Max Verstappen kan iets wat maar weinig coureurs in de Formule 1 beheersen: hij anticipeert op de limiet nog vóór de auto uit balans raakt.
Volgens Mark Hughes en Ed Straw – twee ervaren F1-analisten van The Race – is het Verstappens uitzonderlijke vermogen om een auto op en rond het griplimiet te beheersen, dat hem onderscheidt van de rest.
“Als hij over een zak chips rijdt, weet hij welk merk het was.”
Verstappen houdt van een auto met een extreem scherpe voorkant, ook al betekent dat minder stabiliteit aan de achterkant. Dat is precies wat veel coureurs zenuwachtig maakt.
Alex Albon omschreef de Red Bull eens als “alsof je een computermuis gebruikt met de gevoeligheid op 1000”. Voor Verstappen is dat juist het speelveld waarin hij het verschil maakt.
“Hij kan leven in de smalle zone tussen overstuur achter en hypergevoelige voorkant.” – Ed Straw
Die balans is verraderlijk. Voor de gemiddelde coureur leidt zo’n afstelling tot fouten, spinnende auto’s of constante correcties. Maar Verstappen leest het gedrag van de auto zó nauwkeurig dat hij eerder weet wat er gebeurt dan dat het werkelijk gebeurt.
De sim als geheime trainingsgrond
Een goed voorbeeld is zijn beroemde inhaalactie op Felipe Massa in Blanchimont in 2015. Niemand waagde zich aan een inhaalactie daar. Maar Verstappen had het al tientallen keren getest op de simulator.
Hij wist wat kon – en vooral, wanneer. Dat geduld, gecombineerd met zijn voorbereiding, levert momenten op waarin hij het verschil maakt.
“Hij oefent scenario’s 50 keer op de sim, en voert het dan naadloos uit in de race.” – Mark Hughes
Dit is geen blinde bravoure. Het is berekend risico, gedragen door duizenden uren ervaring en een extreem ontwikkeld gevoel voor grip en balans.
Er zijn circuits waar Verstappen niet de absolute snelste is. Soms is Leclerc sneller over één ronde, soms Norris. Maar volgens Hughes is Verstappen als totaalpakket onverslaanbaar. Zijn stijl is niet gebaseerd op één trucje, maar op flexibiliteit.
“Hij verandert van aanpak per bocht, per ronde. Hij is een kameleon.”
Hij kan laat remmen wanneer nodig, vroeg insturen wanneer het loont, en dat alles binnen een milliseconde aanpassen aan veranderende omstandigheden. Dat niveau van adaptatie zie je zelden, zelfs niet bij meervoudig kampioenen.
De meeste coureurs verliezen tijd zodra de achterkant van de auto beweegt. Verstappen niet. Hij gebruikt het. Waar anderen zouden corrigeren en tijd verliezen, zit hij er al op.
In Miami bijvoorbeeld verloor hij geen noemenswaardige tijd nadat hij een overstuurmoment had in bocht 1 tijdens Q3. Hij ving het op, alsof het gepland was.
“Hij weet hoe hij met overstuur moet leven, zoals Schumacher dat ook kon.”
Het is dat vermogen om de auto in een staat van instabiliteit tóch te beheersen, die van Verstappen een elite-coureur maakt. Het is geen toeval. Het is getraind, geslepen, opgebouwd uit jarenlange intensieve begeleiding, onder meer van zijn vader Jos Verstappen.
Zijn emotie: zwakte of brandstof?
Soms klinkt Verstappen boos of gefrustreerd over de boordradio. Denk aan de GP van Hongarije vorig jaar: “De auto stuurt niet, ik probeer jullie strategie nog te redden!” Volgens Hughes is dit geen zwakte. Het is precies wat hem aandrijft.
“Je kunt het beest niet scheiden van de schoonheid. Die frustratie is soms zijn brandstof.”
Toch zijn er races waar die emotie hem iets kost. Maar vaker nog zorgt het ervoor dat hij net dát beetje extra uit de auto perst – zoals die zeldzame pole laps waarin hij iets doet wat de data eigenlijk niet toelaat.
In een auto met veel onderstuur is Verstappen gewoon goed. Maar hij is dan niet onverslaanbaar. In 2022 had Sergio Pérez de overhand op circuits waar de auto minder scherp instuurde.
Dan komt het speelveld dichter bij elkaar te liggen, omdat er minder ruimte is om de auto met gevoel te manipuleren.
“Een ondersturende auto maakt het makkelijk. Dat nivelleert de top.”
Vergelijk het met een schaakgrootmeester die ineens dammen moet spelen: minder complexiteit, minder mogelijkheden om uit te blinken. Verstappen excelleert in variatie, in technische vrijheid. Beperk die, en je haalt hem een stukje van zijn kracht.
Verstappen heeft ook geen warming-up nodig. In VT1, op de eerste pushlap, zit hij direct op het limiet.
Zijn engineers omschrijven zijn gevoel voor tractie als “verlijmd” aan de gripgrens. Waar anderen hun ritme moeten opbouwen, zit hij er meteen bovenop.
“Hij weet instinctief waar het griplimiet ligt – in alle richtingen tegelijk.” – Blake Hinsey, voormalig performance engineer
Dit is geen toeval. Het is een gevolg van duizenden uren trainen in regen, in kou, op de sim en in echte sessies, waar anderen allang de handdoek gooiden of naar binnen gingen voor een koffie.