Adrian Newey heeft amper drie maanden officieel voor Aston Martin gewerkt, maar zijn eerste scherpe oordeel laat niets aan de verbeelding over.
Tijdens zijn trackside-debuut in Monaco legde hij een fundamentele zwakte bloot die de toekomstplannen van het team flink kan vertragen: de simulator klopt niet. En dat is allesbehalve een detail.
De ruggengraat van moderne Formule 1-ontwikkeling blijkt volgens Newey simpelweg niet bruikbaar. “Hij correleert totaal niet.”
“Het voelt alsof we een tijdlang blind hebben gereden.”
Bij veel teams geldt de driver-in-loop simulator als dé tool voor afstelling, ontwikkeling en voorbereiding. Maar bij Aston Martin blijkt juist dát systeem een probleem. Newey stelt dat de feedback uit de simulator niet overeenkomt met de werkelijkheid op het circuit:
“Het is een fundamenteel onderzoeksinstrument dat momenteel niet functioneert zoals het zou moeten.”
Dit betekent dat wanneer coureurs set-upaanpassingen simuleren of nieuwe onderdelen testen, de resultaten daarvan misleidend zijn. Hierdoor ontstaan verkeerde beslissingen en verkeerde verwachtingen — iets wat Aston Martin al langere tijd parten speelt.
De ernst van de situatie is groot. Volgens Newey zou het oplossen van deze correlatieproblemen wel eens “twee jaar” kunnen duren. Een bittere pil voor Lawrence Stroll, die miljoenen investeerde om juist nú stappen te maken richting de top van het veld.
Cowell spreekt tegen: ‘Geen jaren, maar maanden’
Toch is niet iedereen binnen het team het eens met die tijdsinschatting. Teambaas Andy Cowell nuanceerde Neweys uitspraak na afloop van de race in Monaco. Hij erkent het probleem, maar ziet het minder somber in:
“Het duurt geen twee jaar. Het is geen meningsverschil tussen mij en Adrian, het kost gewoon tijd.”
Volgens Cowell gaat het om een leerproces waarbij het team steeds meer vertrouwen krijgt in hoe en wanneer de simulator bruikbaar is. Tot die tijd wordt het instrument met voorzichtigheid gebruikt bij beslissingen rond afstelling en ontwikkeling.
Beide heren zijn het in elk geval over één ding eens: de tool zelf is niet kapot of nutteloos, maar het gebruik en de interpretatie ervan moeten fors verbeteren.
Een concreet voorbeeld van de invloed van de simulator kwam naar voren bij het nieuwe upgradepakket dat in Imola werd geïntroduceerd.
Deze set updates, ontwikkeld met behulp van de nieuwe simulator, bracht merkbare verbeteringen in de snelheid van de auto in het middenveld. Toch werden die prestaties niet omgezet in punten, wat suggereert dat de afstelling en interpretatie van data nog tekortschieten.
Newey noemt de situatie “suboptimaal”, maar benadrukt dat dit soort groeipijnen horen bij een team dat hard gegroeid is. Aston Martin heeft weliswaar een gloednieuwe windtunnel en volgens Newey “de beste fabriek in F1”, maar benut haar middelen nog niet effectief.
“Het ontwerp dat je in de tunnel stopt, maakt het verschil. Niet de tunnel zelf.”
Van onderpresterende outsider naar groot team met groeipijn
Aston Martin is al lang geen kleine uitdager meer. Het team heeft zich omgevormd tot een grote organisatie met hoogwaardige infrastructuur. Toch zijn de prestaties sinds het sterke begin van 2023 stagnerend.
Volgens Newey ligt dat niet aan de tools, maar aan het gebruik ervan. Er is een verschil tussen iets hebben en het goed toepassen.
De simulator had vorig jaar al operationeel moeten zijn, maar functioneert nu pas volledig — en dan nog niet naar behoren. Het verklaart waarom upgrades niet altijd werkten zoals voorspeld, of waarom onderdelen tijdens raceweekenden verwisseld werden in paniekachtige situaties. Cowell noemde het zelf “chaos”.
De herstructurering van de technische afdeling, zowel op de fabriek als aan het circuit, moet daar nu een einde aan maken. Een duidelijkere feedbackloop tussen de twee moet zorgen voor meer vertrouwen in het materiaal voordat het op de auto belandt.
Lawrence Stroll had gehoopt dat de miljardeninvesteringen zijn team sneller naar de top zouden brengen. Maar het oordeel van Newey is duidelijk: zonder goed werkende tools blijf je in het duister tasten.
En zelfs met de beste fabriek en een indrukwekkende windtunnel kom je nergens als je data niet klopt. Het verhaal van Aston Martin in 2025 is er dus een van tegenstrijdigheden.
Alles lijkt aanwezig voor succes — behalve het vermogen om alles goed samen te brengen. Neweys komst versnelt het inzicht, maar biedt geen quick fix. De simulator laat het afweten, en daarmee ook een belangrijk deel van het masterplan.
Het moge duidelijk zijn: Aston Martin is op de goede weg, maar pas als inzicht en infrastructuur elkaar vinden, komt de ware potentie van het project echt tot leven. Tot die tijd blijven de woorden van Newey nazinderen: “We zijn een beetje blind geweest.”