Red Bull begint het seizoen 2025 met een klein, maar potentieel veelbetekenend voordeel ten opzichte van rivalen McLaren en Ferrari. Het team uit Milton Keynes eindigde in 2024 als derde in het constructeurskampioenschap, wat verrassend was na een sterke start. Dit resultaat heeft zowel financiële als technische implicaties die Red Bull mogelijk een voorsprong kunnen geven.
Red Bull stond na de zesde ronde van het seizoen 2024, de Grand Prix van Miami, comfortabel bovenaan in het kampioenschap. Echter, tegen het einde van het seizoen zakte het team terug naar de derde plaats.
Dit was grotendeels te wijten aan de prestaties van Sergio Perez, die achterbleef bij de verwachtingen. Zijn vervanging door Liam Lawson is een belangrijke verandering binnen het team.
De derde plaats had ook gevolgen voor de prijzengelden. McLaren, dat na 26 jaar weer de titel pakte, ontvangt naar verwachting AUD $340 miljoen, terwijl Red Bull slechts AUD $300 miljoen zal ontvangen. Dit verschil beïnvloedt niet alleen de kasstroom, maar heeft ook gevolgen voor sponsorbonussen en personeelsbeloningen.
Aerodynamische testrestricties: een onverwacht voordeel
Een voordeel van Red Bull’s derde plaats in het kampioenschap is de toegenomen aerodynamische testcapaciteit (ATR). De regels van de Formule 1 bepalen dat teams die lager eindigen, meer tijd krijgen in de windtunnel en meer CFD-tests mogen uitvoeren.
Voor de periode januari-juni 2025 betekent dit dat Red Bull recht heeft op 256 windtunnelruns en 1600 CFD-items, in vergelijking met 224 runs en 1400 items voor McLaren.
“Met het oog op de grootste reglementswijziging in 50 of 60 jaar, is de extra windtunneltijd het enige voordeel van een derde plaats in het kampioenschap,” aldus teambaas Christian Horner.
De impact van aerodynamische testbeperkingen werd al eerder duidelijk. In 2022 verloor Red Bull 10% van zijn ATR als straf voor het overschrijden van het budgetplafond. Volgens Horner resulteerde dit in een prestatieverlies van 0,25 tot 0,5 seconde per ronde. Desondanks bouwde het team de dominante RB19, die in 2023 21 van de 22 races won.
Deze geschiedenis benadrukt hoe belangrijk ATR is voor de ontwikkeling van een auto. Door de derde plaats in 2024 krijgt Red Bull in 2025 meer ruimte om de auto’s te verfijnen, wat cruciaal kan zijn met het oog op de nieuwe technische reglementen.
Het evenwicht tussen 2025 en 2026
Red Bull’s technische team, geleid door Pierre Wache, staat voor de uitdaging om de balans te vinden tussen de ontwikkeling van de auto voor 2025 en het project voor 2026. Wache speelt hierin een sleutelrol. Zijn team bepaalt hoe middelen worden verdeeld, afhankelijk van de prestaties van de RB21 in de openingsraces van 2025.
“Het is een constante balans,” zei Horner. “Hoe eerder je begint, hoe groter het voordeel, maar een spannend kampioenschap maakt het lastig om middelen vroeg vrij te maken.”
Als de RB21 sterk presteert, kan Red Bull middelen vrijmaken voor 2026. Echter, als de auto minder competitief blijkt, zal het team meer middelen moeten blijven investeren in het huidige seizoen. Aerodynamische testrestricties (januari-juni 2025):
Positie | Team | ATR (%) | Windtunnelruns | CFD-items |
---|---|---|---|---|
1 | McLaren | 70 | 224 | 1400 |
2 | Ferrari | 75 | 240 | 1500 |
3 | Red Bull | 80 | 256 | 1600 |
4 | Mercedes | 85 | 272 | 1700 |
5 | Aston Martin | 90 | 288 | 1800 |
De reglementswijzigingen voor 2026 worden door Horner beschreven als de grootste in de recente geschiedenis. Deze veranderingen vereisen een herstructurering van de ontwikkeling en de inzet van middelen. De extra testtijd die Red Bull krijgt, kan hierbij van grote waarde zijn.
“De reglementswijziging maakt het cruciaal om vroeg te beginnen. Dat zagen we al in ‘21 richting ‘22,” aldus Horner.
Met deze gegevens en het inzicht in de werking van aerodynamische testrestricties heeft Red Bull een strategische kans om zowel in 2025 als 2026 een concurrentievoordeel te behalen. Door de ervaring van het team en de leiding van Pierre Wache lijkt het team goed gepositioneerd om deze uitdaging aan te gaan.