Een moderne Formule 1-auto is een echte datamachine, boordevol hightech sensoren die continu informatie verzamelen. Tijdens een race genereert elke auto zo’n 1,1 miljoen datapunten per seconde, wat neerkomt op meer dan 3 terabyte aan gegevens per raceweekend.
Ongeveer 300 sensoren, verspreid over de auto, meten alles: van de motortemperatuur en bandenslijtage tot de aerodynamica en zelfs de hartslag van de coureur.
Datatype | Beschrijving | Belang |
---|---|---|
Telemetrie | Snelheid, versnelling, remmen, stuurhoek | Inzicht in rijgedrag en autoreactie |
Motorgegevens | Temperatuur, oliedruk, brandstofverbruik | Monitoren van motorefficiëntie en -gezondheid |
Aerodynamica | Luchtstroom rond de auto | Optimaliseren van aerodynamische prestaties |
Bandendata | Temperatuur, druk, slijtage | Bepalen van pitstopstrategie |
Remgegevens | Temperatuur en slijtage van remmen | Waarborgen van veiligheid en prestaties |
G-krachten | Fysieke belasting op auto en coureur | Begrijpen van fysieke limieten |
Al deze gegevens worden direct naar de pitbox en fabrieken van de teams gestuurd, waar ingenieurs en data-analisten ze verwerken om de prestaties te verbeteren en strategische keuzes te maken.
Steven Bryen, Senior Developer Advocate van AWS, legt uit: “We hebben nu de beschikking over meer data dan ooit. De F1 is de afgelopen 70 jaren flink veranderd. Er is meer data bij gekomen en we hebben er ook toegang toe. Zo kunnen we modellen trainen met rijke data.”
De kracht van data-analyse
De enorme hoeveelheden data geven teams inzicht in de kleinste details van hun auto’s. Met behulp van geavanceerde analytische tools en kunstmatige intelligentie kunnen ze patronen opsporen en voorspellingen doen, bijvoorbeeld over bandenslijtage en de optimale timing voor pitstops.
De data helpt ook om de auto’s specifiek af te stellen voor elk circuit en verschillende weersomstandigheden, wat cruciaal is in een sport waar fracties van seconden het verschil maken tussen winnen en verliezen.
In het hart van de dataverzameling zitten de vele sensoren die in de auto’s zijn ingebouwd. Ze zijn als de ogen en oren van het team en geven continu informatie door over alles wat er met de auto gebeurt. Elk van de ongeveer 300 sensoren meet specifieke gegevens, zoals:
- Motortemperatuur en -druk
- Brandstofverbruik
- Bandentemperatuur en -druk
- Aerodynamische downforce en luchtweerstand
- G-krachten op de auto en de coureur
- Remtemperatuur en slijtage
- Snelheid en acceleratie
- Stuurhoek en pedaalpositie
- Hartslag en ademhaling van de coureur
Deze sensoren zijn extreem gevoelig en detecteren veranderingen die met het blote oog niet waarneembaar zijn, maar die toch een groot verschil maken in de prestaties van de auto.
Matt Cadieux van Red Bull Racing benadrukt: “Nog steeds bepalen coureurs en hun auto wie er het eerst over de finish komt in de Formule 1. Maar de rol van data-analyse en ICT wordt steeds groter en kan het verschil betekenen tussen winst en verlies.”
Hoe sensoren het verschil maken
Teams passen de configuratie van de sensoren aan per race, afhankelijk van de baan en hun ontwikkelingsdoelen. Sommige sensoren worden meer gebruikt tijdens tests, terwijl andere cruciaal zijn tijdens de race zelf.
De data van deze sensoren is niet alleen belangrijk voor de race zelf, maar ook voor de lange termijn ontwikkeling van de auto. Door gegevens van meerdere races en tests te analyseren, kunnen teams verborgen trends ontdekken en verbeterpunten vinden.
De cijfers zijn indrukwekkend: elke Formule 1-auto genereert gemiddeld 25 MB aan data per ronde, wat kan oplopen tot 1,5 GB per race en meer dan 3 terabyte aan data per raceweekend. Deze data wordt in realtime doorgestuurd naar de pitbox en de teamfabrieken, waar geavanceerde computers en data-analisten aan de slag gaan.
Dataverzameling | Hoeveelheid |
---|---|
Per seconde | 1,1 miljoen datapunten |
Per ronde | 25 MB |
Per race | 1,5 GB |
Per raceweekend | 3+ TB |
Steven Bryen van AWS zegt hierover: “Een van de voordelen van werken met AWS is dat het gewend is om met grote aantallen om te gaan. Voor ons was het geen uitdaging om deze grote aantallen te verwerken en analyseren.”
Soorten data en hun belang in Formule 1
De verschillende soorten data die een Formule 1-auto verzamelt, zijn cruciaal voor het optimaliseren van de prestaties. Denk aan:
- Telemetrie: Dit omvat metingen zoals motortemperatuur, toerental, brandstofverbruik en stuurbewegingen. Deze informatie helpt om de auto in realtime te monitoren.
- Aerodynamische gegevens: Sensoren meten downforce, luchtweerstand en luchtstroming rond de auto, wat helpt om de snelheid en handling te optimaliseren.
- Bandendata: Informatie over bandentemperatuur en slijtage is essentieel voor de pitstopstrategieën en de grip op het circuit.
- Chassis-dynamiek: Sensoren meten de G-krachten, rijhoogte en vering. Dit helpt teams om de ophanging perfect af te stellen.
- Coureurgegevens: Data zoals hartslag en ademhaling van de coureur geeft inzicht in hun fysieke conditie tijdens lange en zware races.
Matt Cadieux van Red Bull Racing zegt: “In de Formule 1 kan data-analyse het verschil betekenen tussen winst en verlies of tussen op of naast het podium.”
Realtime data-analyse: de sleutel tot succes
Tijdens een race is de snelheid waarmee data wordt geanalyseerd cruciaal. Ingenieurs en data-analisten, zowel in de pitbox als in de teamfabrieken, werken non-stop om de binnenkomende informatie te verwerken. Ze geven de coureur advies en passen de strategie aan, afhankelijk van de actuele situatie op de baan.
Teams gebruiken data om:
- De pitstopstrategie te verfijnen door bandenslijtage en brandstofverbruik te monitoren.
- De auto-instellingen aan te passen tijdens de race voor optimale prestaties.
- Mechanische problemen vroegtijdig te signaleren om uitval te voorkomen.
- Tactische keuzes te maken, zoals wanneer te pushen voor een snelle ronde.
- De rijstijl van de coureur in realtime te verbeteren.
Steven Bryen legt uit: “Machine learning-modellen worden getraind met historische data en toegepast op de realtime data. Een voorbeeld hiervan is het voorspellen van gevechten op de baan.”
De snelheid en nauwkeurigheid waarmee teams data kunnen interpreteren, is een groot voordeel in de Formule 1. Het stelt hen in staat om zelfs de kleinste verbeteringen door te voeren. In een sport waar elke milliseconde telt, kan dit net het verschil maken tussen een overwinning en een teleurstelling.