Lewis Hamilton maakt zich na zes races op rij zorgen over zijn overstap naar Ferrari. Na een veelbesproken vertrek bij Mercedes en een zege in de sprintrace in Shanghai, had men meer verwacht.
Maar buiten dat ene lichtpunt is het seizoen tot nu toe teleurstellend. De Brit staat slechts zevende in het klassement, zonder één podium in een Grand Prix.
“Ik denk echt dat deze auto performance heeft. Maar er is iets wat ons tegenhoudt.”
In Miami liet Hamilton het achterste van zijn tong zien. Zijn frustratie zat niet zozeer in het resultaat, maar in het gevoel dat er veel meer in de SF-25 zit dan eruit komt. Volgens hem is het verschil met eerdere races opvallend.
“Sinds China zijn we performance kwijt. Het zit erin, we kunnen het alleen niet gebruiken.”
Dat maakt het des te frustrerender. De auto presteert niet zoals hij zou moeten, zonder dat duidelijk is waar het aan ligt. Hamilton noemt geen technische details, maar benadrukt dat er iets in het systeem blokkeert.
Totdat dat probleem wordt opgelost, verwacht hij geen sprongen vooruit. In de tussentijd richt hij zich op andere onderdelen van het teamproces.
Hamilton eindigde in Miami als derde in de sprint, maar pas als achtste in de hoofdrace. Zijn twaalfde plek in de kwalificatie vormde de basis voor een lastig weekend.
Hij reed veel ronden in gevecht met zijn teamgenoot, wat ook niet hielp om het maximale uit zijn auto te halen.
Teamradio’s vol frustratie tussen Hamilton en zijn engineers
Tijdens de race viel op hoeveel radiocommunicatie er was tussen Hamilton en zijn engineers. De toon was gespannen. Hij kreeg niet de informatie die hij wilde, en leek continu te zoeken naar grip en vertrouwen.
Vooral in de gevechten met Charles Leclerc kostte dat tijd en ritme.
“Het was alsnog een goede dag, al klinkt P8 daar niet naar. Maar we zitten hier nu eenmaal.”
Hamilton maakte duidelijk dat het team stappen heeft gezet ten opzichte van eerdere races, maar dat het plafond voorlopig onbereikbaar blijft. Hij erkende dat er intern nog veel werk te doen is, zowel in afstelling als in onderlinge afstemming.
De herhaalde duels tussen de Ferrari-coureurs wijzen op een gebrek aan duidelijke strategie. Beide auto’s leken voor dezelfde plek te strijden, zonder dat het team ingreep. Het resultaat: positieschade en frustratie bij beide coureurs.
Voor Charles Leclerc verliep het weekend in Miami nog wisselvalliger. Zijn kwalificatie voor de sprint leverde een zesde plek op, maar hij kwam door een crash voor de start überhaupt niet aan rijden toe.
In de hoofdrace moest hij vanaf plek acht starten. Zijn finish op P7 was het maximaal haalbare volgens hemzelf.
“Zelfs als alles perfect was gegaan, hadden we misschien Kimi kunnen pakken. Maar meer zat er echt niet in.”
De Monegask legde de vinger op de zere plek: een auto die niet reageert zoals hij zou moeten. Leclerc benadrukte dat zijn gevecht met Hamilton hem misschien één plek kostte, maar dat de echte oorzaak van de zwakke resultaten bij de auto zelf ligt.
Zijn uitspraken waren ongewoon eerlijk. Hij ontkende dat er nog veel marge was. Volgens hem was dit simpelweg de limiet van de SF-25 in zijn huidige staat. Geen excuses, geen hoopvolle voorspellingen — alleen nuchtere analyse.
Interne strijd bij Ferrari schaadt resultaten
Het incident tussen Leclerc en Hamilton is illustratief voor het grotere probleem bij Ferrari. Twee topcoureurs, elk met hun eigen kwaliteiten, maar met een auto die geen van beiden vertrouwen geeft.
In plaats van samenwerken aan progressie, verliezen ze tijd in onderlinge duels.
“We moeten die situaties vermijden waarin we elkaar posities kosten.”
Die uitspraak zegt alles. Binnen Ferrari is er nog geen helder proces om prioriteiten te stellen of strategieën scherp af te bakenen. Het gevolg is dat waardevolle punten verloren gaan in het middenveld, terwijl de auto theoretisch beter zou moeten presteren.
De frustratie stapelt zich op, zeker nu beide coureurs weten dat de auto onder de juiste omstandigheden wél snelheid heeft. Maar als die performance ongrijpbaar blijft, blijven uitslagen achter bij het potentieel.
Opvallend is dat zowel Hamilton als Leclerc terugwijzen naar China als kantelpunt. Daar won Hamilton de sprint, en leek het team eindelijk op koers. Sindsdien is de lijn dalende.
In Miami en de races ervoor was er telkens datzelfde patroon: een redelijke sprint, een zwakke kwalificatie, en een hoofdwedstrijd waarin progressie uitblijft.
“We zijn duidelijk niet zo snel als we kunnen zijn.”
Deze quote vat het hele seizoen van Ferrari tot nu toe samen. De snelheid zit ergens verstopt in de SF-25, maar het team vindt het pad ernaartoe niet. Tot die tijd blijft de strijd niet op het podium, maar in het middenveld.