Williams staat vijfde in het kampioenschap, rijdt beter dan in jaren en maakt indruk door Ferrari en zelfs een Mercedes te kloppen op pure snelheid.
Toch kiest het team ervoor om de ontwikkeling voor 2025 vroegtijdig volledig stil te leggen. Waarom? Omdat alles wijst naar een nog grotere sprong in 2026, en te lang vasthouden aan het nu zou het hele project ondermijnen.
“Ik zou de auto persoonlijk uit de windtunnel trekken als het moet.” – James Vowles over Williams’ drastische keuze
Na zes races staat Williams op een plek waar het in geen tien jaar meer is geweest: structureel in de top zes. De prestaties van Alexander Albon zijn ronduit indrukwekkend.
In Miami eindigde hij voor beide Ferrari’s en een Mercedes, terwijl hij eerder in Australië zelfs een Red Bull versloeg in de kwalificatie.
De auto is snel, consistent en heeft een duidelijke sterkte op circuits zonder lange bochten waarbij remmen en sturen gecombineerd moeten worden.
Toch kiest teambaas James Vowles ervoor om geen enkele verdere ontwikkeling meer toe te staan voor dit seizoen.
Zelfs wanneer Carlos Sainz, de ambitieuze nieuwkomer, aangeeft dat er met enkele gerichte windtunneltests een grote stap gezet kan worden, blijft het antwoord resoluut: nee.
Volgens Vowles moet het team nu alles inzetten op 2026, wanneer een ingrijpend nieuw reglement de hiërarchie in de Formule 1 kan opschudden.
“We stoppen met de ontwikkeling voor 2025. Alles wat nog komt, is al goedgekeurd of vereist geen windtunnel.”
Waarom Williams deze radicale keuze maakt
De beslissing komt voort uit jaren van frustratie, tijdelijke oplossingen en ondermaats presteren. Sinds de overname door investeringsmaatschappij Dorilton in 2020 heeft Williams stap voor stap gebouwd aan een structureel beter fundament.
Nieuwe mensen, nieuwe processen, en een hoofdstructuur waarin geduld en visie belangrijker zijn dan snelle resultaten. Het team wil af van het kortetermijndenken dat volgens Vowles al twintig jaar de rem is op vooruitgang.
Daarom wordt 2025 niet gezien als een kans om nog even wat punten te sprokkelen, maar als een tussenjaar waarin de focus volledig op 2026 ligt.
De aandeelhouders staan volledig achter deze aanpak, en Vowles hoeft geen verkoopverhaal meer te houden over puntenverlies of prijzengeld.
“Zelfs als ik de auto zelf uit de windtunnel moet slepen, gebeurt dat,” grapte hij toen hem werd gevraagd hoe moeilijk het was om de aandeelhouders mee te krijgen.
Na zes races scoort Williams gemiddeld 6,17 punten per weekend. In 2016, het laatste seizoen waarin het team echt meedeed aan de subtop, was dat 6,57.
De trend is dus vergelijkbaar, maar de weg ernaartoe totaal anders. In 2024 was de auto al niet slecht, maar werd dit gemaskeerd door crashes, te zware auto’s en een vertraagde upgradeplanning. Pas dit seizoen vallen de puzzelstukken op hun plek.
Albon rijdt constanter dan ooit en Sainz past zich langzaam aan aan het eigenzinnige karakter van de auto. De grootste tekortkoming is nog steeds het instabiliteitsprobleem bij het ingaan van bochten met gecombineerde stuur- en remdruk.
Dit probleem is door het team teruggebracht van een 9 op 10 qua hinder naar een 4 op 10, maar verder oplossen lukt pas via ingrijpende aerodynamische aanpassingen – iets voor 2026.
“Het gedrag is al veel beter dan twee jaar geleden, maar het is nog steeds een fundamentele beperking,” bevestigt Vowles.
Geen garanties, maar een plan dat werkt
Waar andere teams balanceren tussen upgrades voor 2025 en voorbereiding op 2026, is Williams al volledig overgestapt. De windtunnel wordt alleen nog gebruikt voor het ontwerp van de 2026-auto.
Zelfs Aston Martin, dat ook zwaar inzet op de toekomst, gebruikt zijn nieuwe tunnel nog voor het huidige model. Dat onderstreept hoe ver Williams vooruit denkt.
Intern richt Williams zich niet op de eindklassering van dit jaar, maar op meetbare interne doelen. Hoe snel bouwt het team een voorvleugel? Hoeveel gebeurt intern, hoeveel extern?
Hoeveel windtunneltijd is nodig om prestatie toe te voegen? Het zijn deze indicatoren die uiteindelijk de basis vormen voor blijvend succes.
Dat Williams al structureel meedoet in de subtop is geen toeval. Het team heeft meer personeel dan ooit (meer dan 1.000), een technische topstructuur onder leiding van Pat Fry, en heeft grote stappen gezet in werkprocessen en investeringen.
“We willen niet nog een decennium verspillen aan lapmiddelen. Dit keer doen we het goed,” besluit Vowles.
De heropbouw is zichtbaar op de baan, maar komt voort uit jaren van voorbereiding.
Vowles blijft realistisch. Hij zegt dat Williams pas in 2027 of 2028 opnieuw een echte frontrunner kan zijn. Maar wat hij nu ziet, is hoopgevend: stabiliteit, richting en oprechte vooruitgang.
En als dat betekent dat 2025 – ondanks het beste seizoen in jaren – moet worden opgeofferd voor iets groters, dan is dat volgens hem een keuze die het waard is.