvallende resultaten op de baan.
Zijn beste klasseringen zijn twee achtste plaatsen, behaald in Saoedi-Arabië en Imola. Voor een coureur die jarenlang meedraaide bij Ferrari voelt dat mager.
Sainz vertelt dat hij vooraf hoopte dat Williams een stabiele middenmoter zou zijn. Niet achteraan het veld, maar net genoeg snelheid om mee te doen voor puntenposities.
“Mijn hoop was dat Williams een solide middenveldauto zou zijn in 2025, waarmee ik kon vechten voor punten en niet achteraan hoefde te rijden,” zei Sainz tegen RACER.
Volgens hem klinkt het misschien wat gek om genoegen te nemen met gevechten rond P10, maar alles is beter dan structureel P16 of P17. Een seizoen vol races in de achterhoede zou elke coureur breken.
Daarnaast kijkt hij ook verder vooruit. Zijn verwachtingen liggen vooral bij 2026, 2027 en 2028, waarin de nieuwe reglementen Williams mogelijk een stap naar voren kunnen brengen. Daarin ziet hij kans op serieuze titelkansen.
Een sterk project bij Williams
Voor Sainz is duidelijk dat Williams hem meer biedt dan enkel overleven in de Formule 1. Hij ziet een stevig fundament en potentieel om in de toekomst competitief te worden.
“Het deel waarvan we weten dat het al bereikt is: we zijn een heel solide middenveldteam. De rest is nog te bepalen, maar ik zie een sterk project om echt competitief te worden,” aldus de Spanjaard.
Zijn grootste angst voorafgaand aan de overstap was dat hij zou belanden bij een team zonder toekomstperspectief. Dat scenario lijkt volgens hem inmiddels volledig van tafel.
Ondanks zijn huidige 16e plaats in het kampioenschap benadrukt Sainz dat hij volledig achter zijn keuze staat.
“Ik heb geen spijt van de move, absoluut niet. Ik ben eigenlijk juist erg bemoedigd door wat ik heb gezien.”
Hij noemt 2025 zelfs een jaar dat zijn verwachtingen qua prestaties van de auto heeft overtroffen. Toch knaagt iets: de resultaten vertalen zich niet naar punten. Het gevoel in de auto en de cijfers op het bord lopen uit elkaar.
“Ik ben gefrustreerd dat de resultaten niet beter zijn, want het gevoel zegt het tegenovergestelde. Maar om een of andere reden komen de resultaten niet.”
Vergelijking met Albon
Een belangrijk referentiepunt voor Sainz is teamgenoot Alexander Albon. De Spanjaard is opgelucht dat het onderlinge verschil minimaal is.
“Ik zou me meer zorgen maken als ik elke week drie of vier tienden achter Alex zat en hem P6, P7 of P5 zag pakken, terwijl ik zelf nergens kwam. Maar het feit dat ik soms sneller ben, soms gelijk, soms een tiende trager, zegt me dat ik die resultaten óók kan halen,” verklaarde hij.
De frustratie zit in de kloof tussen het tempo dat hij regelmatig laat zien en het gebrek aan punten. In twaalf races wist hij naar eigen zeggen slechts één of twee weekenden het maximale uit zichzelf en de auto te halen.
Voor zijn doen is dat veel te weinig. Sainz beschrijft zijn seizoen als een vreemde mix van vertrouwen en teleurstelling. Aan de ene kant voelt hij zich snel, competitief en volledig op zijn plek in de Williams.
Aan de andere kant staan de magere resultaten in schril contrast met dat gevoel.
“Het is een raar gevoel, want ik voel me competitief. Ik voel me snel. Als ik een ronde goed neerzet, weet ik dat er veel potentie in zit. Maar maximaal resultaat hebben we dit jaar misschien één of twee keer gehaald, en dat is veel te weinig,” aldus de Spanjaard.
Voorlopig houdt Sainz zich vast aan het perspectief dat Williams op lange termijn kan groeien. Het project geeft hem vertrouwen, zelfs al is 2025 op papier geen succesjaar.