Lando Norris verloor in Q3 in Bahrein meer dan vier tienden op teamgenoot Oscar Piastri. Dat verschil viel extra op omdat de McLaren zichtbaar snel genoeg was voor een startpositie in de top drie.
De data toont waar het precies fout ging en waarom McLaren niet meegaat in de roep van Norris om een ‘grote reset’.
“Ik ben het hele weekend al nergens. Gewoon geen idee,” zei Norris. “Ik heb echt een reset nodig, dat is alles.”
Hij eindigde als zesde, maar zijn gevoel was alsof hij volledig de grip op zijn weekend kwijt was.
Toch ziet het team van McLaren het probleem anders: volgens teambaas Andrea Stella ligt het niet aan een fundamenteel verschil tussen coureur en auto, maar aan een kleine fase waarin het in Q3 structureel net misgaat.
Analyse van zijn laatste kwalificatieronde laat precies zien waar Norris tijd verliest ten opzichte van Piastri. Hij begon het rondje goed. Bij het aanremmen voor bocht 1 had hij zelfs een minieme voorsprong.
Maar bij het insturen kreeg hij te maken met onderstuur. Dat kan komen door te koude voorbanden, vooral omdat het asfalt afkoelde in het laatste kwalificatiesegment.
Op de exit van bocht 2 ontstond overstuurtje, waardoor hij het gas niet vol kon openen. Daardoor verloor hij direct drie tienden op weg naar bocht 4.
In bocht 6 moest hij opnieuw liften na instabiliteit aan de achterkant, opnieuw kostbare tijd ten opzichte van Piastri. Het is onduidelijk of dat te maken had met een set-upfout of met verkeerde bandentemperaturen.
Deze fouten stapelden zich op, wat leidde tot het duidelijke verschil van meer dan vier tienden op zijn teamgenoot.
Wat de data laat zien, is dat het probleem zich concentreert op het eerste deel van de ronde. Zodra het ritme eenmaal weg is, is inhalen op tijdsverlies moeilijk.
McLaren wijst naar bandentemperatuur en timing
McLaren stelt dat het geen structureel probleem is met Norris of de auto. Volgens Stella is het een kortdurende fase waarin kleine fouten groot uitpakken.
Het probleem wordt vooral zichtbaar op het moment dat het maximale uit de auto moet worden gehaald in Q3. Dat is ook het segment waarin bandentemperatuur het lastigst te beheersen is.
“Het is een tijdelijke fase,” zei Stella. “We hebben het over de coureur die ons, samen met Oscar, terug naar de top heeft gebracht. We weten wat er speelt. Het is een kwestie van kleine aanpassingen.”
Volgens hem moet het team net zo goed naar zichzelf kijken. Het gaat niet alleen om hoe Norris de auto benadert, maar ook om hoe McLaren hem voorbereidt op dat laatste en cruciale rondje.
Als de banden vooraan te koel zijn, en de achterbanden juist snel oververhitten, krijg je het soort instabiliteit die Norris ondervond in Bahrein.
“Mijn aanpak is om eerst in de spiegel te kijken,” zei Stella. “Wat kunnen wij doen om Lando comfortabel te maken in de auto, zodat hij zijn talent volledig kan benutten?”
McLaren vermoedt dat de MCL39 gevoeliger is dan bijvoorbeeld de Mercedes in het snel opwarmen van de voorbanden. Dat kan verklaren waarom Norris het in het eerste deel van het rondje moeilijk heeft, en vervolgens bij correcties kostbare tijd verliest.
Oscar Piastri had in Bahrein minder moeite om zijn banden binnen het optimale temperatuurbereik te krijgen. Dat bleek uit zijn constantere rempunten en snellere exits in bochten 5 tot en met 7.
Ook in bocht 10 en 13 bleef Piastri dichter bij de limiet, terwijl Norris telkens moest corrigeren. In vergelijking met Norris wist Piastri zijn auto stabieler te houden bij het insturen.
Daardoor kon hij het gas eerder en gecontroleerder openen. Bij gelijke omstandigheden maakt dat snel een verschil van enkele tienden in één sector. Het feit dat Piastri dat ronde na ronde kon reproduceren geeft aan dat hij op dit moment consistenter presteert onder kwalificatiedruk.
Dat betekent niet dat Norris trager is als coureur, maar wel dat hij meer moeite heeft om onder variabele omstandigheden het maximale uit zijn eerste rondes te halen. Zodra het asfalt afkoelt of de banden anders reageren dan verwacht, ontstaan de eerste fouten.
Norris blijft kritisch, McLaren zoekt samen naar oplossingen
Norris blijft, zoals vaker, hard voor zichzelf. Hij riep direct na afloop van de kwalificatie dat hij een mentale ‘reset’ nodig had. Zijn teleurstelling was voelbaar, zeker omdat hij wist dat het potentieel er was.
Maar Stella benadrukt dat het team niet meegaat in die gedachte. In plaats daarvan ziet hij een technisch probleem dat kan worden aangepakt met kleine afstellingen en betere communicatie tussen coureur en team.
De houding van McLaren is opmerkelijk kalm. In plaats van de coureur onder druk te zetten, wordt gekozen voor analyse en aanpassing. Stella benadrukt dat het team al begrijpt waar het probleem ligt.
Dat is opvallend, want het wijst op een gedeelde verantwoordelijkheid en vertrouwen in de kwaliteiten van Norris.
“Wanneer je gaat voor die extra tiende in Q3, worden de verschillen zichtbaarder,” aldus Stella. “Het is een kwestie van wennen en fine-tunen.”
Zowel qua set-up als qua bandengebruik kan McLaren volgens hem stappen zetten. En hoewel Norris zichzelf op de korrel neemt, is het team juist vastbesloten om hem te helpen dat laatste stapje te zetten.