Carlos Sainz rijdt in 2025 niet met een gereconstrueerd chassis uit het vorige seizoen. Williams heeft bevestigd dat het huidige model, de FW47, een gemodificeerde evolutie is van het chassis dat vorig jaar onder de FW46 zat.
Daarmee ontkracht het team geruchten over mogelijke technische achterstand of materiaalverschillen tussen hem en teamgenoot Alex Albon.
“Sinds ik in deze auto stapte, voelde ik me snel. Maar ik weet niet waar die snelheid ineens gebleven is.”
De speculatie kwam in een stroomversnelling na een reeks teleurstellende resultaten van Sainz, die in Australië crashte en in China slechts tiende werd na drie diskwalificaties van anderen.
In tegenstelling tot de verwachtingen voorafgaand aan het seizoen, waarin Sainz werd getipt als blikvanger bij Williams, is het Albon die tot nu toe de sterkste indruk maakt.
Hij finishte als zevende in China en staat in de onderlinge kwalificatieduels en raceklasseringen op voorsprong. F1-journalist Chris Medland maakte via X een einde aan het gerucht dat Sainz met een herstelde of verouderde FW46 rijdt.
“Zoals veel teams heeft Williams het chassis van 2024 aangepast voor dit jaar. Beide coureurs beschikken over hetzelfde materiaal. De monocoque voor 2025 is gemodificeerd vanuit de FW46, maar het is nog steeds dezelfde basis. De FW47 is een evolutie, in lijn met onze doelen voor 2026.”
Williams beschikt daarnaast over drie chassis, wat betekent dat er geen sprake is van een tekort of van coureurs die vastzitten aan één specifiek frame.
Sainz noemt prestatiedaling ‘onverklaarbaar’
Het verschil in vorm tussen de openingsraces en de recente optredens frustreert Sainz zichtbaar. Hij sprak openlijk over zijn verwarring na het weekend in China.
“Het is een van de vreemdste prestatieverschillen die ik ooit heb meegemaakt. In Bahrein, Abu Dhabi en zelfs aan het begin van Australië voelde het allemaal natuurlijk en snel. En toen verdween de snelheid ineens.”
De teleurstelling zit diep, juist omdat Sainz in tests en vroege runs liet zien dat hij zich snel thuis voelde in de Williams. Hij haalde een vijfde plaats in Australië, wat de verwachtingen aanwakkerde.
De terugval daarna kwam zonder duidelijke oorzaak. Wat volgde waren uitgebreide set-upwijzigingen, die zijn team afstemde op de afstellingen van Albon. Toch werkte die aanpak niet.
“We hebben veel aanpassingen gedaan, grotendeels zoals Alex. Maar bij hem werkte het goed tegen graining aan de voorkant, bij mij bleef dat probleem bestaan.”
De verwarring rondom de prestaties leidde tot speculaties over het materiaal van Sainz. De Spaanse journalist Carlos Miquel beweerde dat de Spanjaard reed met een chassis dat in 2024 betrokken was bij een crash.
Dat chassis zou hersteld zijn en opnieuw in gebruik genomen. Volgens Miquel kreeg Albon daarentegen het chassis dat Williams gebruikte tijdens de wintertests, wat impliceerde dat hij over een betere basis beschikte.
Die theorie kreeg voet aan de grond op sociale media, maar werd vervolgens tegengesproken door Medland en Williams zelf. Er is geen sprake van verschil in specificatie tussen de auto’s.
De verschillen in prestaties zitten dus niet in het materiaal, maar in de afstelling, omstandigheden of coureur zelf.
De bevestiging van de gelijke uitrusting is belangrijk, omdat geruchten over voorkeursbehandelingen snel kunnen escaleren. Voor Sainz is het echter ook confronterend: als het niet aan het chassis ligt, moet de oorzaak ergens anders worden gezocht.
Williams kampt niet met materiaaltekort
De verklaring van Williams geeft ook een inkijkje in hoe het team werkt binnen de beperkingen van het budgetplafond. Het is normaal geworden dat teams onderdelen hergebruiken of doorontwikkelen in plaats van volledig nieuwe ontwerpen te bouwen.
Williams geeft aan dat de FW47 in feite een doorontwikkeling is van de FW46, aangepast voor 2025, met als doel een vloeiende overgang naar het grote reglementenpakket van 2026.
Dat betekent echter niet dat de auto verouderd is. Integendeel, het aangepaste chassis is onderdeel van een planmatige evolutie.
Door meerdere chassis beschikbaar te hebben, houdt het team de flexibiliteit om te wisselen bij schade of prestatieproblemen. Sainz is dus niet beperkt tot één exemplaar, zoals sommige berichten insinueerden.
Deze aanpak is vergelijkbaar met wat andere middenveldteams doen. In plaats van middelen te verspillen aan nieuwe constructies, kiezen ze ervoor om met beperkte aanpassingen toch vooruitgang te boeken.
Voor een team als Williams, dat werkt met een beperkter budget dan de topteams, is dat een logische keuze. Met tien dagen tussen de GP van China en de volgende race in Japan, krijgt Sainz nu de tijd om samen met zijn ingenieurs te analyseren waar het misging.
“We hebben nu gelukkig wat tijd om alles te analyseren en een plan te maken voor Japan.”
De komende races worden cruciaal om te bepalen of het prestatiegat tussen hem en Albon incidenteel was of structureel. Het team weet nu zeker dat het niet aan het chassis ligt, wat de focus verschuift naar rijstijl, afstelling, rijgedrag en strategie.
In de wetenschap dat beide coureurs gelijk materiaal hebben, wordt het verschil zuiver zichtbaar op basis van uitvoering en interpretatie van het pakket.
Voor Sainz is het frustrerend, maar ook motiverend. Hij weet dat hij de snelheid in zich heeft. Dat bleek in de openingsfase van het seizoen. Nu is het een kwestie van die lijn hervinden en de kloof naar zijn teamgenoot dichten.