Een schokgolf gaat door de paddock: de V8-motor maakt mogelijk zijn rentree in de Formule 1. FIA-president Mohammed Ben Sulayem spreekt er niet langer omheen — voor hem is het geen kwestie van of, maar wanneer.
Terwijl teams miljarden pompen in hybridesystemen, pleit hij voor een radicale ommezwaai. Dat geluid komt op een moment waarop de sport al richting volledige elektrificatie beweegt.
De V6-hybrides van nu worden volgend jaar complexer én duurder, met een evenwichtige verdeling tussen brandstof en elektrische aandrijving. Maar achter de schermen broeit het.
De V8 verdween in 2013 uit de Formule 1, maar volgens Ben Sulayem is dat binnenkort verleden tijd. Tijdens het raceweekend op Silverstone bevestigde hij zijn ambitie openlijk, ondanks dat eerdere geruchten rondom een V10-comeback waren afgeschoten na paniek bij motorleveranciers als Audi.
“Voor ons gebeurt het gewoon: die V8 komt terug, aldus Ben Sulayem. De teams beginnen te beseffen dat dit de juiste richting is.”
Hij claimt daarbij de steun van Formule 1 Management (FOM) én van meerdere teams. Wat eerst als nostalgie werd afgedaan, begint uit te groeien tot een serieus plan met financiële onderbouwing en technische logica.
Kostenexplosie duwt teams richting eenvoud
Een van de grootste drijfveren achter deze hernieuwde liefde voor de V8 is simpel: geld. De huidige krachtbronnen zijn astronomisch duur. De kosten voor onderzoek, ontwikkeling én productie rijzen de pan uit.
“De huidige motor is zó ingewikkeld, je hebt geen idee, stelt Ben Sulayem. Alleen al R&D kost 200 miljoen dollar. En dan komt de motor zelf nog eens op 1,8 tot 2,1 miljoen per stuk.”
Een terugkeer naar de V8-motor zou volgens hem meer dan 50% kunnen besparen op die uitgaven. Bovendien sluit het concept beter aan bij bestaande commerciële modellen — veel autofabrikanten leveren immers nog steeds V8-motoren in straatauto’s.
Het is niet alleen een kostenkwestie. Voor veel fans (en niet te vergeten coureurs) staat de V8 synoniem voor spektakel. Het brullende motorgeluid, de hogere toeren, het pure gevoel.
De moderne hybridekrachtbronnen mogen dan technologisch indrukwekkend zijn, ze missen de beleving van vroeger. Toch blijft er weerstand. Vooral van OEM’s die hun intrede in F1 baseren op elektrificatie.
Audi en Cadillac, bijvoorbeeld, zijn juist aangetrokken door de hybride toekomst van de sport. Een V8-comeback zou hun investeringen onder druk zetten — en dat maakt dit plan politiek gevoelig.
Praktische hobbels op de weg naar 2029
De FIA mikt op 2029 als mogelijke introductie van het nieuwe motorreglement. Volgens Ben Sulayem is er minimaal drie jaar nodig om alles goed te ontwikkelen. Dat lijkt realistisch, maar is ook ambitieus.
De infrastructuur, regelgeving én budgetverdeling moeten op de schop. Bovendien zou het plan geen pure terugkeer naar klassieke V8’s worden.
Door stijgende brandstofprijzen ligt een hybride variant op tafel: een V8-blok in combinatie met beperkte elektrische ondersteuning. Dat zou de commerciële relevantie verhogen én een brug slaan naar duurzaamheid.
“De brandstof is ontzettend duur, en transmissies zijn dat ook,
benadrukt de FIA-president. Maar dit is haalbaarder dan die krankzinnige V10’s waar eerst over gesproken werd.”
Naast de motorrevolutie liet Ben Sulayem nog iets opvallends los: hij staat open voor een twaalfde team op de grid. Na de moeizame toetreding van Cadillac in 2026 lijkt hij bereid om die deur vaker op een kier te zetten. Mits het “waarde toevoegt” aan het F1-ecosysteem.
Of het nu om meer auto’s of ouderwetse motoren gaat — de FIA-president lijkt te willen terugkeren naar een Formule 1 die simpeler, spectaculairder én betaalbaarder is. Dat pad ligt vol valkuilen, maar de eerste stap is gezet. De motor van verandering is gestart.