In de Formule 1 draait alles om timing en track position, en dat geldt niet alleen voor de snelsten. Soms kunnen juist de langzaamste coureurs onverwacht een doorslaggevende rol spelen.
Waarom zijn langzamere coureurs soms strategisch voordeel voor andere teams? Omdat ze, bewust of onbewust, het spel vertragen, gaten dichten of races beïnvloeden zonder zelf om de winst te vechten.
Dit fenomeen wordt steeds belangrijker in de seizoenen 2025 en 2026, nu de verschillen tussen de teams kleiner worden en elk moment op de baan telt. Backmarkers zijn al lang niet meer alleen een obstakel; ze zijn onderdeel van het schaakspel.
Wanneer een snellere coureur een langzamere tegenkomt, is tijdverlies vaak onvermijdelijk. Zeker op smalle of bochtige circuits zoals Monaco of Singapore, waar inhalen lastig is, kan een backmarker al snel enkele tienden per sector kosten. Die seconden kunnen een directe rivaal juist in de kaart spelen.
Teams houden hier rekening mee in hun strategie. Door slim te plannen kunnen ze hun coureur uit de pits terug op de baan brengen vlak achter een groep langzamere auto’s waarin een concurrent vastzit. Zo ontstaat er zonder gevecht een voordeel, puur door positionering.
“Door de hoeveelheid vuile lucht verloor ik kostbare tienden en dat betekende een vroegtijdig einde van mijn sessie in Q1.” — Carlos Sainz
In deze context kan zelfs een paar bochten in verkeer genoeg zijn om een undercut succesvol te maken of een aanval van een rivaal af te slaan.
Blauwe vlaggen zijn geen wondermiddel
Volgens het FIA-reglement moeten langzamere coureurs die op het punt staan om ingehaald te worden, zogeheten blauwe vlaggen krijgen en ruimte maken. Maar in de praktijk is die marge rekbaar. De regel luidt:
“Blauwe vlaggen worden getoond aan een coureur die op het punt staat een inhaalmanoeuvre te ondergaan. De coureur moet de snellere auto zo snel mogelijk laten passeren.”
Dat ‘earliest opportunity’ is soms interpretabel. Vooral op circuits met veel bochten kunnen backmarkers op de ideale lijn blijven rijden en pas laat aan de kant gaan, waardoor de snellere coureur alsnog tijd verliest. Niet fout volgens het boekje, maar wel frustrerend — en strategisch waardevol voor anderen.
Teams die hun timing slim afstemmen, kunnen hierdoor zorgen dat een rivaal vast komt te zitten net vóór zijn geplande pitstop, wat de hele strategie beïnvloedt.

Het wordt pas echt strategisch als een langzamere coureur — vaak de tweede man binnen een team — bewust op de baan blijft om ruimte te creëren voor zijn snellere teamgenoot. Of om een rivaal op te houden vlak voor diens pitstop.
Hoewel het opzettelijk ophouden van tegenstanders officieel verboden is, zijn er manieren om binnen de regels te blijven en tóch het effect te bereiken. Denk aan langzaam uit de pits komen, een bredere lijn nemen of net iets later aan de kant gaan bij een blauwe vlag.
“Je kunt teams hebben die misschien niet voor het kampioenschap vechten volgend jaar en beslissen: ‘Oké, voor 2025 maakt het ons niet uit’.” — Fred Vasseur
In het seizoen 2025 is bovendien het punt voor de snelste ronde afgeschaft, mede vanwege verdenkingen van manipulatie. Daniel Ricciardo zou bijvoorbeeld namens Red Bull-zusterteam RB in de laatste ronden van een race het extra punt van Lando Norris hebben afgepakt.
Verkeer dwingt tot strategische keuzes
Een van de subtielere effecten van verkeer door langzamere coureurs is het forceren van pitstops. Als een coureur merkt dat hij achter een backmarker zit en daar niet makkelijk voorbijkomt, kan zijn team beslissen om hem eerder binnen te halen. Of juist later, als de verwachte vrije ruimte ontbreekt.
Die verschuiving heeft gevolgen voor bandenstrategie, tempo en undercut- of overcutmogelijkheden. En met het veld dat steeds dichter op elkaar zit in 2025/2026, worden deze beslissingen nog belangrijker. Pierre Waché (Red Bull) benadrukte het belang van flexibiliteit:
“Aan het begin van het jaar kom je met een strategie, maar de kans is enorm groot dat die gedurende het seizoen nog verandert.”
In de praktijk zijn het dus niet alleen de snellere auto’s die het tempo van de race bepalen. De langzamere doen dat óók — door hoe en wanneer ze op de baan verschijnen.
De FIA kijkt streng toe op opzettelijke belemmeringen. Regels stellen dat coureurs niet mogen samenspannen om strategisch voordeel voor een ander team te creëren. Toch blijft de grens tussen slim spelen en oneerlijk voordeel dun.
Bijvoorbeeld: als een team bewust zijn tweede coureur langer op de baan houdt om verkeer te veroorzaken vóór een rivaal, is dat lastig te bewijzen maar zeer effectief. Daarom kijkt de FIA in 2026 naar aanvullende beperkingen rond samenwerking tussen teams — zeker als het gaat om zusterconstructies zoals Red Bull en RB.