Charles Leclerc kon in SQ3 rekenen op een goed presterende auto, maar verloor cruciale tijd door een verkeerde positionering op de baan.
Die fout, gemaakt op het moment dat de Ferrari SF25 nog op temperatuur moest komen, kostte hem een plek op de tweede startrij van de sprintrace in Miami. De Monagas eindigde uiteindelijk zesde, terwijl er meer in zat.
Tijdens het laatste kwalificatiedeel reden beide Ferrari-coureurs op zachte banden. Het lukte echter niet om de Pirelli Softs optimaal te benutten, vooral vanwege de delicate opwarmprocedure.
Ferrari koos voor een geleidelijke aanpak, met veel radio-instructies over temperatuurmanagement en positionering op de baan.
Juist daar ging het mis voor Leclerc: zijn uitgangspositie voor de ronde was niet ideaal, waardoor hij in sector 1 al direct ongeveer 0,2 seconde verloor ten opzichte van Max Verstappen.
“Ik kwam te laat de baan op. Daardoor zat ik niet in het juiste ritme en verloor ik veel tijd in sector 1.”
Ook de rest van zijn ronde verliep niet foutloos. In bocht 17 verloor hij grip in het midden van de bocht, wat resulteerde in een minder krachtige exit.
De tractie was onvoldoende om nog een aanval te plaatsen op de tijden van de top vijf. Volgens de tijdsanalyses had Leclerc, zonder deze fout bij het verlaten van de pitstraat, een tijd kunnen neerzetten die in de buurt lag van Verstappen.
Maar nu eindigde hij op drie tienden achterstand.
Bandentemperatuur en positionering blijven struikelblok voor SF25
Ferrari had al tijdens SQ1 moeite met het opwarmen van de banden. De engineers gaven via de radio talloze instructies om de banden op temperatuur te krijgen.
Voor de achterbanden werd veelvuldig op de remmen gedrukt, terwijl de voorbanden met slingerbewegingen werden opgewarmd. Toch bleek het lastig om het juiste venster te vinden, zeker in de openingssector.
Tijdens SQ2 herhaalde het patroon zich. Leclerc maakte bij het ingaan van bocht 11 opnieuw een fout door te laat te remmen, een moment dat hij zelf erkende via de radio.
“Ik remde te laat in bocht 11,” gaf Leclerc toe nadat hij de apex volledig miste.
Die fout kwam bovenop een eerdere correctie aan het begin van sector 1, waar hij zichzelf moest herstellen na een overrotatie.
De Ferrari SF25 toonde wel snelheid, maar bleef instabiel in de langzame delen van de baan. Precies daar waar coureurs zoals Kimi Antonelli wel het verschil konden maken.
Ook Lewis Hamilton, inmiddels duidelijk nog niet één met de SF25, worstelde in bijna alle segmenten met rotatieproblemen.
Vooral in sector 2 verloor hij vaak tijd doordat de auto niet goed instuurde. In China werkte zijn aanpak nog, maar in Miami was het gevoel volledig zoek.
Leclercs snelheid was op veel momenten competitief. In SQ1 en SQ2 kon hij zich eenvoudig plaatsen voor het volgende segment. De pure prestaties van de auto in snelle sectoren waren degelijk.
Toch bleef er onzekerheid bestaan bij het insturen en bij het terugschakelen in technische secties. De rotatie van de auto bleef problematisch, wat terug te voeren is op de afstelling van het differentieel en de interactie met de bandentemperatuur.
Bij het ingaan van zijn laatste ronde in SQ3 had Leclerc nog een kans om zich richting de top vier te rijden. De trackpositie, te laat de baan op, zorgde ervoor dat hij geen vrije baan had in de eerste sector.
Daardoor moest hij liften en verloor hij meteen tijd. Zonder dat probleem was een vierde of vijfde plek realistisch geweest, gezien zijn tijden in sector 2 en 3.
Het team in Maranello was zich bewust van het belang van juiste timing, maar greep niet op tijd in. Die fout is moeilijk goed te praten op dit niveau, zeker wanneer het verschil in de top tien slechts tienden van seconden bedraagt.
Hamilton en Leclerc sluiten achteraan aan
Lewis Hamilton eindigde als zevende, net achter Leclerc. Zijn achterstand op de pole was meer dan een halve seconde. De Brit komt nog altijd snelheid tekort in de SF25, hoewel het gat met zijn teamgenoot langzaam kleiner wordt.
In sector 2 verloor hij consequent tijd, voornamelijk door onderstuur in bochten 5 tot en met 7. Die problematiek werd al eerder gesignaleerd, maar lijkt structureel.
De powerunit leverde geen problemen op, maar de afstelling liet de auto te veel schuiven. De auto voelt ‘licht op de vooras’, wat bij lage snelheid tot onderstuur leidt en bij hoge snelheid tot onbalans.
Hierdoor is het voor Hamilton lastig om het maximale uit zijn rondes te halen.
Beide Ferrari-coureurs lieten zien dat de auto potentieel heeft, vooral op snelle delen van het circuit. Maar zolang de rotatieproblemen niet opgelost zijn en fouten in timing blijven opduiken, blijft Ferrari steken rond de zesde en zevende plaats.
De grote verrassing kwam van Antonelli. De achttienjarige coureur van Mercedes pakte poleposition met een foutloze ronde op de zachte banden.
Zijn tijd was drie tienden sneller dan Max Verstappen en bijna zes tienden sneller dan Hamilton. Daarmee schreef hij geschiedenis als eerste Italiaan ooit met een pole in een sprintrace.
George Russell eindigde als vijfde, achter Verstappen en Piastri. Leclerc werd zesde, Hamilton zevende. Daarmee bevestigt Ferrari opnieuw dat het in de top vijf net tekortkomt op cruciale momenten.
Ferrari had kunnen meedoen voor de tweede startrij, maar liet het liggen op een bekend probleem: positionering, communicatie en timing. De auto was snel genoeg voor meer. De uitvoering was dat niet.