Het is het soort band waar je Formule 1-auto liever omheen rijdt dan op rijdt. De natweerband van Pirelli, herkenbaar aan zijn blauwe zijwanden, is technisch indrukwekkend maar praktisch onbruikbaar. En dat is precies wat Pirelli nu probeert te veranderen.
De regenband kan per seconde 85 liter water verplaatsen – per band. Dat is 340 liter per seconde per auto. Klinkt indrukwekkend? Absoluut.
Maar op een natte Formule 1-zondag blijkt het eerder een vloek dan een zegen. Want dat enorme waterverplaatsende vermogen levert één ding vooral op: nul zicht. Zodra het regent, ligt de race vaker stil dan dat deze banden in actie komen. Dat moet anders, vindt Pirelli.
In heel 2025 zijn de blauwe regenbanden pas één keer gebruikt. En dan nog alleen heel even. Carlos Sainz monteerde ze op zijn Williams tijdens de sprintrace in Miami. Het was geen glansrol: kort daarna ging hij terug naar de intermediates.
En dat is precies het probleem waar Pirelli van af wil – niemand wil op die regenband rijden. Niet de teams, niet de coureurs en eigenlijk ook de fans niet.
Bij de GP van Brazilië was het weer hetzelfde liedje. Regen? Zeker. Maar coureurs bleven doorrijden op intermediates, omdat overstappen naar de natweerband eigenlijk gelijkstaat aan jezelf uit de race schrijven.
Te langzaam, te weinig grip bij minder water, te snel oververhit. Dus kiest iedereen liever voor het risico van aquaplaning dan voor de blauwe band.
Wat Pirelli wil veranderen
Daarom heeft Pirelli nu een test gedaan op Fiorano, het privétestcircuit van Ferrari. Charles Leclerc en Zhou Guanyu reden daar met zogenaamde ‘mule cars’ – aangepaste auto’s die het gewicht en de downforce van de 2026-auto’s moeten nabootsen.
Het doel? De natweerband verbeteren, zodanig dat hij echt bruikbaar wordt in een race. Niet alleen achter de Safety Car, maar ook bij normaal racetempo.
“We willen van de regenband een echte raceband maken, niet alleen iets voor neutralisaties,” zei Mario Isola, motorsportmanager bij Pirelli.
De focus ligt op de zogeheten ‘crossover point’ – het moment waarop de regenband sneller wordt dan de intermediate. Voor de vorige generatie natweerband lag die grens pas bij 120% van de droogtijd.
Met de nieuwste versie zitten ze op 118%. Maar Pirelli mikt op 116% of zelfs 115%, zodat de overstap eerder aantrekkelijk wordt. Het lastige is dat de regenband gemaakt is voor extreem natte omstandigheden.
Maar die omstandigheden leiden meestal tot rode vlaggen. En als het iets droger wordt, verslijt de regenband razendsnel. Het gevolg: niemand gebruikt ‘m.
Zelfs nu de compound minder gevoelig is voor temperatuur en het profiel stabieler zou moeten zijn bij zijwaartse belasting, blijft het gebruik beperkt.
Tijdens de test in Italië moest Pirelli bovendien improviseren. De zomer in Emilia-Romagna werkte niet mee – het bleef grotendeels droog.
En omdat de echte 2026-auto’s nog niet klaar zijn, moesten Leclerc en Zhou hun ronden afwerken in aangepaste auto’s met simulatielasten. Daarmee is de test per definitie niet exact.
“We hebben een nieuwe oplossing voor de extreme natte band die we nog moeten valideren,” aldus Isola.
En die validatie komt pas later dit jaar, als er wél natte omstandigheden zijn. Tot die tijd is het gokken.
Vertrouwen krijgen met de band
Wat er echt op het spel staat, is vertrouwen. De regenband heeft inmiddels zo’n slechte reputatie dat coureurs er met een boog omheen rijden.
Zelfs al zou Pirelli nu een perfecte band afleveren, het duurt nog even voor die ook daadwerkelijk in actie komt. Want vertrouwen in een F1-band bouw je niet op in een testdagje op Fiorano, maar in een chaotische GP waar het écht nat wordt.
Als Pirelli de regenband bruikbaar wil maken voor 2026, dan moet er niet alleen technisch iets veranderen – ook het imago moet op de schop.
Zolang de blauwe band gelijkstaat aan kansloos zijn, blijft-ie netjes in de pitbox liggen. Of, zoals afgelopen jaren, gewoon in het magazijn.
En dan maakt het niet uit hoeveel water je kunt verplaatsen per seconde. Als niemand je wil gebruiken, race je nooit mee.