Fernando Alonso heeft bevestigd dat hij zijn loopbaan als Formule 1-coureur in elk geval tot en met 2026 voortzet. Wat daarna gebeurt, blijft voor hemzelf ook een vraag.
De Spanjaard, inmiddels 43 jaar oud, benadrukte tijdens het raceweekend in Saoedi-Arabië dat hij seizoen per seizoen zal beslissen of hij blijft rijden.
“Ik wil dit jaar zeker rijden, en volgend jaar ook vanwege de nieuwe regels en Honda die bij het team komt. Maar na 2026 weet ik het niet. Dan kijk ik hoe ik me voel en hoe gemotiveerd ik ben.”
De tweevoudig wereldkampioen benadrukte dat hij het team niet wil hinderen. Als hij voelt dat hij geen waarde meer toevoegt in de auto, stapt hij op.
Opvallend is zijn uitspraak dat zijn contract langer loopt dan zijn actieve loopbaan. Alonso lijkt zich voor te bereiden op een rol buiten de cockpit.
“Mijn contract duurt langer dan mijn carrière. Ik blijf bij dit team, in een andere rol, ook als ik niet meer rijd.”
Hij wil het team zelfs naar een wereldtitel helpen, ook als hij die titel niet zelf binnenrijdt. Zijn voorbeeld? Niki Lauda, die bij Mercedes een sleutelrol speelde zonder stuur in handen.
Teleurstellend seizoen ondanks miljoeneninvesteringen
Aston Martin staat na vijf races zevende in het constructeurskampioenschap. De tien punten die Lance Stroll verzamelde, vormen voorlopig het volledige totaal van het team.
Dit resultaat staat in schril contrast met de verwachtingen na de sterke start van 2023, waarin Alonso zes keer op het podium stond in de eerste acht races.
Sindsdien is de daling ingezet. Ondanks miljoeneninvesteringen in een nieuwe fabriek en windtunnel en de komst van Adrian Newey, heeft het team sportief nog weinig laten zien.
De huidige AMR25 werd nog ontworpen in een verouderde windtunnel van Mercedes. De nieuwe faciliteiten waren pas operationeel vanaf maart.
Een vergelijking met andere teams maakt de situatie pijnlijk duidelijk. Aston Martin boekte gemiddeld slechts 0,2 seconden winst per ronde vergeleken met vorig seizoen. Ter vergelijking: Red Bull verbeterde met zes tienden, en Alpine zelfs met 1,77 seconden.
De problemen van Aston Martin zijn deels terug te voeren op verkeerde technische keuzes. In hun poging om meer topsnelheid te genereren, offerden ze de prestaties in langzame bochten op.
Dat was juist hun sterke punt in 2023. De nieuwe voorvleugel moest het onderstuur corrigeren, maar leverde tot nu toe weinig op.
“De langzame bochten zijn tot nu toe ons zwakste punt geweest. Soms hebben we ook last van stuiteren en andere problemen,” gaf Alonso aan.
Het team heeft inmiddels ingezien dat kleine aanpassingen grote gevolgen hebben voor de balans van de auto. Pogingen om vooruitgang te boeken leveren zelden het gewenste effect op. Op veel circuits blijft de auto onvoorspelbaar.
De gevolgen van een slecht seizoen
Een slecht seizoen hoeft echter niet alleen nadelen te hebben. Als Aston Martin zevende blijft in het kampioenschap, krijgen ze per juni meer windtunneltijd toegewezen via het zogeheten sliding scale-systeem.
Concreet betekent dat 96 extra runs in de tweede helft van het jaar, een toename van 11 procent.
In een sport waar tienden het verschil maken, is dat een aanzienlijk voordeel. Het team kan deze extra tijd benutten voor de ontwikkeling van de auto voor 2026, het jaar waarin de nieuwe reglementen ingaan en Honda als powerunitpartner instapt.
Alonso speelt een centrale rol in deze overgangsperiode. Niet alleen als coureur, maar ook als mentor en strategisch gezicht van het project.
Zijn ervaring en betrokkenheid bieden stabiliteit, iets waar het team zich aan vastklampt nu de resultaten uitblijven.
“Zolang ik me snel en competitief voel en het team me nodig heeft, rijd ik. Maar als iemand anders beter is voor het team, stap ik op.”
Met die instelling blijft Alonso waardevol, zelfs als zijn tijd als coureur ten einde loopt. Zijn betrokkenheid reikt verder dan zijn positie op de grid. De komende jaren is hij misschien niet het snelste wapen, maar wel het meest loyale.
