De Formule 1 is het zat. Nadat Yuki Tsunoda en Jack Doohan de afgelopen weken werden overladen met online haatberichten, heeft de sport een duidelijk signaal afgegeven: dit moet stoppen.
Het incident, dat begon met een valse Instagram-story van een parodieaccount, liep uit de hand toen Argentijnse media het bericht als echt verspreidden. De gevolgen waren pijnlijk voelbaar voor de betrokken coureurs.
“Niemand zou online of op welke manier dan ook misbruikt mogen worden.” – Officieel statement van Formula 1
Wat begon als een steunbetuiging aan de teruggekeerde Franco Colapinto, veranderde in een giftige online campagne tegen zijn collega’s. De aanleiding?
Een onschuldig incident tijdens de vrije training en een verzonnen quote uit de mond van Doohans vader. De online reacties liepen uit de hand – en het was niet de eerste keer.
Van passie naar pestgedrag: wanneer fans te ver gaan
De terugkeer van Franco Colapinto in een Alpine-auto zorgde voor een golf van enthousiasme in Argentinië. Maar binnen die enthousiaste groep bleek ook een radicale onderstroom te zitten.
Vooral Jack Doohan werd mikpunt van frustratie, omdat hij plaats moest maken voor de Argentijn. Toen vervolgens een nepbericht opdook waarin zijn vader zogenaamd de draak stak met Colapinto’s crash, brak de storm los.
“Ze zijn enorm gepassioneerd, maar ook heel hard voor anderen. Er moet respect zijn,”
Het incident met Yuki Tsunoda volgde kort daarop. Tijdens de vrije training in Imola maakte hij gebaren richting Colapinto na een klein moment van hinder.
Volkomen normaal in een raceweekend, maar het werd uitvergroot tot een persoonlijke aanval. Op zijn Instagram werd hij vervolgens overspoeld met beledigingen en racistische opmerkingen – afkomstig van dezelfde groep.
Toch waren er ook andere stemmen. Veel Argentijnse fans boden excuses aan en steunden Tsunoda in de reacties. Het toont aan dat het slechts een kleine, maar luide minderheid is die de sport in diskrediet brengt.
Het incident was de druppel voor zowel de FIA als de betrokken teams. Alpine riep publiekelijk op tot respect, en de FIA verwees naar hun bestaande campagne tegen online misbruik.
De sport zet steeds vaker in op bewustwording en moderatie, maar erkent ook dat ze het niet alleen kunnen.
“Jack Doohan en Yuki Tsunoda zijn geweldige mensen en ambassadeurs voor onze sport. Zij en hun families verdienen respect,”
aldus Formula 1 in een officieel statement.
De roep om actie gaat nu verder dan het modereren van eigen sociale media-accounts. De sport vraagt technologiebedrijven nadrukkelijk om verantwoordelijkheid te nemen.
Niet alleen met tools, maar ook met actieve handhaving. Het is een oproep aan platformen zoals X en Meta om de prioriteit van contentmoderatie terug te brengen naar het niveau dat nodig is.
Sociale media: van fanplatform naar bedreiging
In theorie is sociale media bedoeld om fans dichter bij hun favoriete teams en coureurs te brengen. In de praktijk is het vaak een giftige arena waarin anonieme accounts mensen beschadigen
Vooral jonge coureurs, die zichtbaar zijn maar weinig mediabescherming krijgen, lopen risico.
“Ik geniet ervan om minder op mijn telefoon te zitten,” zei Lando Norris in Imola. “Social media is voor mij vooral een verspilling van tijd en energie.”
Norris is niet de enige die zich terugtrekt. Steeds meer coureurs beperken hun online aanwezigheid uit zelfbescherming. De grens tussen kritiek en haat is vervaagd.
En het is niet langer iets wat je kunt negeren – zeker niet als het via nepinformatie wordt aangewakkerd. De neppost over Doohan senior is daar een extreem voorbeeld van.
Het feit dat serieuze media het bericht als waar verspreidden, bewijst hoe snel desinformatie grip kan krijgen. De gevolgen zijn ernstig. Niet alleen voor de reputatie van de coureurs, maar ook voor hun mentale gezondheid.
Tijd voor actie: wie pakt de verantwoordelijkheid?
De boodschap vanuit de Formule 1 is helder: wie zwijgt, werkt mee. De sport werkt al samen met teams, coureurs en overkoepelende organisaties om haatberichten te signaleren en blokkeren.
Maar zolang de platformen zelf hun systemen niet opschalen, blijft het dweilen met de kraan open.
“We hebben de platforms nodig om de verspreiding van walgelijke reacties en misbruik te stoppen,” staat in het statement van Formula 1.
Het debat over verantwoordelijkheid is dus verschoven. Niet alleen de gebruiker, maar ook het systeem moet op de schop. De roep om menselijke moderatie, strengere rapportages en snellere reacties wordt luider.
Fans mogen gepassioneerd zijn – maar het mag nooit ten koste gaan van de veiligheid en waardigheid van de mensen op de baan.
In een sport waar precisie en respect alles betekenen, hoort dat ook online het uitgangspunt te zijn. Of je nu een wereldkampioen bent of een rookie. De grens is bereikt.