Ferrari beleeft een wisselvallige start van het Formule 1-seizoen 2025. De prestaties zijn niet constant en de kloof met de topteams blijft duidelijk zichtbaar.
Vooral het verschil tussen kwalificatie- en racepace vormt een hardnekkig probleem, ondanks vroege upgrades aan de SF-25.
Ferrari heeft in de openingsronden gemiddeld als vierde team gekwalificeerd. In de race weet Charles Leclerc af en toe de snelheid van de leiders te benaderen, zoals in Bahrein en Saoedi-Arabië.
Toch blijft het onderliggende probleem hardnekkig aanwezig. Teambaas Fred Vasseur vatte het treffend samen:
“Het moeilijkste om uit te leggen is het verschil tussen de snelheid in de kwalificatie en de snelheid in de race.”
In Jeddah kon Leclerc de pace van Max Verstappen gedurende de laatste veertig ronden grotendeels volgen.
Toch waren de achterstanden in de kwalificatie te groot, waardoor waardevolle seconden verloren gingen in de openingsfase van de races. Vasseur benadrukte:
“We moeten ons verbeteren in de kwalificatie en consistenter worden.”
Het structurele probleem ligt deels bij de balans van de auto, die erg gevoelig is voor kleine veranderingen.
Eerste upgrades brachten beperkte verbetering
In Bahrein introduceerde Ferrari het eerste updatepakket, met als belangrijkste wijziging een nieuwe vloer. Dit pakket was bedoeld om de aerodynamische efficiëntie te verbeteren en de neerwaartse kracht op hoge snelheid te vergroten.
De achterliggende problemen, zoals instabiliteit aan de achterkant, bleven echter grotendeels bestaan.
Opvallend genoeg was deze update al gepland voor het seizoen begon, en geen directe reactie op de vroege teleurstellingen. Tijdens het raceweekend in Saoedi-Arabië bleef Vasseur terughoudend over nieuwe updates:
“Het potentieel is er,” gaf hij aan, maar grote nieuwe onderdelen bleven uit.
Volgens bronnen brengt Ferrari tijdens de volgende races in Miami en Imola geen noemenswaardige verbeteringen aan.
De kern van Ferrari’s huidige strijd ligt bij de onvoorspelbare balans van de SF-25. De set-up van de auto heeft een smalle marge waarin hij optimaal functioneert.
Kleine aanpassingen of veranderende omstandigheden kunnen de prestaties flink beïnvloeden. Lewis Hamilton gaf zijn worstelingen openlijk toe:
“Ik worstel om de auto onder me te voelen,” verklaarde hij na de race in Saudi-Arabië.
Hamilton heeft moeite met de instabiliteit bij het insturen, wat leidt tot onderstuur in de middensector van bochten. Leclerc, die een agressievere rijstijl hanteert, weet beter om te gaan met deze eigenschappen en haalt zo meer uit de SF-25.
Ook mechanische aspecten, zoals de geometrie van de ophanging en de gewichtsverdeling, lijken bij te dragen aan de problemen. Daarnaast speelt aerodynamica een grote rol, vooral het ontwerp van de vloer.
Ferrari’s huidige ondervloer vereist een hogere rijhoogte om slijtage van de plank te voorkomen, wat leidt tot een verlies aan neerwaartse kracht en flexibiliteit.
Blijft Ferrari doorgaan met ontwikkelen?
Ondanks de tegenvallende start blijft Ferrari vasthouden aan het ontwikkelen van de SF-25. Er is nog geen sprake van een abrupte overstap naar de focus op 2026.
Technisch directeur Loïc Serra en aerohoofd Diego Tondi blijven inzetten op verbeteringen, waarbij gebruik wordt gemaakt van windtunneltests en CFD-simulaties.
Nieuwe onderdelen worden in de zomer verwacht, waarbij het doel is om de rijdbaarheid te verbeteren en de balans minder grillig te maken. Maranello houdt dus vertrouwen in de mogelijkheid om het potentieel van de SF-25 alsnog beter te benutten.
Tegelijkertijd wordt er parallel gewerkt aan het project voor 2026. Afdelingen binnen Ferrari splitsen hun focus sinds januari, zodat de voorbereiding op de nieuwe reglementen niet stilvalt. Toch blijft de SF-25 voorlopig prioriteit.
Een onverwachte factor die Ferrari mogelijk kan helpen, is de nieuwe technische richtlijn die vanaf de Grote Prijs van Spanje van kracht wordt.
Deze richt zich op het beperken van flexibele voorvleugels. McLaren lijkt volgens geruchten het meest kwetsbaar te zijn voor deze regelwijziging, omdat hun vleugelontwerp zich op het randje van de regelgeving zou bevinden.
Ferrari’s houding tegenover deze nieuwe richtlijn wordt omschreven als “neutraal”, maar bronnen binnen de paddock suggereren dat ook Ferrari flexibele oplossingen heeft toegepast.
De daadwerkelijke impact van deze wijziging op de verhoudingen in de top van het veld moet nog blijken.
De technische veranderingen zouden in theorie de prestatiekloof kunnen verkleinen, maar het blijft onzeker of Ferrari hier direct van kan profiteren zonder zelf getroffen te worden.
