Een paar maanden geleden leek McLaren onaantastbaar. Lando Norris en Oscar Piastri deelden het podium alsof het routine was, en het team schreef zijn tweede opeenvolgende constructeurstitel met gemak bij.
Maar dat beeld kantelt razendsnel. Terwijl McLaren zijn ontwikkeling heeft stilgelegd, komt Red Bull met een reeks agressieve updates die de balans in het kampioenschap opnieuw dreigen te verschuiven.
Wat begon als een overwinningsmars, verandert in een zenuwenspel. Red Bull wint opnieuw races, Mercedes duikt weer op aan de top en McLaren lijkt plots de grip te verliezen. De vraag die het paddock bezighoudt: heeft McLaren te vroeg de rem erop gezet?
Andrea Stella, teambaas van McLaren, gooide recent een bommetje: zijn team is volledig gestopt met het ontwikkelen van de huidige auto. Geen nieuwe vloer, geen aangepaste voorvleugel, geen aerodynamische updates meer.
Het team richt al zijn pijlen op de revolutionaire regels die in 2026 van kracht worden. Dat klinkt strategisch slim, maar de gevolgen zijn direct zichtbaar op de baan.
Terwijl Red Bull en Mercedes hun auto’s blijven verfijnen, glijdt McLaren langzaam terug. De Britse auto’s — ooit de maatstaf voor snelheid — verliezen terrein op circuits met veel krappe bochten en zware remzones.
Stella noemde het risico “bewust en berekend”, maar erkent dat de huidige races lastig worden. “We hebben de ontwikkeling bevroren omdat we geloven dat wat we nu leren, straks niet meer relevant is,” zei hij. Een gewaagde gok, want Red Bull denkt daar precies anders over.
Red Bull’s comeback en technische wapenfeit
Red Bull is terug. Het team van Laurent Mekies heeft in de afgelopen races een reeks upgrades uitgerold: een nieuwe voorvleugel in Singapore, een vernieuwde vloer in Monza en verdere verfijningen in Baku.
Kleine verbeteringen, maar in de Formule 1 kan één tiende seconde per ronde het verschil maken tussen winst en verlies. Mekies verdedigde de aanpak:
“Door ons huidige project beter te begrijpen, versterken we ons vertrouwen in de methode voor volgend jaar.”
Die aanpak betaalt zich uit. Max Verstappen heeft de laatste races consequent voor Norris en Piastri gefinisht. In Singapore werd hij tweede, op Baku opnieuw op het podium — en telkens met overtuiging.
Red Bull’s terugkeer naar de top lijkt geen toeval, maar een bewuste heropleving. Alsof de prestatiedaling nog niet genoeg is, worstelt McLaren met een interne storm. In Singapore raakten Norris en Piastri elkaar tijdens de openingsronde.
Wat ooit een harmonieuze samenwerking leek, is veranderd in een broeierige rivaliteit. Volgens Mercedes-teambaas Toto Wolff is het pas het begin:
“De dieren komen eruit.”
Piastri noemde de actie van zijn teamgenoot “onacceptabel” en beet fel van zich af via de boordradio. Norris verdedigde zich door te zeggen dat hij Verstappen moest ontwijken.
Het team probeerde de situatie af te zwakken met de beruchte “papaya rules” — een interne afspraak om elkaar niet te raken — maar ingrijpen bleef uit.
De spanning in de McLaren-garage is voelbaar. Engineers zouden al stilletjes partij kiezen, en strategische keuzes tijdens races worden onder een vergrootglas gelegd. De strijd om het kampioenschap is veranderd in een psychologisch steekspel.
McLaren gokt alles op 2026. Volgens Stella is het zonde om nog middelen te steken in een auto die straks irrelevant is. Elke test, elk ontwerp en elke windtunnelsessie gaat nu naar de nieuwe generatie auto’s.
Maar die beslissing komt met een prijs. Door nu niets meer te verbeteren, verliest het team momentum — iets wat in Formule 1 cruciaal is. Red Bull en Mercedes gebruiken de resterende races niet alleen om punten te scoren, maar ook om hun methodes te verfijnen voor volgend jaar.
Het verschil in filosofie is opvallend. Red Bull gelooft dat het oplossen van huidige problemen helpt bij toekomstige successen. McLaren meent dat de nieuwe regels zo ingrijpend zijn dat alles van nul begint. Wie gelijk krijgt, weten we pas in 2026, maar voorlopig wint Red Bull het psychologische gevecht.
Verstappen en het technische keerpunt
De Grand Prix van Singapore was een symbolisch moment. Red Bull, jarenlang kwetsbaar op circuits met veel downforce, vond daar eindelijk de juiste balans. Verstappen eindigde tweede, vlak achter George Russell, ondanks een riskante bandenkeuze.
Zijn start op de zachte banden leek een gok die verkeerd uitpakte toen het asfalt sneller opdroogde dan verwacht, maar zijn tempo bleef indrukwekkend constant. Zelfs met klachten over “een auto die voelt alsof de handrem erop zit”, hield hij stand.
“Vechten voor de overwinning in Singapore betekent alles.”
De kleine updates aan de vloer en ophanging bleken goud waard. Het bewijs dat Red Bull weer grip heeft op circuits waar ze traditioneel zwak waren.
De gevolgen van deze machtsverschuiving zijn enorm. McLaren’s voorsprong slinkt, Verstappen komt dichterbij en Mercedes ruikt kansen. De circuits die nog komen — Austin, Mexico, Brazilië — zouden in theorie McLaren beter moeten liggen, maar met de recente ontwikkelingen is niets meer zeker.
Het momentum, ooit zo stevig in handen van McLaren, ligt nu bij hun grootste concurrenten. En met interne spanningen, een bevroren ontwikkelingsprogramma en een steeds snellere Verstappen, lijkt de kampioen ineens kwetsbaar.
Wat begon als een dominant seizoen is veranderd in een zenuwslopende strijd om overleving. Eén ding is duidelijk: Red Bull heeft zijn tanden weer gezet in de titelstrijd — en McLaren voelt het in elke bocht.
McLaren speelt een lange termijnspel dat zijn waarde pas over twee jaar zal tonen. Red Bull kiest voor de directe aanval en wint terrein. De inzet? Niet alleen dit kampioenschap, maar ook de toekomst van het team dat ooit onverslaanbaar leek.