Lando Norris kreeg tijdens het weekend van de Grand Prix van Mexico-Stad te maken met iets wat hij niet gewend is: massaal boegeroep. Waar vorig jaar Max Verstappen nog het mikpunt was van het publiek, richtten de fans hun pijlen dit keer op de Britse McLaren-coureur.
En dat gebeurde niet alleen op zondag, maar het hele weekend door. Vanaf het moment dat Norris het stadion binnenreed, klonken er luide fluitconcerten.
Tijdens de kwalificatie, de race én bij de podiumceremonie werd de Brit uitgejouwd, ongeacht wat hij deed. Opvallend genoeg kregen andere coureurs juist applaus.
De Mexicaanse fans juichten voor Lewis Hamilton, Oscar Piastri, Charles Leclerc en zelfs Max Verstappen — die vorig jaar nog het doelwit was van dezelfde negatieve energie. Wat was er aan de hand?
Volgens een lokale journalist die aanwezig was bij de persconferentie na afloop, kwam de boosheid voort uit een incident eerder dit seizoen: de teamorder in Monza.
Daar moest Piastri zijn positie teruggeven aan Norris, iets wat veel fans zagen als een oneerlijke ingreep in de titelstrijd. Tijdens de persconferentie na de race in Mexico kwam het onderwerp opnieuw ter sprake.
Een Mexicaanse journalist confronteerde Norris met de gevoelens van de fans. Volgens hem waren veel toeschouwers boos omdat ze vonden dat Piastri in Monza was benadeeld en Norris daardoor kunstmatig in het voordeel was gebracht. De journalist vroeg hem recht op de man af:
“Ga je die punten aan Oscar teruggeven?”
Norris lachte de vraag weg. Hij zei dat het natuurlijk onmogelijk is om punten “terug te geven”.
“Wat moet ik doen? De FIA bellen en vragen of ze een paar punten van mij kunnen afpakken?”
Volgens de Brit was het een onrealistisch scenario. Om een dergelijk moment te herhalen, zou zich exact dezelfde situatie moeten voordoen — en dat is in de Formule 1 vrijwel onmogelijk. Toch bleef de kritiek vanuit de tribunes het hele weekend aanhouden.
Norris blijft koel onder druk
Hoewel het boegeroep bij sommige coureurs zichtbaar invloed heeft, bleef Norris opvallend ontspannen. Tijdens de podiumceremonie lachte hij de reacties weg, en ook in de persconferentie toonde hij geen tekenen van frustratie.
Hij gaf aan dat het hem “niet echt raakte” en dat hij zich liever focust op zijn prestaties op de baan dan op wat het publiek vindt. Voor Norris, die dit seizoen nog steeds volop meedoet in de strijd om het kampioenschap, lijkt de commotie eerder een bijzaak dan een afleiding.
De Brit heeft vaker te maken gehad met druk — van fans, media en rivalen — maar liet nog nooit zien dat het hem uit zijn evenwicht brengt. Zijn lach bij het verlaten van het podium sprak boekdelen: hij laat zich niet gek maken.
Norris was overigens niet de enige die negatieve reacties kreeg van het Mexicaanse publiek. Liam Lawson, coureur van Racing Bulls, moest het eveneens ontgelden.
De fans namen hem kwalijk dat hij eerder dit jaar Sergio Pérez’ plek bij Red Bull had ingenomen. Tijdens de race kreeg Lawson bovendien de schrik van zijn leven toen hij op ronde drie bijna in botsing kwam met een baancommissaris.
Terwijl marshals bezig waren met het opruimen van brokstukken bij bocht één, reed Lawson onverwacht uit de pitstraat.
De FIA moest ingrijpen: het incident werd onderzocht, en volgens de verklaring was de instructie om de baan vrij te geven al ingetrokken toen duidelijk werd dat Lawson onderweg was. De dubbele gele vlaggen bleven uit voorzorg hangen.
Het Mexicaanse weekend kende meer opmerkelijke taferelen. Zo was er opnieuw ophef over de “tape wars” bij McLaren — een terugkerend ritueel waarbij teamleden tape op de grid plakken om Norris te helpen zijn auto perfect te positioneren voor de start.
Volgens bronnen binnen Red Bull was de FIA daar niet bepaald blij mee. De tape zou meermaals zijn verwijderd en teruggeplaatst, tot ergernis van de officials.
Daarnaast was er een kortstondige brand in de auto van Carlos Sainz, die zijn race vroegtijdig moest beëindigen. De marshals grepen snel in, waardoor de race slechts kort onder virtuele safety car-condities doorging.
Ondertussen stal Fernando Alonso de show met een Mexicaanse luchador-masker, waarmee hij incognito meedeed aan pitstopoefeningen. Ook George Russell dook met zo’n masker de tribunes in om als fan naar de actie te kijken — een zeldzame, luchtige kant van de F1.
Pau O’Ward, mode en Mexicaanse sfeer
Een andere opvallende verschijning was McLaren-reservecoureur Pato O’Ward, die tijdens de eerste vrije training zijn thuispubliek mocht vertegenwoordigen.
De Mexicaans-Amerikaanse coureur reed ondanks voedselvergiftiging op donderdagavond, en moest na afloop behandeld worden in het medische centrum. Zijn hartslag liep op tot 140 slagen per minuut, maar hij wist zijn sessie toch af te maken.
Later in het weekend verscheen O’Ward in een opvallend op maat gemaakte jas — volgens bronnen gemaakt door dezelfde kleermaker die ooit Elvis Presley kleedde. Het kledingstuk trok de aandacht van pers en fans, en symboliseerde de flamboyante sfeer van het raceweekend.
Wie tijdens het raceweekend trek kreeg, moest diep in de buidel tasten. Achter de tribunes werden onder meer tacos verkocht voor tien dollar, hotdogs voor elf en hamburgers voor 21 dollar.
De goedkoopste snack? Gefrituurde bananenchips voor drie dollar. En voor de liefhebbers van sterke drank: een shot rum, tequila of mezcal kostte tien dollar.
Ondanks de hoge prijzen was de sfeer over het algemeen feestelijk. Alleen wanneer Lando Norris in beeld kwam, sloeg de toon om. Het fluitconcert was luid, hardnekkig en opvallend unaniem — een teken dat de fans hun onvrede over Monza nog niet hebben verwerkt.