Lewis Hamilton is pas net gearriveerd bij Ferrari, maar de eerste scheurtjes in de samenwerking zijn al zichtbaar. Niet op het asfalt, maar in de communicatie achter de schermen. De zevenvoudig wereldkampioen zegt voortdurend in discussie te zijn met de engineers. De reden? Hij wil vooruit, maar Ferrari blijft volgens hem te veel hangen in oude gewoontes.
Hamilton begon zijn Ferrari-avontuur vol verwachting, maar na de eerste helft van het seizoen moet hij erkennen dat het een taaie start is. In de kwalificatie voor de Grand Prix van Canada verraste hij nog met een P5, boven teamgenoot Charles Leclerc.
Maar in het algemeen heeft hij het lastig. Leclerc scoorde tot nu toe drie podiumplaatsen en staat met 94 punten stevig boven Hamilton (71 punten) in het klassement.
De auto is stabiel, maar dat is tegelijk het probleem. De SF-25 mist de snelheid om te vechten met McLaren en Red Bull. En Ferrari heeft al weken geen updates meer gebracht. Hamilton ziet dat met lede ogen aan.
“We hebben al een tijdje niets veranderd aan de auto. Elk weekend is het hetzelfde pakket.”
Hamilton wil meer dan standaardinstellingen
Volgens Hamilton zit het knelpunt vooral in de mindset van het team. De engineers werken volgens vaste structuren, maar hij probeert ze telkens uit te dagen. Niet uit koppigheid, maar omdat hij ziet dat er meer mogelijk is met kleine aanpassingen.
“Ze zeggen: zo doen we het altijd. En ik zeg: maar wat als we het eens zo proberen?”
Hij omschrijft het als een ‘constante strijd’. Niet vijandig, maar wel hard nodig, want Ferrari lijkt volgens hem te langzaam te reageren op veranderingen of kansen.
Hamilton benadrukt dat hij wel kleine verbeteringen ziet. Sinds Monaco gaat het iets beter in de kwalificaties. Maar dat is bij lange na niet genoeg om vooraan mee te doen. De conclusie is pijnlijk eenvoudig: zonder upgrades blijft Ferrari hangen in het middenveld.
“Uiteindelijk hebben we echt een upgrade nodig. Dat is de enige manier om met de top te vechten.”
Wat meespeelt is dat 2025 het laatste seizoen is met deze generatie auto’s. Teams twijfelen hoeveel energie ze nog in deze ontwerpen moeten steken, zeker nu de focus langzaam verschuift naar 2026.
Geduld of druk?
Hamilton lijkt zijn geduld te bewaren, maar het kraakt. In interviews laat hij steeds vaker doorschemeren dat hij meer verwacht had van Ferrari’s ontwikkelingskracht. En vooral van hun snelheid in besluitvorming.
Als iemand die jarenlang bij Mercedes werkte, weet hij wat het is om agressief door te ontwikkelen in een titelstrijd.
“In eerdere jaren kreeg ik vroeg in het seizoen een stapel updates. Nu is dat totaal anders.”
Toch blijft hij realistisch. Hij weet dat hij bij een team zit dat jarenlang op zoek was naar stabiliteit. En stabiliteit is er nu, maar het is niet genoeg om Max Verstappen of McLaren echt uit te dagen.
De uitspraken van Hamilton zijn niet alleen een pleidooi voor een snellere auto, ze zijn ook een waarschuwing aan het team. Ferrari heeft met Hamilton een winnaar binnengehaald, maar geen ja-knikker.
Hij stelt vragen, zoekt grenzen op en wil actie. Dat is precies wat het team nodig heeft, als het mee wil blijven doen om de grote prijzen.
Voor nu blijft Ferrari tweede in het constructeurskampioenschap, deels dankzij Leclercs consistentie. Maar Hamilton wil meer. En hij laat duidelijk merken dat Ferrari sneller moet schakelen als het echt de vruchten wil plukken van zijn ervaring.
“We moeten alles eruit halen wat erin zit, zolang we nog met deze auto racen.”
De zomer nadert, en daarmee ook de verwachte upgrade. Maar tot die tijd blijft Hamilton duwen, trekken en vechten — niet met zijn teamgenoot, maar met de instelling van het team.