Max Verstappen veroverde in Miami opnieuw de poleposition met een ronde die technisch niet foutloos was, maar strategisch perfect getimed en uitgevoerd.
De Nederlander bleef Lando Norris met 0,065 seconden voor, ondanks dat Red Bull over het geheel genomen niet de snelste auto had. McLaren daarentegen faalde opnieuw op het scherpst van de snede.
Volgens analist Mark Hughes is dit precies waar het verschil wordt gemaakt. Red Bull maximaliseert de performance wanneer het ertoe doet, terwijl McLaren cruciale details mist.
Andrea Stella gaf toe dat zijn team op zaterdag eigenlijk de eerste startrij had moeten bezetten. Norris en Piastri hadden daarvoor de snelheid, maar maakten op beslissende momenten fouten.
“We moeten beter uitvoeren en preciezer zijn. Lando zat er goed in tot bocht 17. Oscar verloor zijn ritme dat hij in Q2 wél had.”
Strategische scherpte: Verstappen weet zijn moment te kiezen
Wat Verstappen onderscheidde, was zijn vermogen om binnen de marges van de auto te blijven en toch maximale prestatie eruit te halen. Ondanks overstuur in bocht 1 en banden die niet op temperatuur waren, bleef hij kalm.
In sector 1, waar Red Bull iets meer downforce had dan McLaren, maakte hij direct het verschil.
“Het eerste deel van de ronde was waar hij echt het verschil maakte, zei Christian Horner. Max overdrive daar niet, terwijl de McLarens dat wel deden. Hij was foutloos in het deel waar McLaren de hele tijd domineerde.”
Verstappen gaf aan dat het team verbeteringen had doorgevoerd sinds de sprint. Kleine aanpassingen zorgden ervoor dat de balans net genoeg verbeterde om de auto bruikbaar te maken in Q3.
De nieuwe vloer leverde geen nadeel op, maar de auto blijft gevoelig in langzame bochten. Dat Lando Norris slechts zes honderdsten tekortkwam, maakt de misser extra pijnlijk.
In bocht 17 activeerde hij kortstondig een andere differentieel-instelling, wat meer rotatie opleverde dan verwacht. Hij raakte daardoor hard het binnenste kerbstone, wat zijn uitgang verstoorde.
Piastri had eerder al zijn beste rondetijd in Q2 gereden, maar kon die vorm in Q3 niet herhalen. Stella erkende dat de auto in races voorspelbaar is, maar dat hij onder kwalificatiedruk onverwachte gedragingen vertoont.
Op een glad circuit met weinig grip en met de zachte C5-band, die al snel buiten het optimale venster zit, is zo’n fout snel gemaakt.
“Het circuit had weinig grip na de regen en die band is gevoelig. En zoals we vaker zien dit seizoen: zodra je moet pushen, toont de auto kleine verrassingen.”
Antonelli bevestigt Mercedes-potentieel, Russell worstelt
Kimi Antonelli toonde opnieuw zijn waarde voor Mercedes. Hij kwalificeerde zich als derde en wist zich tussen de McLarens te nestelen. Hij was sneller dan zijn teamgenoot George Russell, die zich vijfde kwalificeerde.
Russell voelde zich niet op zijn gemak in de auto op dit gladde asfalt met zachte banden.
“Ik ben dit jaar tot nu toe erg zelfverzekerd geweest in de auto, maar hier voel ik me gewoon niet verbonden,” gaf Russell toe.
De Mercedes bleek snel op het rechte stuk, maar moest daardoor met minder vleugel rijden. Daardoor verloor de auto grip in de remzones van de langzame bochten, met name bocht 17.
Toch wist Antonelli het maximale eruit te halen, iets waar Russell niet in slaagde.
Charles Leclerc moest alles uit de kast halen om überhaupt Q3 te halen. Hij meldde via de boordradio dat zijn ronde het maximaal haalbare was.
In Q3 zelf kwam hij niet verder dan P8, ruim een halve seconde achter Verstappen. Lewis Hamilton kwam daar vlak achter, maar redde het niet tot de laatste sessie.
De auto, die opnieuw herbouwd was na zijn aquaplaning-crash voorafgaand aan de sprint, voelde voor Leclerc niet goed aan.
“We hebben de auto volledig moeten aanpassen tussen Q1 en Q2. Mijn Q3 ronde was goed, maar er staan twee Williams-auto’s voor ons. We verliezen te veel in de langzame bochten.”
Ferrari had zichtbaar moeite met het tempo in sector 2 en 3, waar tractie en balans essentieel zijn. De SF-25 blijft daarmee worstelen op circuits met veel lage snelheidsbochten.