De Grand Prix van de Verenigde Staten leverde records op, maar weinig spektakel. Terwijl Lewis Hamilton geschiedenis schreef met 5.000 punten in zijn Formule 1-carrière, klaagden de coureurs massaal over het gebrek aan actie op de baan.
George Russell noemde de race “een wedstrijd tot aan bocht één”, en Lando Norris noemde de huidige regels “belachelijk”. De frustratie in de paddock was voelbaar — en de boodschap aan de FIA en Pirelli duidelijk: zo kan het niet langer.
In Austin draaide het meer om statistieken dan om strijd. Hamilton werd de eerste coureur ooit met 5.000 punten, maar zijn 19 races zonder podium voor Ferrari betekenen ook een twijfelachtig record: de langste droogte van elke Ferrari-coureur ooit.
Lando Norris behaalde wel een nieuw hoogtepunt door de eerste McLaren-coureur te worden met 15 podiums in één seizoen. Alleen jammer dat niemand het spannend vond om naar te kijken.
Het Circuit of the Americas stond ooit bekend om zijn inhaalacties en gevechten in de remzones. Dit jaar was het anders. Op de baan gebeurde bijna niets, behalve het duel tussen Charles Leclerc en Norris, dat even wat vuur bracht.
Achter hen reed de top tien in formatie, ronde na ronde, zonder echte kansen op inhalen. George Russell, die zesde werd, legde de vinger op de zere plek. Volgens hem is het racen in de huidige Formule 1 compleet voorspelbaar geworden.
“Op dit moment is Formule 1 een race tot aan bocht één. Er is geen bandenslijtage, het verschil tussen de snelste en de langzaamste auto in de top zes is drie tienden. Je hebt minstens een halve seconde nodig om iemand in te halen.”
Hij vatte de frustratie samen die veel coureurs delen: met zulke kleine snelheidsverschillen en te duurzame banden is de startpositie bijna altijd bepalend voor het eindresultaat.
“Als ik uit bocht één als derde was gekomen, had ik op het podium gestaan. Maar ik kwam eruit als zesde, en dus eindigde ik als zesde,” voegde hij toe.
De ‘te goede’ banden van Pirelli
Russell richtte zijn kritiek niet direct op bandenleverancier Pirelli, maar wees wel op het probleem dat hun huidige banden zó betrouwbaar zijn geworden dat strategie nauwelijks nog een rol speelt.
“Pirelli krijgt altijd kritiek, wat ze ook doen. Als er veel degradatie is, zeggen mensen dat we niet voluit kunnen rijden. Is er géén degradatie, dan vinden we het saai. Ze kunnen eigenlijk niet winnen.”
Hij schetste zijn ideale scenario: banden die coureurs wél laten pushen, maar ook écht slijten.
“Ideaal gezien houd je de zachte band 12 ronden vol, de medium 15, en de harde 20. Daarna moet het klaar zijn. Dan krijg je twee of drie pitstops en echt racen.”
Het klinkt eenvoudig, maar de realiteit is ingewikkeld. F1-banden moeten enorme krachten doorstaan, en Pirelli’s huidige constructie is technisch gezien een wonder.
Toch is dat volgens veel coureurs juist het probleem — ze zijn té goed, waardoor strategische variatie en bandenmanagement verdwijnen.
Niet alleen de banden kregen ervan langs. Lando Norris uitte zijn frustratie over de strikte handhaving van de track limits, die volgens hem het racen kapotmaken.
Tijdens de race in Austin overschreed Norris drie keer de witte lijn, wat hem op een waarschuwing kwam te staan. Eén van die keren gebeurde terwijl hij probeerde Leclerc buitenom in te halen — en juist dát vond hij absurd.
“Eén van mijn waarschuwingen kreeg ik terwijl ik aan het racen was. Dat is een van de domste regels die we hebben. We worden aangemoedigd om te racen, maar zodra je dat doet, word je gestraft.”
Volgens Norris verloor hij zelfs tijd bij die actie, waardoor de straf helemaal niet logisch voelde.
“Ik probeerde buitenom te gaan, verloor tijd, en kreeg tóch een waarschuwing. Dat slaat nergens op,” voegde hij toe. “Het maakt het racen gewoon moeilijker.”
De strijd tussen regels en racen
De FIA verdedigt haar strikte aanpak van track limits met één argument: consistentie. Als er grijze gebieden ontstaan waarin stewards per geval moeten oordelen, neemt de chaos toe. Maar diezelfde consistentie zorgt ervoor dat coureurs zich geremd voelen om risico’s te nemen.
Tijdens de sprintrace had George Russell een vergelijkbaar probleem. Hij ging buiten de baan bij een inhaalpoging op Max Verstappen, maar werd alsnog genoteerd voor een overtreding, ook al verloor hij daarbij tijd.
De oplossing lijkt simpel: grind of gras buiten de baan, zodat er een natuurlijke straf is voor wie te ver gaat. Toch is dat niet overal haalbaar.
Veel circuits, zoals Austin, worden ook gebruikt door andere raceklassen die dat soort obstakels niet aankunnen. Het probleem van de saaie races in 2025 laat zien hoe dun het koord is waarop de Formule 1 balanceert.
Veiligheid en techniek hebben de sport veiliger, sneller en consistenter gemaakt dan ooit, maar ook voorspelbaarder. Teams kiezen logischerwijs voor de veiligste strategie: één pitstop, minimale risico’s.
Minder variabelen betekent meer controle — maar ook minder spanning. De coureurs zijn het zat. Ze willen banden die uitdagen, regels die racen toelaten, en wedstrijden die niet bij de start al beslist zijn.
Hun boodschap aan de FIA en Pirelli was helder na Austin: Formule 1 is te klinisch geworden. En als zelfs de coureurs zich vervelen, dan is het misschien tijd om de boel flink op te schudden.