Andrea Kimi Antonelli zorgde in Miami voor een opmerkelijk moment in zijn prille Formule 1-carrière. Hij zette zijn Mercedes op pole voor de sprintrace en was daarmee sneller dan teamgenoot George Russell.
Maar op zondag viel hij terug – pijnlijk zichtbaar werd zijn gebrek aan ervaring in racecondities. Voor Toto Wolff is het glas halfvol, maar de uitdaging is duidelijk: kwalificatiesnelheid alleen is niet genoeg.
“Dat is opnieuw een bewijs van zijn talent.” – Toto Wolff
Antonelli reed in Miami een uitstekende kwalificatie. Niet één, maar twee keer bleef hij George Russell voor.
Hij zette de Mercedes op pole voor de sprintrace en versloeg daarmee een coureur die doorgaans gezien wordt als het toekomstige boegbeeld van het team.
Dat was opvallend, want zijn gemiddelde achterstand op Russell over één ronde bedroeg eerder dit seizoen nog 0,370 seconden.
“De snelheid op een enkele ronde? Geweldig,” zei Toto Wolff. “Dat is opnieuw een bewijs van zijn talent en een goede indicatie voor de toekomst.”
Maar die opsteker op zaterdag kreeg op zondag geen vervolg. Antonelli startte sterk, profiteerde van het duel tussen Max Verstappen en Lando Norris en lag even tweede.
Vervolgens verloor hij zijn plek aan beide McLarens, al bleef hij qua tempo nog redelijk in de buurt van Russell – die echter op harde banden reed, terwijl Antonelli op mediums stond.
Strategie en slijtage breken het ritme
De virtuele safety car draaide de race voor Antonelli om. Russell kon goedkoop stoppen en sprong zijn teamgenoot voorbij. Antonelli zakte naar plek zes. Wat volgde was een pijnlijk slot.
Met de harde band onder de auto verloor hij liefst 14 seconden in de laatste 27 ronden. Het tempo zakte in en de jonge Italiaan kreeg het niet onder controle.
“Vandaag was gewoon niet goed,” gaf Antonelli zelf toe. “Vooral op de harde band. Ik had veel moeite om grip te vinden en gleed constant. Ik kon geen ritme vinden.”
Het was een eerlijke analyse, recht uit de mond van een coureur die weet dat hij nog niet compleet is. De banden aan het werk krijgen is in deze fase van zijn carrière een onbekende kunst. En dat werd in Miami pijnlijk zichtbaar.
Voor Toto Wolff is er geen reden tot paniek. Sterker nog, hij ziet Miami als een leerpunt.
De Oostenrijker benadrukte dat het begeleiden van een jonge coureur als Antonelli vooral draait om referenties vinden en begrijpen wat er nodig is om een auto in balans te houden over een hele raceafstand.
“In die auto is het moeilijk om de juiste referentie te vinden,” zei Wolff. “Race engineer Bono heeft hem echt geprobeerd te begeleiden. Maar het hoort gewoon bij de leercurve.”
Volgens Wolff was het op dat moment belangrijk dat Antonelli de auto gewoon aan de finish bracht.
De focus lag op ervaring opdoen, niet op perfectie. En met vijf top-zes-finishes in zijn eerste zes Grands Prix doet de achttienjarige dat verre van slecht.
Talent staat buiten kijf – maar ritme komt met tijd
Niemand bij Mercedes twijfelt aan de basis. Antonelli beschikt over ruwe snelheid, heeft lef in kwalificatie en laat zien dat hij zich snel kan aanpassen. Maar racen in Formule 1 is meer dan één snelle ronde.
Het draait om bandenmanagement, omgaan met variabele grip en het lezen van de wedstrijd. Daarin is Antonelli nog zoekende.
“Ik moet analyseren wat er misging,” zei Antonelli na afloop. “Het was voor het eerst dat ik zoveel moeite had met de banden. Maar er zijn ook veel positieve dingen om mee te nemen naar Imola.”
Dat realisme siert hem. Geen excuses, geen maskering van fouten. Gewoon erkennen dat het nog niet goed genoeg is, en proberen om ervan te leren. Dat is precies wat je van een coureur in opbouw wilt horen.
De combinatie van scherpe kwalificatieprestaties en matige races is typerend voor rookies.
Antonelli laat zien dat hij de snelheid heeft om op pure pace mee te doen aan de top. Maar net als bij zoveel jonge coureurs is het verschil tussen sprint en afstand nog groot.
Mercedes houdt het hoofd koel. Ze weten dat dit soort weekenden horen bij het groeiproces. En dat proces kan alleen succesvol verlopen als de fundering goed is.
Bij Antonelli lijkt dat fundament stevig: talent, zelfkennis en het vermogen om te luisteren.
Voor nu is de conclusie helder: Mercedes heeft opnieuw bewijs in handen van Antonelli’s talent. Maar bewijs is nog geen garantie. De echte test komt in het ritme van een seizoen. En daar is nog werk te doen.