In een gemiddelde GP worden er tientallen blauwe vlaggen gezwaaid, vaak zonder dat tv-kijkers het in de gaten hebben. Toch bepalen deze momenten veel meer dan je zou denken. Wat zijn de regels voor het ‘lappen’ – het op een ronde zetten van achterblijvers – en hoe werkt dat precies in de Formule 1?
Het korte antwoord: een achterblijver die een blauwe vlag ziet, moet zich direct koest houden en ruimte maken. Maar de precieze voorwaarden, uitzonderingen én straffen maken het tot een cruciaal onderdeel van het racereglement.
“Negeert een coureur drie blauwe vlaggen op rij, dan kan hiervoor een penalty volgen. Dit zorgt voor een vloeiende en veilige race.”
Als een snellere coureur nadert en op het punt staat iemand op een ronde te zetten, verschijnt de blauwe vlag. Die kan handmatig gezwaaid worden langs de baan, maar ook digitaal via het stuur of dashboard.
Achterblijvers mogen in dat geval hun positie niet verdedigen. Ze moeten hun lijn houden en voorspelbaar blijven rijden. Inhalen mag op een geschikt moment – zoals een recht stuk – maar niet met trucs of plotselinge manoeuvres.
Wie dit negeert, riskeert een straf. Al na drie waarschuwingen kan de wedstrijdleiding ingrijpen met tijdstraffen of een drive-through penalty. De regel is dus niet vrijblijvend, en dat is ook precies de bedoeling.
Wat een achterblijver wél en níét mag
De FIA-regels zijn helder, en bedoeld om veiligheid en sportiviteit te garanderen. Een achterblijver hoeft niet van de baan, maar moet wel duidelijk meewerken.
Wél toegestaan is: de eigen racelijn houden, zonder versnellen of afremmen. De snellere auto veilig voorbij laten zodra dat kan. Niet toegestaan: blokkeren, zigzaggen of extra gas geven om het inhalen moeilijk te maken.
Zo’n situatie komt veel voor op smalle of technische circuits, waar ruimte schaars is. Toch wordt van de achterblijver verwacht dat hij zich binnen enkele bochten schikt, ook als dat een verlies aan rondetijd betekent.
“Een blauwe vlag wordt gezwaaid naar een langzamere coureur die bijna wordt ingehaald door een snellere coureur. Deze moet dan bij de eerste gelegenheid sneller inhalen.”
Blauwe vlaggen zijn niet beperkt tot de race alleen. Ook tijdens kwalificaties en trainingen kunnen ze getoond worden – dan om snellere rondes niet te hinderen.

In de race worden ze standaard gezwaaid als de leidende auto op het punt staat een achterblijver te lappen. De volgorde wordt in realtime bijgehouden via GPS en tijdmetingen. Op basis daarvan geeft de wedstrijdleiding instructies aan de marshals.
Het is dus geen kwestie van eigen inzicht of aanvoelen: de timing komt rechtstreeks uit het systeem. Elke coureur wordt op de hoogte gehouden via stuurdisplays en radio.
Safety Car en ‘unlapping’: de uitzondering op de regel
Er is één situatie waarin achterblijvers wél mogen doorrijden en zelfs de koplopers mogen passeren: na een Safety Car-fase. Dit proces heet ‘unlapping’ – achterblijvers krijgen toestemming om zichzelf terug op dezelfde ronde te zetten.
De wedstrijdleiding bepaalt dit moment en geeft het via radio en schermen aan. Het doel is om het veld weer in logische volgorde te brengen, zonder dat achterblijvers tussen de leiders blijven rijden.
Zodra unlapping is afgerond, verzamelt het veld zich opnieuw en wordt de race hervat. Dit systeem voorkomt chaos bij de herstart en zorgt dat iedereen op de juiste positie zit.
De FIA is streng als het gaat om het handhaven van blauwe vlag-situaties. Drie waarschuwingen zonder reactie zijn meestal al voldoende voor een penalty.
De strafvorm varieert: een tijdstraf van 5 of 10 seconden komt vaak voor. Bij herhaald of gevaarlijk gedrag kan het een drive-through of zelfs stop-and-go penalty worden. In extreme gevallen, bijvoorbeeld als het gevaar of het raceverloop ernstig wordt beïnvloed, is diskwalificatie ook een optie.
“Als er een blauwe vlag wordt getoond, dient een coureur aan de kant te gaan omdat hij op een ronde wordt gezet… Ik ben voorstander van de afschaffing van de blauwe vlaggen,”
De discussie over het nut van blauwe vlaggen blijft terugkomen. Maar zolang ze deel uitmaken van het reglement, hebben coureurs zich eraan te houden – of ze nu op kop rijden of rondrijden als achterblijver.
Het gaat uiteindelijk om drie dingen: veiligheid, eerlijkheid en vloeiend verloop van de race. Als koplopers constant gehinderd worden door langzamere auto’s, ontstaat er chaos en oneerlijke competitie.
Door duidelijk vast te leggen wat er van achterblijvers verwacht wordt, blijft het spel overzichtelijk. De wedstrijdleiding heeft daarmee de tools in handen om snel in te grijpen als iemand zich niet aan de afspraken houdt.
Dat maakt de regels rond ‘lappen’ misschien niet spectaculair – maar wel essentieel voor het DNA van de Formule 1.