De Formule 1 staat opnieuw op een technisch kruispunt. Terwijl teams miljoenen pompen in hypergeavanceerde hybridekrachtbronnen voor 2026, klinkt vanuit de FIA een ander geluid: terug naar de V8. Goedkoper, eenvoudiger, en commercieel verstandiger. En het momentum groeit.
Tijdens het GP-weekend in Silverstone herhaalde FIA-president Mohammed Ben Sulayem zijn oproep: de Formule 1 moet snel overwegen om de overstap te maken naar een goedkopere V8-motorformule. Volgens hem kan dat al in 2029, slechts drie jaar na de invoering van de geplande nieuwe hybridekrachtbronnen.
Het is niet de eerste keer dat Ben Sulayem zich uitspreekt over de kosten van de moderne F1-powerunits. Maar dit keer ging hij verder. In gesprek met Britse media legde hij harde cijfers op tafel.
“De huidige krachtbron is zo ingewikkeld, je hebt geen idee. R&D kost inmiddels 200 miljoen dollar. De motor zelf kost tussen de $1,8 en $2,1 miljoen per stuk.”
Een eventuele overstap naar een conventionele V8 met een lichtere, goedkopere vorm van hybridetechniek zou volgens hem leiden tot een kostenreductie van “meer dan 50 procent in alles”.
Het gaat niet alleen om de motor. Ook de transmissies zijn complex en duur, en de huidige systemen wegen zwaar op de ontwikkelbudgetten van de teams. En dat terwijl F1 de komende jaren juist budgetcaps en verduurzaming wil combineren met betere races en toegankelijkheid.
Waarom juist een V8?
De keuze voor een V8, in plaats van de nostalgische V10 waar eerder over werd gesproken, is volgens Ben Sulayem logisch.
“Veel autofabrikanten bouwen zelf V8’s. Commercieel klopt het dus beter. En een lichtere motor helpt ook om het minimumgewicht van de auto’s terug te dringen.”
Hoewel de FIA inzet op duurzame brandstoffen en een zekere vorm van elektrificatie, hoeft dat volgens hem niet te betekenen dat men vastzit aan de huidige, extreem complexe hybrideconstructies. Een meer ‘bescheiden’ hybride-V8 zou zowel technisch eenvoudiger als financieel aantrekkelijker zijn.
Hoewel er na de bijeenkomst in Bahrein eerder dit jaar nog geen officiële gesprekken zijn gestart over de periode na 2026, groeit de steun volgens de FIA-president. Zowel FOM als enkele teams zouden zich inmiddels “optimistisch en positief” tonen over het plan.
“Met de teams nu – ik ben optimistisch, blij zelfs. FOM steunt het. De teams zien in dat dit de juiste weg is.”
Ben Sulayem benadrukte ook dat er tijd nodig is om zo’n overstap goed voor te bereiden: minstens drie jaar. Daarom moet er nú al over nagedacht worden, wil men in 2029 kunnen starten met een nieuwe motorformule.
Meer dan alleen motoren: ook ruimte voor nieuw team?
In hetzelfde gesprek liet Ben Sulayem ook doorschemeren dat de Formule 1 mogelijk ruimte wil maken voor een twaalfde team. Hoewel het langlopende project rondom General Motors en Cadillac voor 2026 nog onzeker blijft, kijkt de FIA al verder – onder andere naar China.
“De tijd zal komen dat we het juiste moment vinden om een aanvraagronde te openen. Maar het moet waarde toevoegen. We doen het niet zomaar.”
Een nieuw team zou, net als bij vorige procedures, door een streng selectietraject moeten. Er is op dit moment geen concrete aanvraag, maar de FIA houdt de deur op een kier.
De roep om goedkopere motoren raakt aan meerdere pijnpunten in de Formule 1: stijgende kosten, steeds zwaardere auto’s, en een sport die dreigt te vervreemden van het publiek. De terugkeer van V8-motoren – met moderne duurzaamheidseisen – kan een brug slaan tussen nostalgie en realiteit.
Of het lukt, hangt af van de machtige belangen binnen de sport: fabrikanten, commerciële rechtenhouders en regelgeving. Maar één ding is duidelijk: het idee leeft. En het momentum groeit.