De plotselinge opstap van FIA-vicepresident Robert Reed heeft opnieuw diepe barsten blootgelegd binnen het bestuur van de internationale autosportfederatie.
De timing is opvallend: vlak voor het raceweekend in Bahrein, waar ook FIA-president Mohammed Ben Sulayem voor het eerst dit seizoen fysiek aanwezig is.
Reeds vertrek is meer dan een intern dispuut – het is een nieuwe klap voor de geloofwaardigheid van de FIA.
Robert Reed bekleedde een sleutelrol binnen de FIA als vicevoorzitter voor sport en werd gezien als de nummer twee van Mohammed Ben Sulayem.
Zijn verklaring laat weinig aan de verbeelding over. Reed spreekt van een “fundamenteel falen van standaarden” binnen de organisatie.
Hij noemt het gebrek aan transparantie en het negeren van formele procedures als breekpunt, met name rondom de overname van het wereldkampioenschap rallycross door de FIA zelf – een stap die volgens hem is gezet zonder goedkeuring van het Senaat.
“De FIA neemt beslissingen buiten de juiste structuren om. Dat tast de integriteit van het systeem aan,” – Robert Reed, in zijn ontslagverklaring
Reed stelde zich jarenlang loyaal op, ondanks interne spanningen. Zijn vertrek wijst erop dat er een grens is bereikt, waarbij hij zich niet langer kon verantwoorden tegenover zijn principes.
Hij stond bekend als evenwichtig, niet iemand die zomaar publiekelijk uithaalt. Dat maakt zijn vertrek extra opvallend.
GPDA-coureurs zien frustraties oplopen
Ook binnen het coureurskamp groeit de onvrede over het functioneren van de FIA. George Russell, als directeur van de Grand Prix Drivers’ Association, liet zich deze week openlijk uit.
Volgens hem hebben de coureurs een brief van Reed ontvangen waarin het besluit tot vertrek werd toegelicht. Russell bevestigde dat er geen ruimte meer is voor samenwerking met de FIA zolang er geen bereidheid is tot dialoog:
“We willen samenwerken, maar de deur blijft gesloten. Het lijkt alsof we tegen een muur praten.”
Carlos Sainz, eveneens GPDA-directeur, ging op zijn manier in tegen de bond. Tijdens een persconferentie haalde hij uit naar de boete van 10.000 dollar die hij kreeg voor het missen van enkele seconden van het volkslied in Japan.
Hij was op dat moment ziek en moest kort voor de ceremonie naar het toilet. In zijn antwoord op een vraag van een journalist liet hij zich – met opzet – ontvallen:
“Mag ik dit zeggen of niet? Ach, ik weet dat ik er een boete voor krijg: het was vanwege een drol.”
De FIA liet weten dat Sainz op zijn verantwoordelijkheden zal worden gewezen, maar dat er geen verdere disciplinaire maatregelen komen.
Het incident, al was het licht van toon, raakte opnieuw aan de gevoelige regels rond gedrag van coureurs in media-optredens – een speerpunt van Ben Sulayem sinds Singapore vorig jaar.
Het vertrek van Reed staat niet op zichzelf. Eerder stapten ook andere belangrijke figuren binnen de FIA op, of werden opzijgezet.
Onder hen waren Neils Wittich, voormalig racedirecteur, compliance officer Paolo Baszari, voormalig CEO Natalie Robyn en anderen die zich uitspraken over het leiderschap van Ben Sulayem.
Sommigen vertrokken vrijwillig, anderen werden volgens insiders zonder duidelijke uitleg vervangen. De manier waarop deze veranderingen plaatsvinden, roept vragen op over het interne klimaat bij de FIA.
Verschillende bestuursleden en medewerkers voelden zich buitengesloten van besluitvorming of verplicht tot het ondertekenen van geheimhoudingsverklaringen (NDA’s) om toegang te krijgen tot cruciale vergaderingen.
Dit zou ook de betrokkenheid van David Richards, voorzitter van Motorsport UK, verklaren. Hij uitte zijn zorgen openlijk en reist af naar Bahrein om Ben Sulayem persoonlijk te ontmoeten.
Interne verkiezingen werpen schaduw vooruit
De timing van deze gebeurtenissen is relevant. Later dit jaar staan er presidentsverkiezingen op het programma binnen de FIA. De vraag is of er een realistische uitdager opstaat tegen Ben Sulayem.
Tot nu toe heeft niemand zich officieel kandidaat gesteld. Volgens analisten is het strategisch risico groot: wie zich te vroeg kenbaar maakt, riskeert vroegtijdige politieke tegenwerking.
Achter de schermen wordt echter gespeculeerd dat gesprekken al gaande zijn over een zogenoemde ‘stalking horse’, een kandidaat die peilt hoeveel steun er is, vóór een serieuze tegenkandidaat zich aandient.
David Richards lijkt voor velen een logische naam, maar door de leeftijdsgrens van 70 jaar komt hij niet in aanmerking. Er zal dus iemand anders naar voren moeten treden.
Tot die tijd blijft de situatie binnen de FIA onzeker. Wat wel duidelijk is: het ongenoegen groeit.
Met alle ogen gericht op het raceweekend in Bahrein, is de politieke situatie binnen de FIA minstens zo explosief als de strijd op het circuit.
Coureurs, teams en betrokkenen spreken steeds vaker openlijk over hun frustratie, terwijl de president zijn koers blijft vasthouden.
De vraag is niet langer of er spanning is binnen het hoogste motorsportorgaan, maar hoe lang het draagvlak nog standhoudt. De paddock is onrustig – en dat laat zich voelen in elke verklaring, elke stilte en elke blik naar de FIA-hospitality.