Op het historische asfalt van Imola beleefde Ferrari een van de pijnlijkste kwalificaties uit haar moderne Formule 1-geschiedenis.
Charles Leclerc en Lewis Hamilton kwamen allebei niet verder dan Q2 en starten zondag respectievelijk als elfde en twaalfde. Wat begon als een weekend vol hoop eindigde in frustratie, ongeloof en keiharde woorden.
“We zijn gewoon nergens op dit moment.”
De monden vielen open toen bleek dat geen enkele Ferrari de top tien had gehaald op een circuit dat diep geworteld is in de geschiedenis van het team. Leclerc was zichtbaar aangeslagen en hield zich niet in.
“Er zit gewoon niet genoeg performance in de auto, en ik blijf mezelf herhalen. Dit is wat er in de auto zit. We moeten beter zijn.”
Op zijn cruciale ronde in Q2 verloor hij kostbare tijd, vooral in de langzamere bochten. Bij de Variante Alta raakte hij het moment kwijt, nadat de auto onderstuurde bij het insturen.
De SF-25 mist balans en grip waar dat het meeste telt, en ondanks een kleine topsnelheidvoorsprong verloor Leclerc het duel met onder andere Alex Albon in de langzame secties.
Van progressie naar wanhoop
Lewis Hamilton was evenmin te spreken over het resultaat, al voelde het volgens hem aanvankelijk alsof de auto eindelijk vooruitgang boekte. Dat gevoel verdween echter snel.
“Ik voel me echt kapot. We hebben dit weekend zoveel stappen vooruit gezet, de auto voelde beter, de balans was goed, de remmen ook. Maar in Q2 gebeurde het gewoon niet.”
Hij legde uit dat zijn tweede run op nieuwe banden zelfs trager was dan de eerste. Terwijl de rest van het veld de zachte banden optimaal wist te benutten, lukte het Hamilton en Leclerc niet om ze ‘aan’ te krijgen.
Dat is alarmerend, zeker omdat Ferrari juist gewerkt heeft aan een auto die zachter omgaat met banden over lange afstanden.
Vergelijkingen met de Williams van Albon – die zich nipt wél plaatste voor Q3 – maken het falen pijnlijk tastbaar. In bochten als Villeneuve verloor Ferrari tot 12 km/u in bochtensnelheid ten opzichte van de concurrentie.
Zelfs met het rechte-lijnvoordeel op het rechte stuk, bleek dat niet genoeg om de verloren tijd elders op het circuit goed te maken.
Voor een team dat zich profileert als topteam, is dit simpelweg onacceptabel. En het is niet de eerste keer dat de SF-25 tekortschiet als het er echt op aankomt.
Geen wonderen, wel upgrades
Leclerc gaf aan te blijven vechten, maar dat er een grens zit aan wat hij met deze auto kan doen.
“Ik kan vechten zoveel ik wil, maar ik kan geen wonderen verrichten. Dit is wat er in de auto zit.”
Ferrari heeft een upgradepakket in voorbereiding voor de Spaanse Grand Prix, maar Leclerc is sceptisch. Hij stelt dat het “een verdomd goede upgrade” moet zijn als het echt een keerpunt wil zijn.
In het verleden vielen updates vaak tegen of veranderden ze het gedrag van de auto op een manier die niet bij beide coureurs paste.
Het probleem zit dus dieper dan alleen een paar nieuwe onderdelen. Er lijkt structureel iets mis te zijn in de ontwikkeling van de auto.
Deze teleurstelling komt op een moment dat Ferrari onder een vergrootglas ligt. Hamilton heeft zich nog niet volledig thuis kunnen voelen bij zijn nieuwe team en raakt steeds verder verwijderd van de plekken waar hij zich thuis voelt: vooraan op de grid.
Ondertussen wordt Leclerc murw van het herhalen van dezelfde boodschap: er is simpelweg niet genoeg potentieel. En zolang dat niet verandert, blijven de topresultaten uit – hoe hard beide coureurs ook werken.
Ferrari weet dat het zich geen fouten meer kan permitteren. De kwalificatie in Imola was geen incident, maar een teken aan de wand. Of, zoals Hamilton het samenvatte:
“Je ziet iedereen… zij krijgen het voor elkaar met die banden. Wij niet.”
De Scuderia moet zich herpakken. Anders dreigt 2025 een herhaling te worden van de frustraties die het team al jaren achtervolgen.